Vandaag is het precies honderd jaar geleden dat in Antwerpen de legendarische acteur Nand Buyl werd geboren…

Toen hij in 2009 op 86-jarige leeftijd is overleden aan een hersenbloeding kon ik helaas geen stuk brengen over de man zelf. Ik zou uiteraard kunnen vertellen over hoe hij mijn jeugd heeft gekleurd, eerst als de schipper naast Mathilde en daarna als Axel Nort, maar daarover kunt u elders al uitgebreid lezen, ik heb daar niets speciaals aan toe te voegen. Toen ik daarna voor De Rode Vaan toneelrecensies verzorgde, was dit vooral in het Gentse en had ik dus weinig met Nand Buyl te maken. Die was immers op dat moment de leider van de Brusselse KVS. En hier zaten we met een probleem…
Het is niet het moment om bij een overlijden precies een mindere periode in herinnering te brengen, maar het is alleszins zo dat de KVS in die periode geen gunstige pers haalde (*). Wim Van Gansbeke doopte maandelijks zijn pen in een gifbeker om op Omroep Brabant verslag uit te brengen van alweer een première die hem tegenstond. En zo kwam het dat wij op De Rode Vaan niemand bereid vonden om als recensent op te treden. Op zo’n moment is het aan de eindredacteur (ik dus) om in te springen, maar ik vond de discrepantie tussen mijn inspanning (ik reed niet met de wagen dus ik moest telkens lange dagen op de redactie doorbrengen en dan laat in de nacht naar Gent sporen) en het uiteindelijke resultaat op de planken veel te groot, zodat ook ikzelf het niet lang heb volgehouden. Wie het daarna deed, kan ik me niet meer herinneren. Misschien wel niemand?
Toen hij de KVS had verlaten, ging Nand Buyl freelancen en zo heb ik hem in de jaren negentig dan toch een aantal keren aan het werk gezien, meestal in de Tinnen Pot. Dat was dan vaak samen met die andere Vlaamse theaterlegende Julien Schoenaerts, die toen – in tegenstelling tot Nand – al aan geheugenverlies leed, wat wel eens aanleiding gaf tot hilarische toestanden, zoals ik heb beschreven in mijn recensie van “De eenzamen” (of “Fragment de Théâtre” zoals Beckett het zelf had genoemd) in het Arcatheater.
En als ik het over hilarische anekdotes heb (ik herinner er nog eens aan dat Louis Paul Boon in een Snoecks uit de jaren zestig een oproep deed om een “literatuurgeschiedenis in annekedoten” te schrijven), mijn voornaamste herinnering aan Nand Buyl is iets heel speciaals. Het was ook in de tijd van De Rode Vaan (de jaren tachtig dus) en het was als ik me niet vergis naar aanleiding van een reportage die ik heb gemaakt over een soort van speelgoedmuseum dat in één van de Brusselse galerijen was gevestigd (op de Anspachlaan, geloof ik). Welnu, bij het betreden van die galerij merkte ik Nand Buyl op, die discreet stond opgesteld met zo’n typische regenjas en een deukhoed. Een soort kruising tussen een goedkope privédetective (Bob Hoskins in “Who framed Roger Rabbit?” zeg maar) en een potloodventer. Ondanks het feit dat hij me niet persoonlijk kende, knikte ik hem even toe met als onderliggende boodschap: “Ik heb je herkend, hoor!” Ik kreeg een korte hoofdknik terug, maar voor de rest moet ik zeggen “he stayed in character”. Ik weet niet wat hij precies van plan was (zich in een rol inleven? mensen observeren?) maar het was alleszins een zeer merkwaardige ontmoeting die mij altijd is bijgebleven.

Ronny De Schepper

(*) Bijvoorbeeld toen Nand Buyl “Trijntje Cornelis” van Constantijn Huygens regisseerde.

Een gedachte over “Nand Buyl (1923-2009)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.