De Nederlandse politicus Jan Terlouw (foto Nationaal Comité 4 en 5 mei via Wikipedia) viert morgen zijn negentigste verjaardag. Als politicus (D66) interesseert hij me echter niet, wel als jeugdschrijver.
Zoals zovele andere schrijvers (Alan Alexander Milne, Willy Vandoorslaer…) vertelde Jan Terlouw iedere dag aan zijn kinderen een zelfverzonnen verhaal. Hij wist door hun reacties te peilen of de verhalen spannend genoeg waren (of juist té spannend) en wanneer de aandacht vastgehouden werd. Ook waren er verhalen waarnaar zijn kinderen de volgende dag terugvroegen en deze werden onderdeel van een reeks.
Op aandringen van zijn vrouw Alexandra van Hulst ging Jan Terlouw zijn zelfverzonnen verhalen publiceren. De eerste verhalenreeks die hij opschreef was De avonturen van Oom Willibrord, waarna zijn echtgenote deze verhalen opstuurde naar uitgever Van Holkema & Warendorf. Kinderboekenschrijver Paul Biegel werkte hier als adviseur en was enthousiast over de verhalen. Biegel gaf alleen aan dat een jeugdroman geschikter was als debuut dan een verhalenbundel. Terlouw was juist terug van een wetenschappelijk congres in Novosibirsk in Rusland en schreef Pjotr: vrijwillig verbannen naar Siberië, over een Russisch jongetje dat op zoek naar zijn vader door een groot deel van Siberië reist. Dit was tevens het eerste boek van Terlouw dat werd uitgegeven. Het kwam uit in 1970.
Terlouws boek Koning van Katoren werd oorspronkelijk door Paul Biegel en Van Holkema & Warendorf als te politiek gezien. Hierop bood Terlouw het boek aan de uitgever Lemniscaat aan, die het in 1971 uitgaf. Ook de volgende boeken van Terlouw werden voortaan bij deze uitgeverij uitgegeven. Oorlogswinter, dat in 1972 uitkwam, is gebaseerd op de eigen ervaringen van Jan Terlouw tijdens de Tweede Wereldoorlog en wordt gezien als zijn bekendste werk. Zowel Koning van Katoren als Oorlogswinter werden bekroond met een Gouden Griffel. Terlouw schreef Oosterschelde; Windkracht 10 om alle voor- en tegenargumenten tijdens de discussie over het openhouden van de Oosterschelde uit te leggen. Gevangenis met een open deur kwam uit in 1986. Dit boek schreef Terlouw nadat een van zijn dochters benaderd was door een sekte.
Terlouws politieke interesse schijnt door in zijn boeken. Zij stellen vaak eigentijdse problemen aan de orde, zoals het milieu, de politiek of de geschiedenis. Ook dringt in de boeken vaak de boodschap van de democratie, het vrije woord, het liberalisme en anti-extremisme door. Hij laat zien dat aan deze onderwerpen meer kanten zitten, dat je problemen van alle kanten moet bekijken voor je een beslissing neemt. Zijn hoofdpersonen zijn inventieve jongeren, die op een originele manier met die problemen omgaan. De jongeren leren veelal de zaken niet simpelweg te accepteren, maar kritisch te bekijken. Vaak is er een jongere aanwezig die het verkeerde pad op is gegaan en aan het eind van het boek besluit dat kritisch blijven denken toch het belangrijkste is. De opkomst van Terlouw als schrijver van jeugdliteratuur was aan het begin van de jaren zeventig, een tijd waarin geëngageerde jeugdliteratuur in opkomst is. De boeken van Terlouw worden hier over het algemeen ook toe gerekend.
In een interview in december 2012 vertelde Terlouw dat hij geen kinderboeken meer zou schrijven. Hij zag dat de wereld van de jeugd gevuld was met ‘computerspelletjes, twitteren en mobiele telefoons’: “Dat staat te ver van mij af. Als ik daarover moet gaan schrijven komt het gekunsteld over”. Ondanks deze uitspraken verscheen in 2016 toch weer een nieuw boek van hem, Het hebzuchtgas, een vervolg op Koning van Katoren.
Terlouw schreef in 1978 De Derde Kamer, een roman voor volwassenen over een fictieve partij. Daarnaast heeft Terlouw nog non-fictie geschreven voor volwassenen, waarvan het bekendste het politieke dagboek Naar zeventien zetels en terug is, lopend van 9 maart 1981 tot 5 november 1982.
Al vanaf het midden van de jaren tachtig schreef Jan Terlouw samen met zijn dochter Sanne Terlouw aan een jeugddetective. Nadat Terlouw naar Parijs was verhuisd, werd dit voortgezet als briefwisseling. Het werk ging echter niet snel en nadat Jan Terlouw commissaris van de koningin werd, had hij nog minder tijd. Sanne Terlouw heeft dit boek uiteindelijk zelf uitgebracht in 1993, als Het raadsel van de familie Liezekies onder haar pseudoniem Ike Smitswater. Na de pensionering van Jan Terlouw werd het samen schrijven weer opgepakt. Zo hebben ze vanaf 2006 samen zes boeken in de serie Reders & Reders geschreven. Dit zijn detectiveachtige boeken rond een vader en een dochter die samen moorden oplossen. Daarnaast hebben ze nog twee andere boeken geschreven: De Verdwenen Menora en In huis met een seriemoordenaar (over de seriemoordenaar Hans van Z.).
In 2016 schreef Terlouw samen met Jan-Willem Hoekstra de musical De Schatten van Deventer voor de musicalvereniging Deventer Jeugd Musical (DJM) ter gelegenheid van hun 50-jarig bestaan. In 2018 debuteerde hij als dichter met de bundel Gedichte gedachten bij Uitgeverij De Kring. (Wikipedia)