In de periode vóór Fons Mariën op mijn blog zijn populaire “leestips” publiceerde, schreef hij er ook reeds een tweehonderdtal voor de website “Lezers tippen lezers”. Enige tijd geleden is deze website opgehouden met bestaan en het zou spijtig zijn om deze kleine pareltjes te laten verloren gaan. Daarom probeer ik er elke dag ééntje weer op te vissen. (RDS)
“Onder aanvoering van de Burgerrechtenbeweging, de dekoloniserende ontwikkelingslanden, de intellectuelen en studenten van Nieuw Links en een groeiend leger van zangers, kunstenaars, schrijvers én hun fans werden de jaren zestig desondanks een periode van uitzonderlijk ideologisch debat en manifesteerde het decennium zich misschien wel als het laatste utopische moment in de westerse geschiedenis – een radicale, enthousiasmerende, soms gevaarlijke en af en toe onvermijdelijk ook belachelijke poging om het lot in eigen handen te nemen en te bewijzen dat een andere manier van denken en leven echt mogelijk was.”
Dit citaat uit het boek De jaren zestig. Een cultuurgeschiedenis van meer dan 1000 bladzijden, zegt al heel veel. Auteur Geert Buelens (1971) heeft de jaren zestig zelf niet meegemaakt, maar heeft zich ongelooflijk goed gedocumenteerd en heeft met dit vuistdikke boek meteen een standaardwerk over dit decennium geschreven. De hoofdstukken in chronologische volgorde (van 1960 t.e.m. 1970) worden gelardeerd met thematische hoofdstukken: over thema’s als geloof, hoop, liefde, pop, macht, geweld…
De auteur focust niet alleen op wat in de westerse wereld is gebeurd (genre mei ’68 in Parijs) maar heeft een mondiale blik. Hij besteedt b.v. veel aandacht aan Afrika, de dekolonisatie, de apartheid, de Afrikaanse cultuur en in het bijzonder de muziek die gelinkt wordt aan de muziek van zwarten in de VS en Brazilië (jazz, blues…). Eveneens schrijft hij uitgebreid over andere derde wereldlanden (Indonesië, Zuid-Amerikaanse landen). Een andere rode draad is de Burgerrechtenbeweging in de VS, met Martin Luther King en Malcolm X (beiden vermoord). Uiteraard gaat het ook over de moord op J.F.Kennedy maar ook over de toenemende oppositie in eigen land tegen de Vietnam-oorlog. Dat gaat samen met het ontstaan van een tegencultuur (hippies, nozems, provo’s in Nederland), op zijn beurt weer gelieerd met nieuwe creativiteit op het vlak van muziek (pop, folk, het protestlied…). Daarnaast besteedt hij aandacht voor wat zich in de communistische wereld afspeelde : o.m. de Praagse lente, de culturele revolutie in China.
Ook tendensen komen aan bod zoals de nieuwe golf van feminisme, het uitdagen van de machthebbers, het verschuiven van grenzen op cultureel vlak en de toenemende openheid rond naaktheid en seks (tegen de overheden die vaak nog teruggrijpen naar censuur). Wat voorheen nog verboden was of erg gecontroleerd, wordt na dit decennium steeds vrijer beleefd, getoond en besproken.
Als er iets kenmerkend is voor dit decennium is het in vraag stellen van autoriteit, macht, gezag (familiaal, op school of universiteit, wereldlijk, …): “omdat ik het zeg” of “omdat ik die of die positie bekleed” was in de ogen van de jonge generatie niet meer voldoende als argument.
De scoop van de auteur is heel breed. Hij heeft het niet alleen over politiek en ideologie, maar evenzeer over de plastische kunsten, literatuur, muziek, televisie en film. En dat met een mondiale kijk.
In één woord: dit is een standaardwerk in het Nederlands over een periode die in ieders geheugen gebrand staat als een merkwaardige omwenteling in onze cultuur.
Fons Mariën, 11/07/2019