Vandaag is het zeventig jaar geleden dat Charlie Chaplin, die een tour maakte door zijn geboorteland Engeland, geen toelating kreeg om terug te keren naar de Verenigde Staten. Uiteraard kaderde deze beslissing in de communistische heksenjacht ontketend door Joe McCarthy.
De moeilijkheden van Chaplin waren begonnen toen hij protesteerde tegen het feit dat de communistische componist Hans Eisler uit de V.S. werd gezet. Als gevolg mocht hijzelf het land dus niet meer binnen. Hij vestigde zich in Zwitserland en als voorwaarde om naar de V.S. te mogen terugkeren, eiste men een ondervraging over zijn politieke sympathieën. Chaplin antwoordde met de volgende verklaring: “Ik geloof vast dat de pers een oorlog wil beginnen tegen Rusland en ik keur dat hartsgrondig af. Maar ik ben geen communist. Wat zou ik? Ik ben de eigenaar van een onderneming die op zijn minst dertig miljoen dollar waard is. Wat zou ik dan over communisme zitten praten?”
Toegegeven, ook zijn amoureuze perikelen hadden hem ongewenst gemaakt en bovendien de weigering om de Amerikaanse nationaliteit aan te vragen: “Ik voel me een wereldburger. Ik ben geen superpatriot. Ik voel dat de dag zal komen dat alle grenzen verdwijnen en mensen om het even waar ter wereld zullen kunnen gaan en deel uitmaken van om het even welk land.”
Uit reactie vraagt zijn Amerikaanse vrouw Oona O’Neill in 1954 de Engelse nationaliteit aan. In datzelfde jaar ontmoet Chaplin in Genève de Chinese premier Tsjoe-en-Lai “om bepaalde mensen te ergeren”.
Nog in dat jaar kreeg hij een communistisch geïnspireerde Vredesprijs. Toen een journalist de stapel gelukwensen zag liggen en vroeg ‘of die nu allemaal van achter het ijzeren gordijn kwamen’, repliceerde Chaplin onverstoorbaar: “Bedoelt u de Verenigde Staten?”
Het zal uiteindelijk tot 1972 duren vooraleer Chaplin terug in zijn land welkom was. Toen mocht hij meteen een Academy Award voor zijn ganse carrière in ontvangst nemen en pas dan werd in de V.S. “A king in New York” uitgebracht, een film uit 1956 waarin een koning door een inquisitiecommissie wordt ondervraagd en ‘per ongeluk’ de commissie met een brandspuit wegveegt (zie bovenstaande affiche).