Morgen zal het ook al veertig jaar geleden zijn dat ik in overeenstemming met Raymond van het Groenewoud en zijn toenmalige manager Pol Evrard besloten had een boek over het ‘fenomeen’ R.V.H.G. te schrijven. In een schrijven naar diverse uitgeverijen stelde ik het ontwerp van het boek voor, ontwerp dat tot stand was gekomen met de medewerking van Raymond van het Groenewoud zelf, na een vergadering op het kantoor van Universal Songs, bij Linda Van Waesberge, op dat moment nog Linda Blaute…
Lees verder “Veertig jaar geleden: een boek over Raymond van het Groenewoud (bijna!)”Tag: Pol Evrard
De morele herbewapening van de Vlaamse pop
Neen. Ethisch reveil is niet de vijfde elpee van Raymond van het Groenewoud. Wel is het de tweede elpee van R.V.H.G. en de Centimeters. Of misschien zelfs de eerste, want live-elpees laat men gewoonlijk buiten beschouwing in zo’n opsomming. Een haast natuurlijk gevolg van deze vaststelling is dat het muzikaal tot hiertoe ook de rijkste is. De inbreng van Jean Blaute was weliswaar ook al op «Nooit meer drinken» voelbaar en Mich Verbelen is — zoals het een bassist past — steeds de stuwende, maar bescheiden op de achtergrond blijvende kracht geweest, zodat overblijft dat het niemand minder dan drummer Stoy Stoffelen is die — als Centimeter — vooral zijn stempel op deze elpee drukt (*). Dat gebeurt meestal door een ritme dat zeer dicht in de nabijheid van de disco-hartslag komt (wat onderlijnd wordt door de opnametechniek), maar dat voortdurend doorbroken wordt door tempowisselingen zodat de disco-verveling ver te zoeken is.
Lees verder “De morele herbewapening van de Vlaamse pop”Veertig jaar geleden: “Met RVHG in de drie”
Morgen zal het ook al veertig jaar geleden zijn dat Freek Neirynck mij vroeg om Raymond van het Groenewoud te interviewen voor Radio 2 – Omroep Oost-Vlaanderen, meer bepaald voor het programma “Met wie in de drie”. Maar dat werd geen succes. Ik live op de radio, ge kunt al denken: zenuwen van hier tot ginder (daarom ook dat vele jaren later mijn werk voor Jan Wauters ook maar van korte duur was). En Raymond die op zijn qui-vive was en stekeliger antwoordde dan hij in gewone gesprekken of interviews deed (als ze voor een publicatie waren en niet voor een rechtstreekse uitzending, waarbij je moet proberen scoren). Bovendien moet ik (misschien door de zenuwen) zelf ook een verbeten indruk hebben nagelaten, lees maar even verder in de brief die ik nadien kreeg van Raymonds moeder…
Bovendien was Raymond nog maar pas zelf een gast geweest in Met wie in de drie op BRT2 Oost-Vlaanderen. Samen met Plastic Bertrand was hij namelijk de gast van Eddy Merckx en hij veranderde de tekst van zijn bekende ode aan de “Meisjes” in ‘Eddy, hij was de kampioen, meneer, er was niks aan te doen, meneer, machtsmens Eddy’ enz.
Goed van Raymond, die hiermee toffer uit de hoek kwam dan tijdens zijn “eigen” uitzending op 30 januari 1979, waarin ikzelf hem op de rooster legde over “Harnanas”, het fanzine (fan-magazine) van RvhG & the Centimeters. Raymond steekt echter zijn stekels uit en het wordt niks. “Plat op den buik”, zoals Freek Neirynck na afloop zei..
Tijdens het optreden maakt ook Roddy zijn radiodebuut want Raymond zingt een geïmproviseerd lied over Gent, waarbij hij de rijmwoorden van blaadjes afleest, die hij dan laat vallen. Omdat Roddy die altijd weer opraapt en het publiek daarom begint te lachen is hij wel verplicht voor de radioluisteraars een kleine toelichting te geven: “Er is hier een klein jongetje dat mijn spiekbriefjes gapt.”
Overigens, uit “doorgaans welingelichte bron”, zoals men dat noemt, vernamen wij dat Jef Turf (centrale gast in de uitzending van de week voor Merckx) ook Raymond had gevraagd als gast, maar dat dit hem geweigerd werd met als reden dat Raymond zelf pas aan de beurt was geweest. Nochtans kon het dus een week later bij Eddy Merckx wel. Hoe zit dat nou? Geen wonder dat Raymond in Humo van 7 mei 1992 tegen Marc Didden zegt: “Ik vind de communisten ontroerend. Een romantische partij. Zo’n Jef Turf, die zou toch geen vlieg kwaad doen. Die meende het goed. Later ben ik pas gaan beseffen dat mensen die het goed menen soms gevaarlijk zijn…”
Gedateerd op 30 januari 1979 krijg ik later een brief van Raymonds moeder:
“Beste Ronny De Schepper,
Verontschuldiging dat het zo lang geduurd heeft eer je een foto van RvhG kreeg.
Ik had griep en dacht er niet meer aan. Vanmorgen gezocht naar een foto uit de Pionierstijd, niet gevonden. Nu stuur ik twee foto’s op. Ik hoef ze niet terug te hebben.
Denk je, Ronny, dat Raymond de mensen belazert die hem vragen stellen?
RvhG verstaat de kunst om te antwoorden als volgt:
of hij wil niet op de vraag ingaan en geeft dan een speels antwoord waar je alle kanten mee op kunt;
of hij geeft een zeer duidelijk antwoord, maar wat niet als zodanig wordt herkend en dat schept moeilijkheden bij de vragen.
Ik heb jullie gehoord op de radio BRT2.
Lieve Ronny, je kan communist zijn en toch uit je harnas stappen (harnanas), dat mag echt.
Geef de groeten aan Raymond De Smet van de Rode Vaan, ik bedoel Aalst.
Vriendelijke groeten van de moeder van RvhG.
Alle Pioniers een dikke kus.”
Ikzelf schrijf ook een brief naar Raymond die (alhoewel dit niet de bedoeling was) verschijnt in de lang verwachte (nou en of!) tweede aflevering van Harnanas:
“Dag Raymond.
Enige tijd geleden heeft Jean Blaute me eens gevraagd iets te schrijven voor Harnanas. Ik zag dat echter niet zo direct zitten. Nu denk ik evenwel dat ik een ideetje heb dat het proberen waard is
Toen ik zo’n vijftien jaar was (al twaalf jaar geleden dus, jawadde), heb ik eens een romannetje geschreven dat handelde over vier Helden die vochten tegen het Kwaad. Die helden dat waren mijn vrienden en ikzelf (we noemden ons toen de Blommenkinders, stel je voor!), maar het plezante nu is dat de doorsnee van onze groep er zo uitzag :
een verschrikkelijk verstandige leider; een slim, maar tenger jongetje met bril (die jammer genoeg verliefd wordt op een meisje van het frivole type); een zeer sterke dikkerd met een goed karakter en tenslotte nog een playboy. Ik geef je te raden wie ikzelf was. Maar goed, daarom schrijf ik je niet natuurlijk. Wel omdat de vier typetjes nogal gemakkelijk terug te brengen zijn op de vier Miljonairs.
Ik zou dan ook voorstellen de “roman” (hij is toch nogal kort) ongewijzigd te publiceren, in afleveringen, alleen met de namen vervangen door die van de Miljonairs. Ook de Boeven zou ik trouwens toepasselijke namen willen geven.
Waarom nu per se ongewijzigd ? Zeker niet wegens mijn ijdelheid, want ik zou juist grote anonymiteit verlangen. Wel wegens het zeer puberachtige karakter van stijl en inhoud. Ik vermoed dat dit wel (1) voor insiders een koddig effect kan hebben en (2) voor jonge fans – en die heb je veel, denk maar aan KSA-Sint-Niklaas – zou het allemaal heel “serieus” klinken.
Bovendien was het indertijd de bedoeling dat we daarbij foto’s zouden maken zoals een soort fotoroman (met van die pompeuze houdingen, weet je wel) en ook dat zou de Miljonairs goed afgaan (ik denk aan de foto’s voor het singeltje ‘Vlaanderen Boven’ b.v.). Wat is ‘t? Doen?
Groeten,
Ronny
P.S. Indien het ‘neen’ is, zelfde vrienden, hé. Dat is trouwens vooral de reden waarom ik tot hiertoe niets heb geschreven voor Harnanas. Zoals iedereen ben ik wel ijdel wat dingen betreft die ik nù doe. Over tien jaar zal ik misschien even goed met mijn artikels van nu kunnen lachen (*). Niet omdat ze (en dus ook die roman) eigenlijk belachelijk zijn maar omdat je nu eenmaal verondersteld wordt niet de jaren wijzer, bezadigder, ernstiger te worden.”
Het fanzine van RvhG & the Centimeters heeft zichzelf ondertussen tot “zeer nieuw Vlaams literair tijdschrift” (**) in de macht verheven. Daar zal de plaats van de bespreking van nr.1 in De Rode Vaan wel voor iets tussen zitten. En het is deze keer ook geniet. Alweer dankzij onze nietsontziende kritiek allicht.
Wellicht wordt dit meteen ook het laatste nummer (al zou Jean Blaute het liever anders zien), wat ons hoegenaamd niet verwondert. De anarchistische manier én van het aan de man brengen én van de inhoud zelf (om niet van nihilisme te gewagen) laat bijna geen andere uitweg open. Dit tijdschrift richt zich b.v. tot hooguit tien mensen die misschien zelf ook niet alles van a tot z snappen, zodat het dan ook wellicht meer kwaad dan goed doet voor de populariteit van RvhG. Dat een paar mensen uit de media hier en daar kunnen “meegniffelen” is wat dat betreft evenmin noodzakelijk, want de kwaliteit van Raymonds muziek is zijn beste, om niet te zeggen zijn enige, public relations.
Conclusie: het is goed geweest zo. Laten we deze pagina omdraaien. Voor wie zich tegen beter weten in nog wil abonneren: Harnanas, 180 fr. Voor 6 nrs. Op PRK 310-0390102-45 van Raymond van het Groenewoud.
Ik had gelijk: dit wérd ook het laatste nummer. En dus werd ook “Zijn Eerste Opdracht” (zoals mijn “roman” heette) nooit gepubliceerd. Maar wat erger was, Pol Evrard heeft het manuscript ook nooit terugbezorgd!