Three Little Pigs is een korte animatiefilm van 8 minuten, geproduceerd door Walt Disney. De film won de Oscar voor beste korte animatiefilm en het nummer Who’s Afraid of the Big Bad Wolf werd toen de film uitkwam een grote hit.
De personages uit de tekenfilm zouden later de basis vormen voor de klassiek geworden stripfiguren Midas Wolf en Knir, Knar en Knor. In de tekenfilm hebben ze overigens nog geen namen. De film is gebaseerd op een Engels kindersprookje. Hoewel het mondeling al langer werd overgeleverd, circuleren geschreven versies van het sprookje sinds de jaren 1840. Het sprookje werd vooral bekend in de 19e eeuw, dankzij Joseph Jacobs. De achterliggende boodschap is dat luiheid wordt bestraft en ijver beloond. Het verhaal is voor de tekenfilm van Disney licht aangepast. Zo tracht de boze wolf zich toegang te verschaffen door zich te verkleden als een leurder met een zwaar joods accent; dit werd in een latere versie wel veranderd.
HOLLYWOOD’S DARK PRINCE
Disney, de grote kindervriend, zal achteraf (o.m. dankzij het boek “Hollywood’s Dark Prince” van Marc Eliot) dan ook ontmaskerd worden als een impotente alcoholicus, die lid was van de nazi-partij. Dat het allemaal voortkomt uit het feit dat zijn vader, een boer uit Kansas met de typische hypocrisie van een fundamentalist die zelf een drinkebroer en een “womanizer” was, hem geregeld verrot sloeg, mag geen excuus zijn. Dit zou overigens ook de aanleiding zijn voor het onbetwistbare talent van Disney: hij vluchtte in de fantasiewereld van de sprookjes die zijn moeder hem vertelde.
Hij werd stilaan ook paranoïd, in zoverre dat hij begon te geloven dat zijn vader Elias, zijn echte vader niet was, maar een soort van monster dat diens plaats had ingenomen. Vooral toen bleek dat er geen geboorteakte van hem voorhanden is. Sommigen hechten trouwens geloof aan deze theorie en beweren dat Walt een buitenechtelijk kind is van een rijke Californische dame.
De voornaamste reden om Disney te laken is echter dat hij sentiment tot sentimentaliteit omboog (“Sentimentaliteit is de grootste vijand van de kunst: emoties verliezen er hun ware aard door,” Hugo Claus) en op die manier de verpersoonlijking werd van The American Dream. Daarmee wordt namelijk de droom afgeschermd van de realiteit. Zijn pretparken zijn dan ook iconen van het kapitalisme.
In 1941 breekt er zowaar een staking uit bij Walt Disney. Ze wordt geleid door Melvyn Douglas, “een hardnekkige communist”, aldus Carl Barks, die dan ook de staking brak en beloond werd met de tekenfilm “Pirate Gold”. Bij de stakers was ook Bill Melendez, die meer dan dertig jaar later de Snoopy-tekenfilms zou realiseren. Disney zelf zou later ene Sorrell aanklagen als communist bij de McCarthy-commissie.
Om de lont uit het kruitvat te halen, kan men Walt Disney overhalen om op reis te gaan naar Zuid-Amerika, zodat de onderhandelingen worden gevoerd door zijn broer Roy, die op vele vlakken toegeeft. Toch zullen er vele ontslagen volgen, waarbij Walt zich verschool achter het feit dat het leger een groot deel van de studio’s had ingenomen om een nabijgelegen strategisch doelwit te bewaken.
Deze crisis heeft er onder meer voor gezorgd dat Disney, die vroeger een democraat was, voortaan voor de republikeinen zou stemmen. Ronald Reagan was (weliswaar nog als acteur) aanwezig bij de opening van Disneyland en ook Richard Nixon voelde zich goed thuis in dit kapitalistische pretpark.
Tijdens Walts afwezigheid was ondertussen ook hun vader gestorven (hun moeder was al eerder gestorven door een gaslek in het door de broers voor hen gekochte huis).
Ronny De Schepper