Het bloedbad van Wounded Knee (Engels: Wounded Knee Massacre) was een bloedbad onder indianen aangericht door de Amerikaanse cavalerie op 29 december 1890, in het plaatsje Wounded Knee in South Dakota.
Sinds de koloniale tijd vond een nagenoeg voortdurende reeks van gewapende conflicten plaats tussen de Europese kolonisten (en, na de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten, het Amerikaanse leger) en de indianen, de oorspronkelijke bewoners van Amerika. In de 19e eeuw werd het land een bestemming van vele immigranten uit Europa en werd het gebied waarin de indianen zich nog konden handhaven steeds kleiner.
Zo ging het 7e cavalerieregiment (7th Cavalry Regiment) onder bevel van majoor Samuel Whitside op zoek naar de Miniconjou die het reservaat waren ontvlucht. Op 28 december 1890 werd de groep gevonden, 48 kilometer ten oosten van Pine Ridge (Pijnboom-Rug). Spotted Elk hoopte dat Rode Wolk in Pine Ridge zijn volgelingen tegen de soldaten kon beschermen. De uitgeputte en slecht tegen de winterkou geklede indianen boden geen verzet. Spotted Elk, die een longontsteking had opgelopen en wegens bloedingen in een wagen verder trok, liet een witte vlag aan zijn wagen bevestigen. Ze kregen de opdracht een kamp op te slaan bij de Wounded Knee-beek (Chankpe Opi Wakpala of Gekwetste Knie-kreek), 8 kilometer westelijker.
De volgende ochtend wilde het leger de indianen ontwapenen. Hun medicijnman Yellow Bird voorspelde, toen hij een paar passen danste van de Dans van de Geesten en een van de heilige liederen zong, dat de geestendanshemden hen zouden beschermen tegen de kogels van de militairen. Intussen probeerden enkele soldaten een van de indianen zijn geweer te ontnemen. Zij wisten niet dat Zwarte Prairiewolf doof was en zagen zijn onbegrip aan voor verzet. Er ontstond een worsteling waarbij het geweer per ongeluk afging en een soldaat neerviel. Dit was het begin van een hevige schietpartij. Van dichtbij vuurden de soldaten, ondersteund door Hotchkiss-geschut (*), in de groep indianen die slechts gewapend waren met de knuppels en messen die ze hadden verborgen in dekens. De geestendanshemden boden uiteraard niet de eraan toegedichte magische bescherming. Tientallen indianen, onder wie veel vrouwen en kinderen, werden neergeschoten. De indianen die erin geslaagd waren te vluchten werden kilometers ver buiten het kamp achtervolgd en gedood. In totaal kwamen meer dan 200 indianen om. Volgens een schatting kwamen bijna driehonderd van de 350 mannen, vrouwen en kinderen om. Er sneuvelden ook 25 militairen, en 39 raakten gewond, de meesten door eigen kogels en granaatscherven. De volgende lente, toen het leger terugkeerde, werden de lijken die waren blijven liggen (te weten 144 indianen, waaronder 44 vrouwen en 16 kinderen), begraven in een massagraf, zoals men kan zien op bovenstaande foto. (Wikipedia)
(*) Hotchkiss Usines was een Franse wapenfabrikant, opgericht in 1867 door de Amerikaanse emigrant Benjamin Berkeley Hotchkiss (1826-1885).