Voor het eerst in 53 jaar zal de Dodentocht in Bornem, in de provincie Antwerpen, geen 100 kilometer lang zijn. Het traject wordt door de hitte ingekort tot 65 kilometer. Daardoor zal hij voor het eerst niet door Vlaams-Brabant lopen. Dat is beslist door de organisatoren in overleg met onder meer de FOD Volksgezondheid, politie, brandweer en de gemeente Bornem. De FOD Volksgezondheid zegt de teleurstelling bij veel getrainde wandelaars te begrijpen, maar wijst erop dat er rekening moet worden gehouden met het algemene risico bij deelnemers die niet getraind zijn. (VRT-NWS)

Ikzelf sprak in 1985 voor De Rode Vaan met de toenmalige organisator, die ik zowaar nog bleek te kennen van het college in Sint-Niklaas!

18 andre de clerck

Op vrijdag 9 augustus 1985 startte in Bornem voor de zestiende keer de internationale Dodentocht. Daarmee is deze organisatie van Wandelclub Kadee de oudste van « de drie klassiekers van de Belgische Wandel- en Joggingsport », zoals de Omloop Kluisbergen (mei, 14 afl., 50 km), de Nacht van Vlaanderen (Torhout, juni, 6 afl., 100 km) en de Dodentocht zelf worden genoemd. Samen vormen ze dit jaar trouwens voor het eerst de « super wandelcup », die dus ook die dag zijn beslag krijgt. Naast een individuele herdenkingstrofee, is dit vooral een wedstrijd tussen wandelclubs en het is dan ook hoofdzakelijk over de « handel en wandel » van deze clubs, dat we een gesprek hadden met André De Clerck, de leidende figuur achter de Dodentocht. Maar vooraf moesten we natuurlijk toch iets meer over de Dodentocht zelf vernemen…
“Weinigen zouden deze tocht overleven”
André De Clerck : Een tiental leden van jeugdhuis Kadee hier in Bornem nam in 1969 deel aan de Vierdaagse van Nijmegem. Met succes en met vermetele plannen keerden ze weer. Kadee ging een 100 km wandeltocht organiseren. « Honderd kilometer in 24 uur », een idee van een overmoedig fantazist, dachten velen indertijd. Weinigen zouden deze tocht « overleven ». Vandaar het naamkaartje : « Dodentocht ». Op 12 augustus 1970 trokken 72 deelnemers de weg op. Het succes ging daarna steeds in crescendo. Het toppunt van aantal deelnemers beleefden we in 1983 met 3208. Het is niet zo dat we alles zouden doen om toch maar jaarlijks meer volk te bereiken, maar het geeft telkens een warm gevoel te weten dat zovelen je werk en inzet appreciëren. De crisis is echter al aanwezig, benzine is peperduur, de werkloosheid slaat toe… redenen genoeg om te twijfelen aan de jaarlijkse stijging van het aantal deelnemers. In 1984 waren het er dan ook voor het eerst een beetje minder.
— Wie crisis zegt, zegt natuurlijk ook : financiële problemen. En om die te overkomen, doet men in de sportieve en in de culturele sector nogal eens beroep op sponsors…
A.D.C. :
Tot vorig jaar organiseerden wij de Dodentocht zonder enige vorm van sponsoring. Nu kunnen we dat inderdaad niet meer, maar we willen daarin toch niet zo ver gaan als b.v. Torhout waar men b.v. de beroemde Griekse loper Yannis Kouros naartoe haalde. Daar betreft het dan ook een wedstrijd, terwijl men bij ons niet enkel gehouden is aan een maximum-tijdschema (dat overigens erg ruim werd opgesteld), maar ook aan een minimumtijd van tien uren. Dat vinden wijzelf een heel redelijke tijd, aangezien dit neerkomt op een gemiddelde snelheid van 13 km/uur als je de tijd om te eten en naar de WC te gaan b.v. eraf trekt. Die richturen gelden ook voor onderweg. Zo moet men de eerste dertig kilometer in minimum twee uur en maximum zeven uur afleggen. Dat komt natuurlijk omdat elke controlepost een openings- en sluitingsuur heeft. Dat wordt telkens ook aangegeven. Als je in een bepaalde post arriveert, kun je daar aflezen om welk uur de volgende post opent en sluit. Er mag dus wel gelopen worden, maar men moet zich aan deze richtlijnen houden. Er is ook nog een andere methode, waarbij het parcours op voorhand niet wordt uitgepijld, maar waarbij men verplicht is een gids te volgen die dan meteen ook het tempo aangeeft, maar voor zo’n lange afstand is dat niet doenbaar om iedereen samen te houden. In feite komt het er dus bij ons op neer dat we enerzijds ons wel richten op « sportieve » wandelaars, maar dat anderzijds ook lolbroeken de tocht kunnen uitdoen. Zo komen hier jaarlijks een aantal Denen naartoe die worden gesponsord door een bepaald merk van bier en die hebben dan ook massa’s voorraden van het product van hun sponsor bij, die ze grotendeels ook zelf soldaat maken. Oorspronkelijk leidde de tocht immers via alle jeugdclubs van de streek en nu zijn er nog steeds « anciens » die deze herinnering min of meer levendig houden, maar dan door alle cafeetjes onderweg aan te doen.
« Als het Heizeldrama kijk-sport is, dan pas ik »
— Dat is wel in tegenspraak met de oorspronkelijk nogal afschrikwekkende benaming « dodentocht ». Maar dat is een evolutie die we wel méér meemaken de laatste tijd : een marathon volstaat niet meer, nu doet men aan triatlon, enz.
A.D.C. :
Dat is wel juist, maar het is duidelijk dat men daarin nu aan het overdrijven is. De Spartatlon b.v. : 250 km lopen ! In Australië is er zelfs een vijfdaagse. Je merkt dat ook aan de bonden. Wij zijn een van de eerste aangeslotenen bij de W.O.W.B., de West- en Oost-Vlaamse Wandelsportbond : toen waren er misschien duizend aangesloten leden, nu zijn het er over de tienduizend ! De wandelsport heeft een enorme « boom » gekend en dat zal er met de crisis zeker niet op verminderen. Wandelen is immers zowat de goedkoopste sport en fysiek is het één van de beste, zeker voor iets oudere mensen, maar jongeren kunnen dan nog altijd joggen. Het is ook een gezinssport : meestal zijn er per wandeling verschillende afstanden voorzien, zodat ieder er zijn voorkeur kan in terugvinden en de vertrektijden zijn dan zo opgesteld dat toch iedereen ongeveer tegelijkertijd gedaan heeft. Ik vind het dan ook erg jammer dat men bij de BRT daar zo weinig aandacht voor heeft. In een telefonische discussie heeft Carl Huybrechts mij eens verklaard dat dit doe-sporten zijn en geen kijk-sporten. Voetbal b.v. is een kijk-sport. En dan hebben we allemaal gezien wat er op de Heizel is gebeurd. Als dat kijk-sport is, awel proficiat dan. Als dat zaken zijn die via televisie moeten worden gestimuleerd, dan pas ik. Een ander argument is vaak dat het hier « gewone mensen » betreft. Maar wat zijn voetballers dan ? Supermensen ? Trouwens, als je maar wil toekijken, dan vind je bij die massa wandelaars toch wel steeds merkwaardige individuen die een beetje speciale aandacht waard zijn. Legendarische figuren als Pierre Lowie b.v. die ondertussen al gestorven is. Of die andere oude taaie van tachtig jaar, Siegfried Rehse, die ieder jaar overkomt uit Duitsland. Of die Denen. Trouwens, dat is ook min of meer de bedoeling van onze tocht, bewijzen dat mensen over alle grenzen heen met elkaar in vrede kunnen opstappen. Italianen naast Engelsen, laten we maar zeggen. En omgekeerd gaan wij ook naar hen toe : naar Unna in Duitsland, Biel in Zwitserland, Millau in Frankrijk en verder naar Denemarken, Oostenrijk, Tsjechoslovakije enz.
Maar om nu terug te komen op die benaming « Dodentocht », die heeft wel reeds voor andere incidenten gezorgd, ja. O.m. in verband met die deelname van die Denen moest ik eens contact opnemen met de Deense ambassade en daar werd herhaaldelijk de hoorn brutaal neergelegd als ik me voorstelde als de organisator van de Dodentocht. Later bleek dat men in Denemarken die benaming gebruikte voor de wegvoering van Deense joden e.d. naar Hitler-Duitsland. Men dacht bijgevolg met een lugubere grappenmaker te doen te hebben. We zitten trouwens elk jaar met de schrik dat er eens een dode zal vallen. Dat is al eens gebeurd, maar dan eerder in de marge, namelijk een begeleider die werd overreden.
« De meeste mensen worden liever geleid »
– Hoe zit dat nu juist met inschrijvingen e.d. ?
A.D.C. :
Er zijn voorinschrijvingen en daginschrijvingen, waarbij de prijs bepalend is, nl. 400 en 500 fr. Voorinschrijven kan tot 31 juli. Daarna kun je nog enkel op de dag van het vertrek inschrijven. Als beloning krijgt iedere aangekomene een bloem, een getuigschrift en een medaille. Enig is hierbij het systeem van toekenning, nl. dat van de opvolging : als iemand dit jaar voor de eerste keer aankomt, krijgt hij ook de eerste medaille, dus deze die werd gegeven in 1969, enz. Momenteel zijn er juist geteld zes medailles van de 15e uitgave overhandigd.
— Een en ander vergt natuurlijk ook een heel groot aantal medewerkers ?
A.D.C. :
Het jeugdhuis zelf — en mensen zoals ik die daartoe ooit hebben behoord — levert 400 medewerkers, het Rode Kruis 250, U.B.A., d.i. de Unie van Belgische Amateurzenders die voor de communicatie zorgt, heeft er 50. En daarbij komen natuurlijk nog mensen die inspringen op controleposten, vooral dan op het keerpunt in Strombeek, waar we veel hulp krijgen van de Singel-wandelaars. En voor dat ingewikkelde medaillesysteem kunnen we vanaf dit jaar rekenen op de medewerking van een computerfirma.
— Vertel me eens wat meer over die vereniging van wandelclubs ?
A.D.C. :
Ja, maar vooraf moet ik wel zeggen dat de wandelclub van Kadee zelf niet aan die strikte normen beantwoordt. Wij zijn eigenlijk gewoon een vereniging van mensen die graag wandelen, punt uit. We zetten ons in zekere mate dan ook af tegen de « officiële » clubs die hun leden « verplichten » om daar of daar te gaan wandelen, omdat ze daar punten kunnen verdienen voor de wisselbeker en dat soort zaken.
— Zoals bij het georganiseerde wielertoerisme, kortom ?
A.D.C. :
C’est ça, waarbij dan in plaats van « brevetten » lintjes worden uitgereikt na een aantal kilometers en zo. Persoonlijk vind ik dat nogal vervelend, want die parcours liggen vaak vast en na een paar keer heb je die dan wel al gezien ! (Wij brengen tussen haakjes dit jaar een heel nieuw parcours.) Ook wordt bij het begin van het jaar reeds het hele programma vastgelegd, zodat je nooit eens kan zeggen : laten we nu eens naar de Hoge Venen trekken of zo.
— Voor recreatief wandelen kun je dus eigenlijk nergens terecht, je wordt aan je eigen lot overgelaten ?
A.D.C. :
Persoonlijk verkies ik de vrije natuur in te trekken met kompas, stafkaart en lunchpakket omdat men daarvoor zelf creatief moet zijn. Maar ik moet vaststellen dat tal van mensen dit niet aankunnen. Zij worden liever geleid. Door een club of door wat dan ook. Dat heeft ook met financies te maken, want in clubverband kun je b.v. wel met een bus goedkoop ergens heen om daar te gaan wandelen. De lidkaarten zijn trouwens erg goedkoop, vooral omdat er « gezinslidkaarten » bestaan.
“Velen weten niet eens wat een runeteken is”
— Als er lezers daarin zouden geïnteresseerd zijn, tot wie kunnen zij zich dan wenden ?
A.D.C. :
Och, dat kan ook via ons secretariaat (Sint¬Amandsesteenweg 41, 2680 Bornem, 03/889.35.45), want anders zit je al meteen met het — typisch Vlaamse — probleem dat er hier twee bonden bestaan. Ik sprak reeds van de W.O.W.B., maar daarnaast was er ook nog de Nationale Wandelfederatie (N.W.F.), waar de « N » sedert het decreet nu staat voor « Nederlandstalig », die vooral in Limburg actief waren. Daarnaast zijn er trouwens ook nog een vereniging die nauw bij de VAB aanleunt en ook nog de Vlaamse Wandel- en Jogging Liga die o.m. aan de oorsprong ligt van die super wandelcup, waarover ik het nu nog niet eens wil hebben. Ieder van die twee hoger genoemde bonden heeft dan in de provincie Antwerpen een deel van de koek naar zich gehaald en zo zijn wij bij de W.O.W.B. terechtgekomen, aangezien het hier vlak over de Schelde, in Temse, reeds Oost-Vlaanderen is. Wel zijn er al verscheidene pogingen geweest — o.m. onder mijn impuls — om die twee bonden te verenigen, maar ja, je weet hoe dat gaat, dan zijn er twee voorzitters en twee secretarissen en twee penningmeesters en dan moet daar telkens iemand afstand van doen…
— Maar het betreft hier dus geen « ideologische » tegenstelling ? Want, iets wat nog niet ter sprake is gekomen, een pejoratief halo rond wandeltochten is toch wel dat er vaak ook door militairen en door extreem-rechtse figuren wordt aan deelgenomen. Op de Klompentochten in Nieuwkerken-Waas is het in dat verband reeds tot incidenten gekomen…
A.D.C. :
Bij ons ook. Je moet echter wel een verschil maken. Ik zie geen bezwaar in militairen die mee opstappen. We hebben wel als voorwaarde gesteld dat ze geen wapens mogen dragen, maar wel « vrijetijdsuniformen » of hoe noemen ze dat ? Zo zijn elk jaar Amerikaanse militairen uit Duitsland een attractie, vooral dan de zwarten. Indertijd hebben we echter wel nog last gehad met de VMO die als dusdanig wilde opstappen. Ondertussen is dat opgelost omdat ze buiten de wet werden gesteld, maar we moesten nu vaststellen dat zij inschreven onder de naam van een wandelclub uit Antwerpen, « De Beest ». Een naam die van zelfkennis getuigt, als je ’t mij vraagt. Maar zolang ze niets doen dat tegen de wet is, kan je er in feite niet tegen optreden. En dan zie je inderdaad soms nog deelnemers met op hun gordel of T-shirt een runeteken. Ja, wat moet je dan ? Ik denk dat de meeste mensen niet eens weten wat dat runeteken eigenlijk beduidt. Hoe dan ook, of het nu VMO’ers zijn of militairen, de reden dat ze daaraan meedoen is dat ze zich willen bewijzen. Al zitten er met name bij de militairen vaak heel wat loltrappers. Van die 150 Amerikanen bv. zijn er misschien dertig of veertig aangekomen, vaak hebben ze op voorhand reeds een beetje te veel gedronken of zo.
Zolang ze dan niet « de beest » uithangen, is dat voor ons dik in orde. Even kijken wat het volgende vrijdag wordt !

Referentie
Ronny De Schepper, Dodentocht: happy birthday sweet sixteen, De Rode Vaan nr.31 van 1985

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.