Vandaag is het al twintig jaar geleden dat de Hongaarse bokser LASZLO PAPP is gestorven.

Hij werd drie keer olympisch kampioen boksen bij de middengewichten. Niemand deed hem dat ooit voor. Als amateur sloeg hij 55 keer een tegenstander knock-out in de eerste ronde. Van hem komt dan ook de uitdrukking: “Kunt gij nog Papp zeggen?” aangezien men dat telkens vroeg aan zijn neergeslagen tegenstrevers. Na de Spelen van 1956 (!) werd Papp prof en won 27 van zijn 29 kampen, maar hij kon als Hongaar heel moeilijk in het buitenland boksen. Toen hij eindelijk een wereldtitelgevecht kon aangaan, weigerde de overheid hem een uitreisvisum toe te staan.
P.S. Zowel in 1949 als in 1976 heb ik in mijn database een naamgenoot van hem (voor- én achternaam) als wielrenner. Die tweede zou misschien zijn zoon kunnen zijn, maar in 1949 was déze Laszlo Papp 23 jaar. Precies de juiste leeftijd om aan wielrennen te doen. Zou het kunnen dat…?

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.