Op 9 februari 1993 speelde Theater Antigone in Sint-Niklaas “Nonkel”, een bewerking van Bob Snijers naar “Oom Wanja” van Anton Tsjechov.
De regie was in handen van Ignace Cornelissen (van “Het Gevolg”) en het decor was van Marc Cnops. Met Anouk David (Sonja), Hans Royaards (Jan/Wanja), Christel Domen (Hélène/Jelena), Dries Smits (de dokter), Ria Verschaeren (mémé), Eddy Brugman (Cyriel, bijgenaamd Wafel), Mieke Verheyden (maman) en Bert André (de professor).
Het stuk werd qua decor en kostuums overgeplaatst naar een westers kleinburgerlijk milieu in de jaren vijftig. Buiten het feit dat door het wegvallen van de binnenmuren op die manier alle personages steeds op de scène te zien zijn, was dit geen goede vondst. Inhoudelijk werd er namelijk niets essentieels gewijzigd (tenzij een taaltje dat het midden houdt tussen “Vlaams” en “vlotte-jongens-Nederlands”), zodat het nogal stom is over boomgaarden te zitten leuteren en zeker over tyfusepidemieën. Op het einde werkt het zelfs contraproductief: als Wanja zegt “we moeten iets doen”, gaat hij met Sonja de boekhouding “doen”, maar dat is natuurlijk niet echt iets doen (in tegenstelling tot hout hakken b.v.). Tenzij Johan de Belie (die ook aanwezig was in de Sint-Niklase stadsschouwburg, net als Frans Redant en Eric van Herreweghe van het NTG trouwens) gelijk heeft en dat het wil zeggen dat er nu eenmaal niets te doen vàlt. Dat alles zinloos is.
Qua acteren was ik op de eerste plaats gaan kijken naar Anouk David (zie Dinska Bronska), maar ondanks een positieve kritiek in “Het Laatste Nieuws” is ze mij tegengevallen. Idem voor Christel Domen, al was dit toch wel een domme rol. Hans Royaards vond ik nog het beste, zeker in confrontaties met Dr.Astrov, al hoorde je iets te goed dat Dries Smits een Hollander is. En Bert André is een veel te lieve teddybeer om een knorpot te spelen.
Ronny De Schepper