De Waalse zangeres Jo Lemaire viert vandaag haar 65ste verjaardag.
Eind jaren zeventig begon Jo Lemaire haar muzikale loopbaan met de new wave-groep Jo Lemaire & Flouze. De groep werd opgericht in 1977 door Jo Lemaire en haar toenmalige echtgenoot Philippe Depireux. In 1978 werden in eigen beheer twee singles uitgebracht, “Stakhanov” en “Thief Forever”. In 1979 volgde het gelijknamige debuutalbum Jo Lemaire + Flouze. De volgende single “So static” uit 1979 was redelijk succesvol. In 1980 volgde het tweede album Precious Time, met de gelijknamige single. Het was het derde album Pigmy World waarmee de groep in 1981 echt doorbrak. Met haar cover van Serge Gainsbourgs “Je suis venue te dire que je m’en vais” had ze zowel in België als de rest van Europa een grote hit. Flouze had in de loop der jaren een zeer wisselende samenstelling, muzikanten kwamen en gingen. Toen Flouze en Jo Lemaire uit elkaar gingen en er een echtscheiding tussen haar en haar man Philippe Depireux volgde begon ze met een nieuwe lei.
In 1982 verhuisde ze met haar nieuwe vriend Fa Vanham naar Bilzen in Limburg. Haar nieuwe album, Concorde (1983) werd een groot succes, zowel in Vlaanderen als Wallonië. De plaat bestond uit een Franstalige en een Engelstalige kant. Een jaar later lag een tweede, titelloos album in de platenzaken, geproduceerd door Jean-Marie Aerts. Het album deed niet zoveel, maar werd wel vrij goed ontvangen. Met haar derde soloplaat, “Stand Up” was Lemaire overgestapt van Phonogram België naar Polygram International. Deze Engelstalige plaat werd niet helemaal zoals zij hem bedoeld had en was weer wat minder succesvol. Sindsdien kende haar carrière afwisselend pieken en dalen.
Duelle (1990), een plaat vol sobere Franse chansons ging goud en werd een succes in Frankrijk. Datzelfde jaar zong ze voor het eerst in het Nederlands op de hommage-cd Turalura, waarop ze Will Tura’s “Heimwee naar huis” vertolkte.
Haar album Liverpool (1994) werd in de gelijknamige Britse stad opgenomen. De Britse soulzangeres Carmel was co-zangeres en producer.
In 1998 speelde Jo Lemaire een rol in de musical Brel Blues, een hommage aan de liedjes van Jacques Brel. Datzelfde jaar nam ze een plaat op waarop haar bekendste liedjes door Vlaamse schrijvers en muzikanten (waaronder Wigbert, Geert van Istendael, Benno Barnard) vertaald werden.
Een jaar later coverde ze tijdens haar concerten liedjes van Édith Piaf. Een van haar concerten belandde ook op cd en er werd een televisiedocumentaire rond gemaakt.
In 2000 toerde de zangeres met een concertprogramma langs Vlaamse scholen waar ze op een speelse manier de jeugd interesse en smaak voor de Franse taal trachtte bij te brengen. Het werd een succes waaruit twee cd’s volgen (“Eventail Junior”), gebaseerd op personages uit de strip Suske en Wiske.
In 2001 nam ze met producer Frank Duchêne (ex-Hooverphonic) en songschrijvers Michel Bisceglia en Ronny Mosuse het album Flagrants Délices op. De single “La saison des amours” was de voorbode van het album dat vol akoestische popsongs en enkele big band-nummers stond. (Wikipedia)