In één en dezelfde week speelde Prima La Musica ooit het Requiem van Mozart en van Salieri, de muziek van Jan De Wilde en dan nog een concert in het P.S.K., terwijl op de radio hun interpretatie van Vivaldi’s “Juditha Triumphans” werd gegeven. Tegelijk was stichter-dirigent Dirk Vermeulen op de BRT-televisie te zien met de speelgoedsymfonie van vader Mozart, waarin acht kinderen de speelgoedinstrumenten bespeelden, en de dag nadien in “Tijd voor Koen”. Daar dirigeerde hij dan de groep Sinfonia, met wie hij in De Singel ook een Haydn-programma voor kinderen heeft gebracht. In 1989 is dit begonnen met “Kinderen luisteren naar Bach”, in ’90 kwam dan Mozart en in ’91 Vivaldi, met een presentatie van Veerle Keuppens.

Dirk Vermeulen woont nu in Laarne, maar is eigenlijk geboren in Menen in 1952. Zijn broers Jan en Erik kozen voor de piano, maar hij opteerde voor de viool. Na zijn opleiding aan het Conservatorium van Brussel en de Muziekkapel Kon.Elisabeth, werd hij laureaat van Tenuto 1975, zodat hij nadien aan de slag kon als concertmeester bij het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen.
Zijn loopbaan nam echter een nieuwe wending als zijn carrière als solist in 1980 abrupt wordt afgebroken na het behalen van de halve finale in de Elisabethwedstrijd wegens een kramp aan de linkermiddenvinger. Alhoewel hij als tweede violist nog actief is o.a. in het Orkest van de Achttiende Eeuw van Frans Brüggen, gaat hij dan toch vooral de nadruk leggen op het dirigeren: “Sinfonia bestond eerst, in 1985 al, en in februari 1991 heb ik dan ook nog Prima La Musica opgericht, omdat de mensen van Sinfonia het niet langer aankonden. Dat zijn immers leden van het BRTN-orkest en de combinatie van dat met de veertig concerten die ik tot nu toe al heb per seizoen dat werd teveel. Maar ik ben freelance dirigent en ik kon mij dus niet permitteren van allerlei voorstellingen en concerten af te zeggen. Daarom heb ik een tweede groep opgericht met hoofdzakelijk freelancers. Men zegt vaak: er zijn al zoveel orkesten. Maar ik doe het alleen maar omdat er blijkbaar nog werk op de plank is.”
“Met Sinfonia werken we veel voor kinderen en dat zijn we ook van plan te blijven doen, maar toch ook niet alléén dat. Sinfonia kun je eigenlijk definiëren als een puur strijkorkest dat eerder in kleine bezetting speelt. Maximum twintig man. Met een typisch repertoire. Prima La Musica daarentegen moet vooral mobiel kunnen zijn. Voor het Requiem van Salieri breidden we het orkest b.v. uit tot dertig man. Op het Festival de Wallonie hebben we een oratorium van Vivaldi gedaan met tachtig man op de scène. In Gent hebben we het Requiem van Mozart gedaan met een koor van 104 man, dat kun je niet begeleiden met een orkestje van twaalf man. Maar tegelijk wil ik ook Jan De Wilde kunnen begeleiden.”
Je staat ook bekend als medewerker van Frans Brüggen. Doet het dan niet pijn aan je hart dat je bij de optredens van Jan De Wilde Bach door een elektrische versterking speelt?
“Ik wil juist bewijzen net zoals de groten uit de barok zoals Brüggen, Koopman, Harnoncourt, Gardiner dat het met moderne instrumenten even goed kan. Die mensen zijn nu minder dogmatisch ingesteld en nu bewijzen ze dat het ook mogelijk is met moderne instrumenten, als je maar weet in welke richting je moet gaan en dat je de juiste ingesteldheid bijbrengt bij de muzikanten. Vandaar dat ik nog steeds het grootste respect heb voor die oude muziekbeweging. Ik maak er trouwens nog steeds deel uit. Zo moet ik dit weekend in Noorwegen nog even vlug over en weer om Andrew Parrott te vervangen bij de Taverner Players. Brüggen beschouwt mij een beetje als zijn poulain en introduceert mij hier en daar, in maart ga ik met zijn orkest op tournee door Noord- en Zuid-Amerika.”
Op dezelfde manier werd Dirk Vermuelen gastdirigent bij het symfonieorkest van Stavanger.
“Die ervaring met Brüggen heeft zeer positief heeft ingewerkt op de interpretatie van oude muziek met moderne instrumenten. Dat heeft de zaak alleen maar goed gedaan. Ik wil zowel met Prima La Musica als met Sinfonia bewijzen dat je met moderne instrumenten die oude muziek even goed tot haar recht kan laten komen, integendeel dat je dan nog het voordeel van het volume hebt ook. Bij Jan De Wilde moesten we echter een elektrische installatie gebruiken, omdat het verschil in kracht anders veel te groot was. Akkoord, het stemde me een beetje ongelukkig, omdat ik altijd akoestisch werk, maar het schijnt dat men daaraan went. Natuurlijk, het maakt de strijkersklank iets metallieker dan hij van nature is. En ik kan u verzekeren dat ook het overschakelen van die stukjes van Jan De Wilde naar Bach razend moeilijk is. Het vergt een enorme klik. Want bij Jan moeten ze sleuren en spelen en toon maken, terwijl ze bij Bach transparant, retorisch en verfijnd moeten zijn. Dat vergt een enorm aanpassingsvermogen. Elke dag opnieuw repete¬ren wij een uur aan die stukjes Bach alleen. Dat kost mij veel geld, want ik moet de muzikanten een uur meer betalen, maar het moet gewoon. Het is op zich al erg theoretische muziek en om het dus in deze omstandigheden naar het publiek over te brengen vergt dat onnoemelijke inspanningen.”
En wat vind je van die lightshow die erbij hoort?
“Ik zou dat geen lightshow noemen, hoor. Principieel heb ik met de regie niets willen te maken hebben. Ik vind dat er goede ideeën bij zitten, maar ik ga er geen waardeoordeel over uitspreken. Ik denk dat het goed overkomt, voor zover ik daar vanop mijn plaats kan over oorde¬len, want ik ben natuurlijk geconcentreerd op mijn noten.”
Op een bepaald moment vond ik dat het de aandacht een beetje afleidde van de muziek, maar anderzijds, Nigel Kennedy doet het ook, nietwaar?
“Dat is het. Het moet kunnen. Het moet niet altijd stijfdeftig zijn.”
Van dan af wordt Prima La Musica één van de meest gevraagde orkesten als er in de Vlaamse pop een blik violen dient te worden opengetrokken. Zo was er in 1992 “She goes nana” van The Radios en in 1993 “Carnival of the heart” van Ralph Samantha & the Medicine Men.
Hoop je dat een aantal mensen die voor Jan komen, in het vervolg ook eens naar een concert van jullie zullen komen?
“Dat hoop ik echt. Als ik zie hoe aandachtig de mensen zijn bij die Bach, die toch in relatief moeilijke omstandigheden wordt gespeeld, dan hoop ik dat dit hen zal aanzetten om de volgende keer eens naar een klassiek concert te gaan. Daarom hebben we het ook een beetje gedaan. Om een ander publiek te bereiken. Want dat is het toch? Hoeveel mensen zouden er al naar een klassiek concert geweest zijn? Eén, twee, vijf procent misschien?”
Tegelijk gooide Dirk Vermeulen zich ook op de opera. Hij leidde het orkest van Kameropera Transparant in “L’Inganno Felice” (“Het gelukkige bedrog”) van Rossini.
N.a.v. de viering van Adolphe Sax gaf Prima La Musica een compositie-opdracht aan de Vlaming Patrick De Clerck en aan de Rus Alexander Raskatov. Beide creaties werden gebracht door de Nederlandse saxofonist Hans De Jong, die daarbij ook zijn eigen compositie voor solo-sax, “Le rêve et la folie”, zal voegen. Raskatov bewerkte in één adem ook een strijkkwartet van Borodin voor strijkorkest. Dirk Vermeulen voegde daar zelf nog het derde Brandenburgs concert aan toe om te herinneren aan de val van de muur. Net zoals bij de concerten van Jan De Wilde is er ook weer een “lichtkunstenaar” aan het werk, deze keer Enrico Bagnoli.
Ter gelegenheid van het tienjarige bestaan van het Kamerorkest Sinfonia bracht Eufoda twee CD’s op de markt, die in de eerste plaats op een groot publiek mikken. Vooral de divertimenti van Mozart, het overbekende “Eine kleine Nachtmusik” incluis, moeten zelfs de grootste cultuurbarbaar kunnen vermurwen. Interessanter zijn allicht de hoboconcerti van Bach, aangezien het hier immers transcripties betreft van clavecimbelconcerti, waarvan men echter aanneemt dat ze oorspronkelijk voor hobo waren bedoeld. Solist Joris van den Hauwe heeft zich terzake reeds lang een soliede reputatie opgebouwd en Dirk Vermeulen leidt zijn orkest doorheen een vlekkeloze, “propere” uitvoering. Wie zich de laatste tijd met de “barok’n’roll” van Il Giardino Armonico heeft ingelaten, zal deze CD’s te braaf vinden, maar, zoals gezegd, het grote publiek zal ze wel kunnen smaken. ’t Is alvast eens iets anders dan “Tien om te zien”.
Dat was tevens het laatste wapenfeit van Vermeulen met Sinfonia, want hij gaf daarna de scepter door aan Florian Heyerick om zich volledig op Prima La Musica te kunnen concentreren, dat vanaf september 1995 het residentie-orkest van Aalst werd, met het C.C.De Werf als standplaats en Gracienne Van Nieuwenborg als voorzitster van de Raad van Bestuur. Ondanks een aangename uitvoering van Händels “Water music”, niet op de Leie maar in de Bijloke-festivalhal (met Guy De Mey die tussendoor een paar aria’s van dezelfde componist zong) kreeg het orkest veel kritiek te verduren op de Adviesraad van 29/1/1997. Dirk was zelfs de enige die financieel werd teruggefloten (van 2,1 miljoen naar 2 miljoen rond). Er viel inderdaad weinig tegen in te brengen. De vorige keer had men al een status-quo goedgekeurd op voorwaarde dat hij wat meer lijn in zijn programmatie zou brengen, maar dat had hij helemaal niet gedaan.
Volledig in dezelfde lijn kwam in maart ’97 een CD uit met zowaar de beroemde 40ste symfonie van Mozart, die in een versie van Waldo de los Rios zelfs nog in de hitparade is terechtgekomen (de man pleegde daarna uit pure schaamte zelfmoord). Daarbij werd dan de 29ste gevoegd, minder bekend bij het grote publiek, maar de laatste tijd vooral toch geliefd bij zogenaamd “authentieke” dirigenten. Toen Prima La Musica deze CD kwam voorstellen in de Gentse Bijloke-festivalhal begonnen ze met deze 29ste en die werd zo als een hark uitgevoerd, dat ik mijn collega’s raadsleden reeds gelijk begon te geven. Dat beterde niet toen het vijfde vioolconcerto van Mozart werd uitgevoerd samen met een jonge Noorse violist. Deze langharige jongen (die de volgende keer z’n haar eens zou mogen wassen) dacht dat hij Paganini was, wat natuurlijk een ultra-romantische Mozart opleverde, maar hier zat tenminste meer bezieling in. De jongen deed ook wanhopige pogingen om het orkest mee te trekken, maar werd daarbij bijna tegengewerkt door Dirk Vermeulen, die zich haast letterlijk tussen hem en het orkest ging plaatsen. Neem daarbij dat tijdens de ellenlange (en uiteraard virtuoze) cadenzen een fotograaf lustig zijn gang ging, want het publiek bestaande uit leden van het Davidsfonds en tevens klanten van de VDK-spaarbank (die naderhand allemaal een CD mee naar huis mochten nemen) was uiteraard belangrijker dan wat er op het podium gebeurde, en het gevolg was dat ik het tijdens de pauze afbolde.
Thuis gekomen bleek de CD zelf best mee te vallen, vooral dan nog die “afgezaagde” 40ste. Hoe kan dat nu? De vermelding dat ene Krist van Severen enkel op track 7 (het menuet van de 40ste) meespeelt, geeft misschien een aanduiding: wellicht is hier geknipt en geplakt dat het een lieve lust is! (Eufoda 1263)

Referenties
Ronny De Schepper, Dirk Vermeulen laat kinderen naar W.A.Mozart luisteren, Het Laatste Nieuws 16 oktober 1993
Ronny De Schepper, Prima La Musica met jachthoorns, Het Laatste Nieuws 5 oktober 1994

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.