Het is vandaag al 25 jaar geleden dat de (Oost-)Duitse auteur Heiner Müller is gestorven.

Na de Tweede Wereldoorlog genoot de D.D.R. een groot moreel aanzien. Groter dan de Bondsrepubliek alleszins waar prominente nazi’s als Globke en Kiesinger vrij snel tot de hoogste staatsambten konden doordringen. Een groot deel progressieve (niet enkel communistische) intellectuelen kozen er dan ook bewust voor om aan dit veelbelovende experiment mee te werken. Mensen als Anna Seghers, Bertolt Brecht, Arnold Zweig, Peter Hacks, Stefan Heym en Hanns Eisler vestigden zich opzettelijk in de D.D.R.
Heiner Müller van zijn kant is weliswaar niet van west naar oost overgelopen, maar als zijn vader in 1951 het hazenpad kiest naar het westen, blijft Müller bewust achter. Ook hij ontpopt zich in de jaren vijftig als een soort van partij-ideoloog (“Traktor”), maar naderhand zal de zachte kritiek op de inefficiëntie van de overbureaucratisering de overhand beginnen krijgen, tot hij, mede onder invloed van Artaud en Lautréamont, uiteindelijk nihilistische en uitgesproken pessimistische stukken gaat schrijven.

Is het dan ook auteur Heiner Müllers schuld dat « De Opdracht » in Arca (Gent) een miskleun is geworden ? Niet helemaal. Müller heeft geen boodschap meer aan het « traditionele » theater dat hij in één klap maar samenvat onder de noemer « naturalistisch ». Hij schrijft niet meer voor een publiek maar voor het theater, verklaart hij zelf.
Toch zou een gewetensvol regisseur hier nog weg mee weten. Het « nieuwe » van Müller bestaat immers enerzijds in het oude truukje van het dooreenhaspelen van de chronologie (maar dit gebeurt op een vrij logische en dus begrijpelijke manier) en anderzijds in het tussenvoegen van monologen die aan het geheel een « diepere betekenis » zouden moeten geven maar in de grond enkel oeverloos gelul zijn. Dus, de schaar erin, zou een normaal mens voorstellen.
Niet zo echter de heren Gilis en Dehert, die de handen in elkaar hebben geslagen om Müllers fouten precies dik in de verf te zetten. Oh jawel, er waren een paar knappe vondsten bij. De opening met een blik op het decorontwerp van Mark Cnops is zelfs overweldigend en laat het beste veronderstellen. Maar dat wordt dan al meteen deskundig de grond ingeboord met de openingsdialoog tussen Mark Verstraete en Jo Decaluwe (himself, inderdaad). « Abstract acteren » noemden de heren regisseurs dit op een persconferentie. Dat houdt dan gewoon in dat je tijdens wat je zegt gebaren maakt die op niets slaan, een techniek die gelukkig niet het gehele stuk wordt aangehouden maar toch genoeg terugkeert om verschrikkelijk te irriteren.
Dit alles bij elkaar genomen is het nog verwonderlijk dat Mark Steemans een prachtige acteerprestatie aflevert als Debuisson, de intellectueel die met de hulp van de boer Galloudec (Decaluwe) en de gewezen slaaf Sasportas (Bert Van Tichelen) een slavenopstand moet ontketenen op Jamaica in opdracht van de Franse republiek. Maar nog vóór het zover is heeft Napoleon zichzelf de keizerskroon opgezet, heeft Beethoven de opdracht van zijn « Eroïca » verscheurd en heeft de revolutie haar eigen kinderen opgevreten. En dit is natuurlijk de Boodschap. Heiner Muller is namelijk een DDR-auteur, moet u weten. Hij zou daar overigens nog steeds als dramaturg werken (al wordt zijn werk in West-Berlijn uitgegeven).
Die Boodschap wordt er echter tot vervelens toe ingehamerd. Zelden zoveel zien geeuwen tijdens een voorstelling. Maar diezelfde geeuwers klappen op het eind hun gemanicuurde handen wel roodgloeiend. De nieuwe esthetiek is immers een nieuw maniërisme geworden…

Referentie
Ronny De Schepper, Arca en het nieuwe maniërisme, De Rode Vaan nr.48 van 1982

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.