John Edward Williams (°Clarksville, Texas 29.8.1922 – +Fayetteville 3.3.1994) stamde uit een familie van landbouwers. Hij startte zijn schrijversloopbaan als journalist, behaalde een ‘Master of Arts’, studeerde daarna Engelse letterkunde om zo docent te worden aan de universiteit van Denver. In die hoedanigheid publiceerde hij een aantal vakboeken. In 1948 begaf hij zich op het pad van de bellettrie met een psychologische roman ‘Nothing but the night’.
Een jaar later publiceerde hij de eerste van twee bundels poëzie. In 1960 verscheen een werk waar de plot van gesitueerd was rond 1870, de tijd van de pelsjagers. Vijf jaren erna zag ‘Stoner’ het licht, gevolgd in 1972 door ‘Augustus’, een historische roman die in het Romeinse Rijk van Caesar en Marcus Antonius speelt. De onderwerpen van de vier werken op zijn naam zijn dus heel verschillend. In 1965 startte hij een literair tijdschrift op: ‘Denver Quarterly’. Gedurende zijn leven kon Williams niet op veel belangstelling van het grote publiek rekenen hoewel hij officiële waardering ontving: zijn laatste roman ‘Augustus’ werd in 1973 gehonoreerd met de ‘National Book Award’. Het zou tot 2006 duren, toen een heruitgave van ‘Stoner’ op de markt kwam, dat hij in een mum van tijd een populair en gewaardeerd auteur werd. Niet alleen in de USA maar in vele landen, getuige het feit dat zijn werken inmiddels in vijftien talen verkrijgbaar zijn.
‘Stoner’ verscheen in Nederlandse vertaling bij Lebowski Publishers, Amsterdam, 2013. Deze Nederlandse uitgever verkocht bij de eerste uitgave in 2012 in enkele maanden 100.000 exemplaren; dat jaar was het boek een bestseller in Frankrijk, Italië, Spanje en het bestverkochte boek in Israël. Arnon Grunberg: “Als u een boek wilt lezen dat uw leven zal veranderen, lees dan dit”. Een stortvloed van positieve, jubelende commentaren begeleidde de heruitgave van deze roman. Die, hoewel niet autobiografisch, toch nauw aansluit bij het leven van John Williams vermits hij zich situeert in en rond een universiteit waar hoofdpersoon William Stoner docent is. Hij is geboren als zoon van een boerenechtpaar, einde negentiende eeuw, en wordt naar de universiteit van Columbia gestuurd om een cursus landbouw te volgen. In de ban van een docent schakelt hij daar vrijwel onmiddellijk over op de studie literatuur om eerst een master te behalen en tenslotte doctor te worden en zelf aan dit instituut te doceren. Zijn leven, zijn loopbaan is uitgetekend. Inmiddels is hij gehuwd met Edith Bostwick, een meisje met rijkere ouders, wereldvreemd. Een relatie die wat haar betreft louter gestoeld is op het ontsnappen uit een eentonig, eenzaam bestaan. Uit de relatie wordt een dochter, Grace, geboren. In sneltreinvaart wordt de lezer het leven van Stoner binnengesleept. En dat gaat zo de ganse roman verder, een adempauze is zelden gegund. Williams verhaalt sec, het lijkt alsof hij aan onderzoeksjournalistiek doet – evenwel zonder daar expliciete commentaar aan te verbinden; de conclusies zijn de lezer voorbehouden. Dan doel ik vooral op wat hij verhaalt over wat zich afspeelt binnen de (enge) kring van de universiteit. De auteur benadrukt in een voorwoord dat dit alles trouwens niet uit de realiteit gegrepen is zoals hij deze ervaren heeft op de eigen werkplek, de campus van Denver. Het ganse systeem, de machtsstrijd, de hiërarchie, de naijver, achterdocht, corruptie, veten… Het college van de US mag ons vreemd zijn maar zoals het hier geschreven staat word je meegesleept in de sfeer dankzij de bijna roekeloze sfeerschepping en de haarscherpe tekening van de personages die tegen elkaar uitgespeeld worden. Haat zelfs, waarvan Stoner, en zijn heel tijdelijke grote liefde (een studente), het slachtoffer worden. Daarbinnen houdt ook een vriendschap stand. Terwijl we vanuit deze kleine wereld die de univ is ook een beeld gereikt krijgen op wat zich in de wereld afspeelt: de twee oorlogen, de depressie… hoe deze de studiegemeenschap raken, beroeren en toch ook niet. Het situeert het gebeuren in de tijd.
Naast zijn leven als docent, zijn studie (“studie is het leven zelf, niet een middel om een doel te bereiken” is zijn motto), zijn schrijven, is er het heel complexe huwelijksleven met Edith dat uitgebeend wordt. Williams observeert hun gedrag als bevinden ze zich in een laboratorium, het lijken wel proefpersonen van wie elke (gemoeds)beweging minutieus opgetekend wordt. Hij brengt verslag uit over alle handelingen en gedachten, over iedere stap in de relatie. En hoe hun dochter van baby tot zij, vroegtijdig zwanger, gehuwd haar ouders verlaat, de speelbal, de inzet is om tenslotte gekwetst haar gestoorde jeugd in alcohol te smoren. Hij was verliefd op haar, maar was dit liefde, nee die zou hij tenslotte leren kennen bij de studente – een relatie die gefnuikt werd door de maatschappij. En de andere liefde, als vader voor Grace, die uit wraak, kwaadwillig, geboycot werd door Edith. Deze heeft nooit van hem gehouden, hij was een toevlucht. Haar gedrag is steeds grilliger, zij vernedert Stoner, haar onverschilligheid wordt afkeer, haat zelfs. Hun dochter wordt een speelbal, zij zorgt er voor dat de intense relatie vader-dochter verbroken wordt. Pesterijen, ziekelijk gedrag… Communicatie is onbestaand in dit huwelijk, decennia leven hier twee mensen in stilzwijgen samen. Verzuurde levens! De balans zo overpeinst hij: “Ik kan me niet verheugen over de toekomst, niet met vreugde terugblikken”. Als zijn pensioen zich aankondigt is daar meteen het einde, kanker. En in schitterende bladzijden maken we een doodsstrijd, een afscheid van het leven mee. Deze pagina’s zijn een (bittere, pijnlijk schrijnende) parel. Huiveringwekkend mooi.
‘Stoner’ is een roman die je verslagen achterlaat. De troosteloosheid van deze levens, van deze relatie. De doem die over al de personages hangt. Ook de tekening van al de nevenfiguren, de bekrompenheid van al deze mensen, de weerzin die de samenleving, het samen-leven hier opwekt… Het is al te reëel geschetst, je ontkomt er als lezer niet aan omdat het zo indringend is weergegeven – sec, als een verslag, zonder commentaar, te levensecht. Gebed in de realiteit van een tijd waar ‘in de marge’ mensen sterven in de loopgraven of failliet uit een raam springen. Terwijl ergens, in een uithoek, alleen een ouderpaar, boeren zonder persoonlijke ambities, een glimp van oprechtheid, van zuiverheid laten zien. De wezenstrek die ze aan hun zoon, William Stoner, meegaven, een personage dat een icoon in de literatuur mag genoemd worden.
John Williams, auteur van vier zo diverse romans, docent literatuur… hoe staat hij tegenover het medium? In een interview in 1985 zei hij “…alsof een roman of gedicht iets is om bestudeerd en begrepen te worden, in plaats van ervaren. Alsof het een soort puzzel is. Mijn god, lezen zonder plezier is onzinnig.”
Johan de Belie