Placido Domingo werd volgens zijn manager geboren in Madrid op 21/1/1941, maar Montserrat Caballé beweerde altijd dat het 1934 was: “Anders was hij zes jaar jonger dan Pavarotti in plaats van een jaar ouder.” Makes sense to me, maar volgens Norman Lebrecht (“Requiem voor de muziek”, p.282) is deze aanpassing van de leeftijd van Domingo een zet vanuit het kamp van Pavarotti, waarbij men ervan uitging op die manier de illusie te verspreiden dat aan de loopbaan van Domingo dan ook eerder een einde zou komen dan aan die van Pavarotti. Dat is dus wel degelijk een illusie gebleken!
Maar of het nu 1941 of 1934 is, Domingo werd bijna letterlijk op de planken van een zarzuela-theater geboren, waar zijn beide ouders actief waren als zangers. Toen hij acht jaar was, richtten ze trouwens een eigen zarzuela-gezelschap op in Mexico. Domingo krijgt er wel een muzikale opleiding, maar ontpopt zich vooral als Latin Lover en zelfs zodanig dat hij zich op 16-jarige leeftijd reeds genoopt ziet tot een huwelijk met een medestudentin. Om in hun onderhoud te voorzien speelt hij piano in nightclubs en schrijft hij arrangementen voor populaire Mexicaanse zangers die Amerikaanse schlagers kopiëren. Zo is hijzelf in het achtergrondkoortje te horen van de Mexicaanse versie van “Put your head on my shoulder”.
Het huwelijk houdt overigens niet lang stand. Alhoewel hij ondertussen een opleiding volgde als dirigent bij Igor Markevitch, ontdekt hij zijn vocale kwaliteiten. Hij gaat in 1959 bij de opera van Mexico City solliciteren als bariton en wordt aangeworven als tenor (in de 21ste eeuw zou hij uiteindelijk toch bariton-rollen zingen). Het wordt overigens geen sprookje, zelfs niet als hij in 1961 moet invallen voor Alfredo in “La Traviata”. In 1962 krijgt hij wel een contract bij de opera van Tel-Aviv, waar de sopraan Marta Ornelas zoveel talent in hem ziet dat ze haar eigen carrière aan hem opoffert.
Zij raadt hem ook Franco Iglesias als leermeester aan. In de beginfase van zijn carrière was Placido Domingo immers zo onzeker dat op een bepaald moment voor de aria “Di quella pira” William Lewis in de orkestbak gereed werd gehouden, mocht hij het uiteindelijk niet aandurven. Uiteraard was het niet nodig.
Rolf Liebermann haalt hem naar de Hamburgse Staatsopera, waar hij zijn Europese erkenning krijgt met Cavaradossi in “Tosca”. In de VS beleeft hij zijn doorbraak als hij in 1968 in de Metropolitan Opera van New York mag invallen voor Franco Corelli als Maurizio in “Adriana Lecouvreur”.
Maar dit was uiteraard niet zijn eerste optreden in de VS. Integendeel, hij had zich op dat moment reeds opgeworpen als de belangrijkste tenor van The New York City Opera in producties zoals “Don Giovanni”, “Carmen”, “La Bohème”, “Tosca”, “Madama Butterfly”, “I Pagliacci”, “La Traviata” en “Les contes d’Hoffmann”.
In 1975 zong hij voor de eerste maal “Otello”, nadat hij op plaat zijn Wagner-debuut had gemaakt met een opname van “Die Meistersinger”. “Otello” is voor hemzelf de draaischijf geweest. Van dan af is hij zijn stem technisch helemaal meester en gaat hij zich meer toeleggen op tekst-interpretatie.
Op dat ogenblik omvat zijn repertoire 380 opera’s! Eind 1992 voegde hij daar vrij onverwacht het Wagner-repertorium aan toe met de rol van Siegmund (“Die Walküre”) in de Weense Staatsoper. Daarnaast is hij ook actief in het “lichte” genre, b.v. de elpee met John Denver of de musical “Goya, a life in song” en natuurlijk ook het zarzuela-repertoire van zijn ouders. Zijn knap voorkomen (wat niet van alle tenors kan worden gezegd…) stelt hem ook in staat vele filmrollen voor zijn rekening te nemen (La Traviata, Otello, Les Contes d’Hoffmann). En tenslotte is hij nooit te beroerd om zich in te zetten “voor de goede zaak”, zoals de slachtoffers van de aardbeving in Mexico. Hij heeft ook een autobiografie gedicteerd: “My first fourty years”.
In augustus 1993 zong hij de titelrol in “Parsifal” op het Festival van Bayreuth in een regie van organisator Wolfgang Wagner en onder een muzikale leiding van James Levine. Zijn tegenspelers waren Hans Sotin (Gurnemaz), Bernd Weikl (Amfortas), Franz Mazura (Klingsor) en Deborah Polaski (Kundry). Domingo had het jaar daarvoor reeds de rol in New York ingestudeerd onder de leiding van James Levine, hem daarna hernomen in Wenen en in de Scala van Milaan met Riccardo Muti en op het vorige festival heeft hij hem zelfs reeds twee maal gezongen, maar zonder er veel ruchtbaarheid aan te geven.
In zijn eigen wedstrijd zingt hij gelukkig toch nog altijd het meeste Verdi. In 1993 bekroonde hij drie sopraantjes, die hij dan eens lekker tegen zijn gilet kon trekken, en ook één Koreaanse bas – om de schijn te redden allicht.
Alle gekheid op een stokje, Domingo doet dat zeer goed. Hij legt vooral de nadruk op het invoelen, op het acteren zeg maar, zelfs bij de concertante versies die hij met zijn laureaten bracht tijdens het galaconcert.
In juli 1996 volgde hij Martin Einstein op als artistiek directeur van de opera van Washington. In het begin van 1997 was hij te gast in de opera van Luik – als gewone bezoeker wel te verstaan – toen zijn vrouw Marta Ornelas er “La Traviata” regisseerde. Toch wisten de roddelbladen ons te vertellen dat hij eigenlijk een relatie had met de 21-jarige Roemeense conservatoriumstudente Alexandra Coman. Niet te verwarren met Alexandra Colen. Al zou die misschien wel een uitzondering maken voor Domingo, die naast een rokkenjager (hij werd reeds gesignaleerd met o.a. Gina Lollobrigida, Audrey Landers en Julia Miguenes) ook een fervent anticommunist is. “De keuze van de Poolse Paus was volgens mij het begin van het einde van het communisme en ik ben daar erg blij om,” vertelde hij tegen Jan Neckers.
Ronny De Schepper
Hierbij de biografie van Domingo’s moeder, Pepita Embil. Ten tijde dat volgens sommige (waaronder u) Domingo werd geboren trad zij op in diverse Europese landen en kende zij haar toekomstige man zelfs nog niet, dus lijkt mij dat 21 januari 1941 meer geloofwaardig is dan 1935!
LikeLike
sorry, vergeet ik de url… komt door de irritatie over de zoveelste leugen over de leeftijd van Domingo
https://nl.qaz.wiki/wiki/Pepita_Embil#Biography_and_career
LikeLike
Het zal mevrouw Caballé blijven achtervolgen tot in haar graf!
LikeLike