Ik heb een hekel aan “beroepsbrievenschrijvers”. En dan heb ik het niet over de vader van Walter Van den Broeck die net zoals mijn tante Jeanne de Grote Wereldleiders aanschrijft om hun aandacht te vestigen op deze of gene onrechtvaardigheid. Nee, ik heb het over die sjarels die haast dagelijks naar alle Vlaamse kranten hun opinie over ’t een of ’t ander opsturen. Rudolf Laplae uit Menen bijvoorbeeld die geen dag laat voorbijgaan om de N-VA aan te vallen, Bart De Wever in het bijzonder en de Vlamingen in het algemeen. De enige uitzondering is in mijn ogen Staf De Wilde, die zich daaraan ook soms wel eens wil bezondigen, maar die dat dan toch met waardevolle elementen en vooral in een prachtige stijl doet. Hij heeft het briefschrijven tot een kunst verheven. Dat zou ik van mezelf zeker niet durven beweren, vandaar dat ik slechts met mondjesmaat met een lezersbrief voor de dag kom. In het begin van de jaren tachtig heb ik me in De Gentenaar toch in een discussie gemengd die liep onder de titel “S.O.S. aan alle autorijders”. Het grappige was dat op dezelfde dag ook nog een brief van Juul Verhelst over hetzelfde onderwerp verscheen. Daarom geef ik hier onze beide brieven weer, met een korte redactionele reactie.
S.O.S. aan alle autorijders (4)
Hiermee wens ik te reageren op de lezersbrief van V. De Clercq (De Gentenaar van 19-3). De fietsende jeugd begrijpt niet genoeg welk groot gevaar ze loopt door zich roekeloos op de weg te begeven. Ergens is het wel waar dat ze door de stad moeten crossen, maar dat ligt dan aan de slechte staat van de weg met putten, kasseien en tramrails. En iedereen zal moeten toegeven, in een auto zie je en voel je dat niet zo.
Ik vind het niet fair dat de h. De Clercq de roekeloosheid van sommige fietsers gebruikt om zo het nerveuze en agressieve gedrag van enkele autobestuurders weg te moffelen. In mijn vorige brief (De Gentenaar 6-3) vroeg ik trouwens solidariteit en aandacht van de autobestuurders omdat wij fietsers meer gevaar lopen. Voor ons wordt weinig of niets gedaan. De overheid die ons ruimte kan geven denkt er gewoon niet aan.
Alles komt erop neer dat de fietsers ruimte gecreëerd willen zien, zodat ze apart kunnen rijden van het autoverkeer waar ze eigenlijk helemaal niet bij horen. Ook (brom)fietsers betalen miljoenen fr. taksen, maar er worden jammer genoeg alleen maar mooie autowegen aangelegd. Dat kan echt niet meer… wij betalen voor verkeersonveiligheid!
Ik neem het dus op voor al mijn lotgenoten, ook al besef ik dat wij soms noodgedwongen gevaarlijk fietsen. De h. De Clercq wil ik overigens aanraden tijdens piekuren eens op de fiets in plaats van met de auto door de stad te rijden. Zijn ervaringen hiermee verschaffen hem dan beslist een ander inzicht inzake de fietsersproblematiek.
J. Verhelst, Gent
S.O.S. aan alle autorijders (5)
De discussie over de veiligheid van de fietsers in de Gentse binnenstad (De Gentenaar van 19-3) gaat helemaal de verkeerde richting uit. Beide partijen (dus fietsers en chauffeurs) stellen zich tegenover elkaar op, niettegenstaande het de bedoeling is dat ze harmonieus in het verkeer worden opgenomen. Natuurlijk zijn er naast brave fietsers ook roekeloze, natuurlijk rijden er behalve voorzichtige chauffeurs ook snelheidsmaniakken rond. Daar gaat het echter allemaal niet om, dat helpt ons geen stap vooruit.
Waar het echt om draait is het feit dat in Gent de infrastructuur voor fietsers totaal onvoldoende is. Dan wil ik het nog niet eens over fietspaden hebben — aangezien die in een binnenstad inderdaad moeilijk aan te leggen zijn, wat nog niet betekent dat een aparte strook niet kan — maar wel over de tramsporen, zelfs ongebruikte, die veilig fietsen, vooral voor jonge kinderen en oudere mensen, totaal onmogelijk maken.
Er werd reeds op gewezen dat ook eenrichtingverkeer voor fietsers zeer lastig is. Een automobilist kan makkelijk een blokje om rijden, voor fietsers vergt dit veel meer tijd (bij regenweer kan dit belangrijk zijn) en vaak zeer gevaarlijke maneuvers. Bovendien is — naar ik meen in Leuven — intussen bewezen dat de veiligheid van fietsers gewaarborgd is, zelfs als zij als enige weggebruikers tegen eenrichtingverkeer in mogen rijden.
Waarom wordt er ten slotte niet gedacht aan bewaakte fietsenparkings (eventueel tegen betaling) op plaatsen waar dit nuttig kan zijn, b.v. de Blaarmeersen? Iedereen weet stilaan wel dat het niet volstaat een slot op je fiets aan te brengen om te beletten dat hij gestolen wordt. Vooral renfietsen worden met slot en al vaak in een auto gekieperd. Indien dat niet lukt, worden onderdelen gestolen of wordt de fiets uit balorige frustratie gewoon stukgetrapt.
R. De Schepper, Gent
N.v.d.r.: Zullen we de discussie hiermee als beëindigd beschouwen?