In de jaren negentig wilde CVP-volksvertegenwoordiger Jos Ansoms café’s en discotheken verplichten de deuren om twee uur te sluiten. Voor het jongerentijdschrift “Graffiti” ging ik destijds na wat cafébazen daarvan vonden… (*)

Opvallend was dat nogal wat cafébazen de maatregel gunstig gezind waren… voor wat hun eigen gezondheid aanbelangt. Freddy van het Gentse café De Kassei stelt het zo: “Als je vanaf negen uur ’s morgens open bent tot ’s nachts één uur, dan werk je zestien uur per dag. Dat kan volstaan, zeker?” Voor het overige ziet hij ook geen problemen, maar dat komt omdat, zoals hijzelf zegt, De Kassei een “volkscafé” is. “De meeste mensen komen rond vijf, zes uur thuis en hebben dan nog tot een uur of tien de tijd om een pintje te komen drinken, want ’s anderendaags moeten ze opnieuw gaan werken. In het weekend ligt dat misschien wel enigszins anders, maar ook dan heb ik geen klanten die lastig doen wanneer ik om één uur de deuren sluit. Dat is een gewoonte geworden, laat ik het zo zeggen. Ik ben daar ook zeer consequent in, of ik nu nog met één klant zit of met twintig.”
Café’s die echter b.v. van studenten moeten leven, zitten wél met een levensgroot probleem. Marleen van de “Ad Fundum” uit de beruchte Overpoortstraat in Gent houdt haar hart vast: “Wij zijn normaal gesproken open tot vijf uur, halfzes. Het uitgaansleven komt hier immers maar om tien, elf uur ’s avonds op gang. En als we geen alcohol meer zouden mogen schenken, dat zou al evenzeer een streep door onze rekening zijn. En nochtans wat is het nut van zo’n maatregel? De studenten zitten hier allemaal in de buurt op kot, die rijden dus niet met de auto!”
Een beetje verder, maar ook nog volop in het studentenkwartier, treffen we café Artevelde aan. “Broodroof, dàt is het,” zo stelt Irena kort en krachtig. Bovendien zijn vele van die studentencafé’s in het weekend eigenlijk niet open. Artevelde is ’s zondags gesloten en ’s zaterdags komt er ook een ander publiek dan tijdens de week. Dan zijn er wél autobestuurders bij, maar toch ook weer niet zo veel. “Als je ziet dat ze genoeg hebben, dan zou ik zeker geen alcohol meer bestellen,” zegt Irena, “maar om dat nu in een wet te gieten… Ikzelf ben niet de eigenaar van dit café, ik werk hier gewoon. Als ik dan tot één uur heb gewerkt, dan zou ik nauwelijks nog iets mogen drinken na mijn dagtaak, dat is toch belachelijk?”
Wat de alcoholvrije nachten betreft, horen we steeds weer dezelfde opmerking: “Wie gaat dat controleren? Zeker nu het alcoholvrij bier stilaan ingang begint te vinden. Dan geef je toch iemand een gewone pils in een glas van alcoholvrij bier zeker!”
UITGAANSCULTUUR GEWIJZIGD
De Barney’z is the place to be in het Gentse. Vooral dan in de vroege uurtjes. Groot is dan ook onze verwondering als de uitbaatster Michèle zegt dat ze zo’n sluitingsuur wel ziet zitten. Het blijkt echter dat ook zij, net als zovele van haar collega’s, eigenlijk al eens wat vroeger in bed zou willen liggen. Maar anderzijds…
“Anderzijds is het hier in Gent mode geworden om slechts rond middernacht of zelfs één uur te beginnen uitgaan. Als de jonge mensen dus hun gewoonten niet veranderen en die wet er zou komen, dan mogen wij de zaak gewoon sluiten, zo simpel is dat. Maar als iedereen om acht uur zou beginnen uitgaan en om één uur weer terug naar huis, zodanig dat wij om twee uur kunnen sluiten, dan zijn wij daarmee perfect tevreden. Vandaar ook dat ik die maatregel om geen alcohol meer te schenken na twee uur maar een domme maatregel vind. Niemand gaat immers nog uitgaan, als men niet mag drinken. En de jeugdkategorie die men er precies mee viseert, die drinkt nù al minder alcohol. Wij verkopen meer cola dan bier. En de meisjes drinken Vittel voor de lijn.”
En wij die dachten dat de jongste rage bij de jeugd cocktails waren?
“Dat is alweer voorbij. Sedert twee, drie jaar zitten we duidelijk weer in een crisisperiode. De jeugd geeft niet zoveel geld meer uit als een paar jaar geleden.”
Volgens Michèle is dat ook één van de oorzaken van de gewoonte zo laat uit te gaan.
“Dat is natuurlijk zeer streekgebonden. In de dorpen bestaat dat niet. Maar in de grootsteden is dat erg. In Antwerpen en Brussel gaat men zelfs nog làter uit dan in Gent. En hoe dat komt? Kijk, discotheken zijn duur geworden. Men moet betalen om binnen te mogen, de drankjes zijn duur. Ik heb dus de indruk dat men zich vooraf thuis of in de bioscoop een beetje ‘opwarmt’. Nee, het zijn zeker niet de jongeren die veel drinken. Wij hebben ook nog een café en daar komt een ouder publiek, laten we zeggen tussen 25 en 40 en die drinken zeer veel. Al is ook dat zeer streekgebonden, want vroeger hadden wij een dancing in Waregem. Toevallig zijn we daar vorige week nog eens geweest en daar wordt er dus wél heel veel gedronken. En dat komt omdat Waregem in een rijkere streek ligt. Daar wonen veel meer zelfstandigen en zakenlui. Hun kinderen beschikken dan ook over veel meer geld.”
Misschien drinkt men er ook meer omdat men er de gewoontes van de grootstad nog niet heeft overgenomen? Dat wilden we even checken bij de heer Lapeige van de Krypton in Zottegem…
“Meer Vittel dan bier? En gij gelooft dat? Misschien zegt men dat omdat men speciaal reclame wil maken voor Vittel! Ik zou eerder zeggen: integendeel. Het lijkt me toch logischer dat er in de stad meer wordt gedronken dan op de buiten, aangezien de verplaatsing veel kleiner is.”
HOOLIGANS
En wat vindt hij van het wetsvoorstel zelf?
“Ik kom pas van een vergadering met de voornaamste discotheken uit Oost-Vlaanderen. Uiteraard zijn wij daar tegen. En niet enkel uit eigen winstbejag, want als iederéén moet sluiten, dan geldt dit natuurlijk ook voor de concurrentie. Maar denk eens even na: als om twee uur de deuren dichtgaan, dan staat iedereen op straat en gaat dat een chaos van jewelste geven. Bij ons zijn dat b.v. zes à zevenhonderd auto’s. Men mag gerust veronderstellen dat de jongeren dan drank hebben meegebracht, zodat ze blijven hangen in garages of weet ik veel, zodanig dat de omwonenden veel meer last hebben van nachtlawaai. Bij ons gedragen de meesten zich kalm, want wie al dronken is, mag er niet in en wie dronken wordt, die bieden we gratis koffie aan. Ik denk dus dat dit voorstel ontsproten is uit de geest van iemand die in de belangstelling wil komen, maar die verder niet heeft nagedacht over wat dit nu eigenlijk allemaal inhoudt. Wat gaat er b.v. gebeuren met trouwfeesten of met het bal van de burgemeester en dergelijke toestanden? En heeft hij ook al eens nagedacht of er geen verband bestaat tussen het feit dat zo’n sluitingsuur in Engeland wel van kracht is en dat dit juist het land is van de hooligans? Daar is men het immers gewoon om overal drank mee naartoe te nemen. En ze drinken ook sneller. Want geeft men jongeren een bepaalde som mee om uit te gaan, dan doen die dat geld sowieso op. Als het dus op een kortere tijdsspanne moet, dan gaat men gewoon sneller drinken. Ofwel heeft men flessen drank gekocht, men neemt wat meisjes mee en men trekt ermee naar de garage of naar het huis van iemand wiens ouders niet thuis zijn. Het gevolg gaat dus juist het omgekeerde zijn van wat men beoogt.”
En geen alcohol na twee uur?
“Luister, ik heb voor de kerstperiode vijf bussen gehuurd van de buurtspoorwegen, zodat de Krypton-bus kan rondrijden in Oudenaarde, Brakel, Wetteren enz. De mensen worden opgehaald en krijgen met hun ticket zelfs een consumptie gratis. Dat kost me ongeveer een half miljoen. Dat heb ik ervoor over. Op zich heb ik dus ook niets tegen zo’n maatregel. Maar wie gaat dat controleren en hoe? Men gaat tien keer meer politie nodig hebben! Het zal erop gaan lijken alsof de avondklok is ingesteld!”
MAAKT MEN ONS BLAASKES WIJS ?
Allemaal voorbeeldige cafébazen dus. En het wordt nog erger. De jongeren die we met een toevalsfactor die werkelijk maximaal was, uithoren over hun uitgaansgewoonten, zijn ook al zo’n engeltjes. Soms hadden we zelfs de indruk dat men ons blaaskes aan het wijsmaken was. Want als iedereen zo braaf en verstandig is, waar zit dan eigenlijk het probleem? We hebben dan ook slechts een paar getuigenissen overgehouden.
Nancy is ons eerste slachtoffer. Ze is pas achttien geworden en studeert voor verpleegster. De laatste tijd gaat ze niet veel meer uit, zegt ze. Ha? Hoezo, Clouseau? “Wel, ik heb ruzie gemaakt met mijn vrijer.” Ja, dàt valt natuurlijk buiten het bestek van dit artikel. Maar wat als alles weer in orde komt of als ze een nieuwe vrijer zal hebben? “Och, het interesseert me niet meer. We gaan alleen af en toe nog eens snookeren.” Enfin, snookeren of niet, wordt er met de wagen gereden? Jawel, Abdel, en dan nog wel door de vrijer in kwestie. Ha! En ruzie gekregen omdat hij dronk zeker? “Nee, hoegenaamd niet, hij drinkt NOOIT als hij met de auto rijdt.”
Hoe kun je nu met zo’n voorbeeldige jongen ruzie maken? Maar kom, dat zijn onze zaken niet. Over naar de volgende.
François Bovendaerde is fabrieksarbeider en de twintig reeds gepasseerd. Bij hem vinden we dan ook het bekende verschijnsel: vroeger ging hij veel meer weg dan nu. Hij was dan wel actief in een jeugdclub in een volkse buurt (de Gentse Muide) en heeft blijkbaar reeds nagedacht over het probleem: “Het opleggen van een sluitingsuur gaat de drankgewoonten bij sommige jongeren zeker niet veranderen. Men zal eventueel vroeger beginnen drinken, maar men zal het er zeker niet voor laten. De factor gezelligheid speelt immers een doorslaggevende rol. Daarom dat ik ook tegenstander ben van die maatregel om geen alcohol meer te schenken vanaf een bepaald uur. Tenslotte rijdt niet iedereen die uitgaat met de wagen! En daarbij, als men met de auto rijdt, mag men geen alcohol drinken, punt uit. Of dat nu voor twee uur is of na twee uur, dat maakt toch niks uit? Men zou dan ook veel eerder aan een betere rijopleiding moeten werken, dat kan dan misschien door de leeftijd te verlagen, zoals dat in de Verenigde Staten het geval is, maar de discipline zou tegelijk ook moeten verhogen, en dat kan dan in de hand worden gewerkt door meer controles in de buurten waar er veel uitgaansmogelijkheden zijn. En een betere organisatie van het openbaar vervoer zou natuurlijk ook al een hele stap vooruit zijn.”
Als hij zelf weggaat is het meestal wel later dan twee uur vooraleer hij weer in zijn bed ligt. “Ik ga wel degelijk weg met de wagen, maar vooraf maak ik met mijn vrouw een afspraak wie er die avond gaat rijden. En als ik alleen ga, dan matig ik wel mijn drinken. Al denk ik wel dat ik dan teveel drink volgens de officiële normen.”
Eindelijk eens een eerlijk antwoord. In François’ buurt bevinden zich ook twee dancings. Daarom toch ook even een vraagje over nachtlawaai. “Ons huis is nogal goed geïsoleerd,” lacht hij, maar hij geeft toch toe dat, aangezien hij op een kruispunt woont, hij vaak ’s nachts auto’s door het rode licht hoort scheuren. En diegenen die zich toch aan het verkeersreglement houden, laten vaak hun stereo-installatie luidruchtig spelen. Bij een eventuele verplichte sluiting om twee uur verwacht hij evenwel juist méér lawaai. Dan gaan ze immers allemaal tegelijk naar huis. Maar hij kan er nog mee lachen: “Dan krijgen we als het ware een piekuur!” is zijn besluit.
Tot besluit spraken we met Nathalie. Ze is achttien en studeert voor haarkapster. Hier hebben we prijs. Denken we. ’s Zaterdags gaat ze tot drie, vier uur uit, met drie, vier wagens, waarin in totaal een tiental jongeren hebben plaatsgenomen. Hét prototype als het ware. Maar…
“Wie aan het stuur zit, drinkt in het begin van de avond misschien twee pintjes, maar nadien schakelt hij over op niet-alcoholische dranken,” zegt Nathalie. Ze bevestigt ook nog eens wat we al wisten: de meeste jongeren vertrekken pas rond elf uur en om twee uur is het feestje dan ook zowat op z’n hoogtepunt. Geen alcohol meer op dat uur heeft dan ook geen zin: “Wie toch wil drinken, die zal dan naar een privé-club gaan.”

DRUGS

“Als men in de dancing-sector niet dringend het kaf van koren gaat scheiden, dan gaat de sector definitief ten onder aan het drugprobleem. Een aantal discotheek-eigenaars ziet dit gelukkig in”. Dat zegt Brice De Ruyver, professor criminologie aan de Gentse universiteit, in een gesprek met “Het Laatste Nieuws”.

“We staan volop voor nieuwe ontwikkelingen wat het recreatief druggebruik betreft, met een explosie van nieuwe middelen. Het wordt dan ook bijzonder moeilijk om nog zicht te krijgen op de onmetelijke stroom van de designer-drugs (bv. XTC). Het beste dat er zou kunnen gebeuren, is dat de sector van binnenuit via initiatieven als Quality Disco wordt uitgezuiverd. Hierdoor kan je uiteindelijk voor een groot deel het kaf van het koren scheiden. Op die manier kan de overheid ook de repressieve inspanningen naar het kaf richten”.

Brice De Ruyver laat er geen twijfel over bestaan dat het toegenomen gebruik van de zogenaamde designerdrugs inherent is aan de house-cultuur. Sommige dancinguitbaters spelen op deze cultuur in en buiten dit commercieel uit, met als gevolg dat ze ook de kwalijke neveneffecten in hun exploitatie gaan verwerken. Deze uitbaters kiezen voor het korte profijt.

Daartegenover staat gelukkig een grote groep andere dancinguitbaters die eerder kiezen voor stabiliteit en een minder explosieve winstafname. Maar het zijn juist zij die stilaan ten onder gaan aan die trendfenomenen. Toch stelt prof.De Ruyver zijn hoop op deze laatste groep, omdat anders de hele sector ten onder dreigt te gaan.

“Zij hebben er bewust voor gekozen om op een redelijke basis de sector van binnenuit te saneren,” zegt hij. “Die uitbaters zullen er misschien niet in lukken om hun dancing 100% drugsvrij te krijgen, maar door een zeer kordaat optreden kunnen ze wel het gros van het druggebruik buiten houden.”

Het valt zelden voor dat SP-parlementairen voorstellen lanceren om de zelfstandigen vooruit te helpen. Daarom vielen we bijna achterover toen Paul Pataer suggereerde dat de dagbladhandel een zeer geschikt verkoopkanaal zou zijn voor gelegaliseerde soft drugs. Deze reactie volgde kort op de bekendmaking van resultaten van een studie door het onderzoeksbureau Coopers & Lybrand. Daaruit bleek dat de dagblad- en tabaksverkopers zware tijden doormaken. Een derde van de dagbladhandels ziet zijn omzet immers dalen door de terugval in het tabaksgebruik. Daardoor hebben volgens de studie zo’n vijfhonderd mensen hun werk verloren. Paul Pataer stelt nu dat de dagbladverkopers dit inkomstenverlies zouden kunnen compenseren door de verkoop van soft drugs.

“Ik volg de drugproblematiek al enige tijd,” aldus de senator in “De Morgen”, “en mijn standpunt is dat we soft drugs uit de gerechtelijke sfeer moeten halen. Als je die lijn volgt en weet dat de dagbladverkopers in serieuze problemen zitten, is het misschien de moeite om na te gaan of de verkoop van soft drugs die dalende lijn niet kan ombuigen. In Nederland is de verkoop via koffieshops niet ideaal gebleken. Veel koffieshops veroorzaakten nogal wat overlast. Bovendien hielden sommigen zich niet aan de door de overheid opgelegde voorwaarde om geen alcohol te verkopen. Voorts hoeven ze op de softdrugsverkoop geen belasting te betalen, wat nogal wat ongenoegen oproept bij de Nederlandse tabakshandel. Dergelijke problemen kunnen met de verkoop via de dagblad- en tabakshandel misschien voorkomen worden, want de dagbladhandel is een betrouwbare en makkelijk te controleren sector.”

Pataer waarschuwde de dagbladhandelaren wel tegen al te hooggespannen verwachtingen, want wanneer soft drugs gelegaliseerd worden, zal de overheid er ongetwijfeld onmiddellijk een forse taks op heffen, waardoor de extra winsten grotendeels zullen tenietgedaan worden. Want het zijn juist de accijnzen en belastingen die voor rookartikelen 75 procent vertegenwoordigen, die oorspronkelijk voor de problemen zorgden!

De Vlaamse Federatie van Persverspreiders, in wier blad “Aktie” Pataer zijn voorstel lanceerde, is het idee niet ongenegen. Er werd in het nummer een enquête-formulier opgenomen waarin de dagbladwinkeliers hun mening over het voorstel kwijt kunnen. “Voor ons is het een totaal nieuw gegeven,” aldus V.F.P.-voorzitter Eric Tommelein eveneens in De Morgen. “Vandaar dat we de dagbladverkopers zelf naar hun mening hebben gevraagd. Gezien het laagdrempelige karakter van de dagbladwinkels zouden wij misschien het ideale verkoopskanaal kunnen zijn. Soft drugs kunnen een goed alternatief vormen voor de teruglopende tabaksverkoop. Anderzijds moeten we natuurlijk opletten waar we aan beginnen. We moeten zeker weten dat de uitbaters geen gevaar lopen voor overvallen. Persoonlijk zou ik wel bereid zijn soft drugs te verkopen, vooropgesteld dat ze legaal worden natuurlijk.”

De Belgische Cannabis Consumenten Bond is gematigd positief over het voorstel van Pataer. “Het zou misschien een idee zijn om voorgerolde joints via de krantenwinkels te verkopen,” zegt woordvoerster Denise Aerts in DM. “Dat sluit ten slotte goed aan bij de sigarettenverkoop. Maar de verse weed en shit zou ik toch liefst in een koffieshop kopen. Daar hoort toch een babbeltje aan de toog bij.”

Referenties
Ronny De Schepper, Verplicht sluiten om twee uur? Een averechts effect, Graffiti januari 1991
Ronny De Schepper, Café’s en dancings: verplicht sluitingsuur? Zelfstandig jg.1 nr.6, september 1993

(*) Toen ik in het begin van de jaren negentig voor het blad “Zelfstandig” werkte, waarvan Piet Lampaert de hoofdredacteur was, hebben Piet of ikzelf een medewerker gecontacteerd die ons voorzag van cartoons. Jammer genoeg weet ik niet meer hoe deze mens heette of wat zijn pseudoniem was.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.