De Nederlandse componist, gitarist, zanger, tekstdichter en producer George Kooymans viert vandaag zijn 75ste verjaardag. Hij is vooral bekend als oprichter van de rockgroep Golden Earring. (Foto: Stefan Brending, Lizenz: Creative Commons by-sa-3.0 de)

De oorsprong van The Golden Earring(s) gaat terug naar het einde van de jaren vijftig in Den Haag. Toen volgde de elfjarige George Kooymans immers gitaarles bij René Nodelijk van René and the Alligators (Nodelijk had gitaar gestudeerd aan het muziekconservatorium; de enige andere Nederlandse popgitarist in dat geval is merkwaardig genoeg Frank Nuyens van Q65) en gaf deze lessen door aan zijn twee jaar oudere vriendje Rinus Gerritsen, die zichzelf daarnaast ook nog piano leerde spelen. Toen ze in 1961 als The Tornado’s van start gingen, opteerde Rinus voor de basgitaar, terwijl Hans van Herwerden slaggitaar speelde en Freddie van der Hilst achter de drums plaats nam. Als openingsnummer speelden ze meestal een nummer dat o.a. door Marlene Dietrich in 1947 bekend werd gemaakt, namelijk “Golden Earrings”. Toen ze op een schoolfeest in 1963 bijgevolg eens werden aangekondigd als “The Golden Earrings” i.p.v. “The Tornado’s” hebben ze die naam dan ook aangehouden, omdat ondertussen de Engelse Tornados een wereldhit hadden met “Telstar”.
Ondertussen was ook Frans Krassenburg aangetrokken als zanger. Tijdens een optreden op de Scheveningse pier gaf Freddie Haayen, een student die wat bijkluste bij Polydor, zich uit als directeur van de firma. Hij hield van de groep en beloofde hen dat ze een single zouden mogen uitbrengen. Uiteraard moest hij dit nu ook nog hard maken bij de échte leiding van Polydor, maar aangezien de oubollige firma de beatboom tot hiertoe aan zich had laten voorbijgaan, hadden die er wel oren naar. “Please go” werd uitgebracht, maar de groep vond het zo vals gezongen dat ze zelf vroegen dat het weer uit de handel zou worden genomen. Bij een van de “Teenager Shows” van Jacques Senf werd de single echter zo goed verkocht aan de ingang dat ze uiteindelijk nog de negende plaats in de hitparade zou bereiken.
“Please go” kwam op 25 september 1965 de top 40 binnen en zou tot op de tiende plaats klimmen. Op 29 januari 1966 kwam de opvolger, “That day”, de top 40 binnen en die zou al meteen tot op de tweede plaats geraken (door wie werden ze van de eerste plaats gehouden?). Op 14 mei 1966 zal het de beurt zijn aan “If you leave me” dat “slechts” de negende plaats zou bereiken. De volgende, “Daddy buy me a girl” (10 september 1966) werd zelfs maar twaalfde.
Krassenburg zou uiteindelijk toch nog tot 1967 bij de groep mogen blijven, meer zelfs: hij nam zelf het initiatief op te stappen “omdat de groep op een dood spoor zat”. Zijn plaats werd ingenomen door Barry Hay van The Haigs, die nochtans door Robbie Van Leeuwen, die net had gebroken met The Motions, eveneens werd aangezocht als zanger van een nieuwe groep. Diens woorden “Daar zul je de rest van je leven spijt van krijgen” zijn de geschiedenis ingegaan, maar als men weet hoe groot Shockin’Blue nadien is geworden, dient het gegniffel hieromtrent toch wat te worden genuanceerd. Alhoewel… zou het succes ook zo groot geworden zijn indien de groep dan zonder Mariska Veres zou gezongen hebben van: “He’s got it: I’m your Venus, I’m your fire, at your desire”?
Of Barry Hay reeds de zanger is op de volgende single weet ik niet, maar alleszins wordt met “Sound of a screaming day” (22 juli 1967) het roer muzikaal helemaal omgegooid en met een zeer terechte vierde plaats als gevolg (van mij mocht het zelfs nog hoger scoren!). Op 28 oktober van hetzelfde jaar was er al “Together we live, together we love” en dat raakte tot nummer zes. Een plaatsje lager was weggelegd voor opvolger “I’ve just lost somebody” (28 juni 1968). Maar dan kwam op 27 juli 1968 de klapper: “Dong Dong Diki Digi Dong” werd hun eerste nummer één. Ik denk niet dat de groep het ooit live heeft gespeeld, maar ikzelf vond het toch een zeer leuk nummer.
Eind jaren zestig behoorde de band, inmiddels omgedoopt tot Golden Earring, tot de top van de Nederlandse rockscene. Ik dacht dat het eerste nummer onder de nieuwe naam (ongetwijfeld om het “Dong Dong Diki Digi Dong”-verleden achter zich te laten) het fabuleuze “Just a little bit of peace in my heart” (16 november 1968) was. Ook deze single zou helaas op de tweede plaats stranden (het zou me hier eveneens benieuwen wat hen van de top verwijderd hield).
Op 28 juni 1968 volgde “Where will I be” (7de), op 13 december 1969 “Another 45 miles” (3de) en dan, binnengekomen op 18 juli 1970, eindelijk de eerste nummer één-hit voor de “nieuwe” groep: “Back home”. Ook “Holy holy life” (16 februari 1971) deed het zeer goed met een vijfde plaats, net als “She flies on strange wings” (12 oktober 1971) op vier, even hoog als “Buddy Joe” (13 mei 1972). “Stand by me” (niet te verwarren met de klassieker van Ben E.King) kwam binnen op 23 september 1972 en bleef steken op een tiende plaats, maar de volgende single, “Radar love” (25 augustus 1973) zal de derde nummer één hit worden voor de groep én het lievelingsnummer van ene Homer Simpson. Met “Instant poetry” (27 april 1974) op een derde plaats sluiten we dan deze eerste periode, verzameld op de CD “The Complete Single Collection vol.1, 1965-1974” af.
Kooymans verzorgde niet alleen, nadat Rinus Gerritsen was gestopt met schrijven, de muziek én teksten van zijn eigen groep; hij schreef ook songs voor een aantal artiesten en bands. Earth and Fire is zijn belangrijkste ontdekking; hij componeerde voor hen de hit Seasons, waarvan ruim 200.000 exemplaren werden verkocht.
Kooymans heeft onder eigen naam twee soloplaten uitgebracht: Lovin’ and hurtin’ (1971) en The beat goes on (1987).
Vanaf eind jaren zeventig produceert hij met wisselend succes platen voor andere artiesten, waaronder Herman Brood (Yada Yada, 1988). Samen met Barry Hay ontdekte hij medio jaren negentig de Haagse zangeres Anouk. Het duo speelt en zingt mee op haar debuut Together alone (1997), dat een groot succes werd: het werd het best verkochte debuutalbum van 1997.
Op 13 oktober 2012 kreeg Kooymans in het Arsenaaltheater in Vlissingen de Eddy Christiani Award uitgereikt (terug te vinden op YouTube). Deze prijs is een initiatief van SCOOP en wordt uitgereikt aan een nationale of internationale gitarist die zijn sporen heeft verdiend in het internationale popcircuit en evenals Christiani een inspirerende bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van de elektrische gitaarmuziek. Het was vooral erg leuk omdat de geruchten de ronde doen dat Christiani (die ondanks het feit dat hij tot een andere generatie behoorde, op plaat vaak Nederlandse popgroepen uit de nood heeft geholpen) ook op de eerste Golden Earrings-platen zou hebben gespeeld.
Sinds 2016 bracht George Kooymans platen uit en deelde hij het podium met Henny Vrienten en Boudewijn de Groot onder de naam Vreemde Kostgangers. Op 5 februari 2021 werd bekend dat George Kooymans lijdt aan de progressieve zenuwziekte ALS. Naar eigen zeggen was optreden voor hem niet langer mogelijk. Dit leidde tot de onmiddellijke opheffing van de band. Op het album Windveren uit 2022 van De Groot staat zijn nummer Hoe meer ik dichterbij kom.
Kooymans woont in Vlaanderen, met name in Rijkevorsel. Hij is sinds 1969 getrouwd met Melanie Gerritsen [de zuster van Golden Earring basgitarist Rinus Gerritsen] en heeft twee kinderen met haar. (Wikipedia)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.