In 1968 draaide Jacqueline Van Quaille een operafilm van Wagners “Tristan en Isolde” waarin ze samen met Claude Heater de hoofdrollen vertolkte (foto YouTube). De locatie van de film is het Gravensteen in Gent. (Werner Lyssens)
Eind jaren zeventig zong Jacqueline Van Quaille (°Gent, 1938) een “La Traviata” met een “sublieme mezza-voce” (althans volgens Willy Maijeur) in een KVO-productie van Luigi Martelli. Ook de enscenering van Guido Maeremans was “een lust voor het oog” (W.M.).
In de jaren tachtig speelde ze Vina Bovy in de “pêle-mêle” van Theater Taptoe. Daarna was ze Hécube in “Les Troyens” van Berlioz in de Muntschouwburg in juni 1992. Het rolletje is zo klein dat ze onopgemerkt is gepasseerd. Maar nu kan ze toch op haar curriculum invullen dat ze in de Munt heeft gezongen. En ze zal het nodig hebben, want haar prestatie in “The Sound of Music” was ondermaats. Wat een vibrato! Het maakt haar totaal onverstaanbaar. Op de plaat wordt dat een beetje verholpen en gelukkig hoor je haar dan ook niet “acteren” (d.w.z. voortdurend een octaaf te hoog spreken).
Jacqueline Van Quaille beëindigde op zeer jonge leeftijd haar studies aan het Koninklijk Conservatorium van Gent, waar ze eerste prijzen notenleer, solozang en opera behaalde. Daarna vervolmaakte ze zich in het opera-repertoire bij Vina Bovy, die haar de dramatische kracht van muziek leerde kennen, bij Ettore Campogalliani (leraar van onder meer Tebaldi, Berganza, Freni en Pavarotti) die haar een specifieke Italiaanse klankkleur bijbracht en bij Kaiser Bremer bij wie ze zich toelegde op Duitse en Slavische muziek.
Gedurende haar rijk gevulde carrière was ze onder meer soliste in de operahuizen van Antwerpen, Gent, Luik, Wuppertal en Graz. Haar repertoire omvat meer dan 75 rollen waaronder Pamina/”Die Zauberflöte”, Donna Elvira/”Don Giovanni”, La Contessa/”Le Nozze di Figaro”, Leonore/”Fidelio”, Isolde/”Tristan und Isolde”, Elisabeth en Venus/”Tannhäuser”, Sieglinde/”Die Walküre”, Madame Lidoine/”Les Dialogues des Carmélites” en alle grote Verdi-heldinnen.
Jacqueline Van Quaille kreeg vooral bekendheid in het verisme-repertoire met haar vertolkingen van onder meer de titelrol in Adriana Lecouvreur, Maddalena di Coigny/”Andrea Chénier”, titelrol in “Tosca”, Mimi/”La Bohème”, Minnie/”La Fanciulla del West” en Giorgetta/”Il Tabarro”.
Jacqueline Van Quaille was te gast in zowat alle grote muziekcentra van Europa (Groot-Brittannië, Roemenië, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Nederland en Italië), en trad meermaals op voor het Festival van Vlaanderen. Ze verleende haar medewerking aan film- en televisieproducties en gaf geregeld recitals.
Ook was Jacqueline Van Quaille te gast bij de Munt/la Monnaie in “Mathis der Maler”, “Les Troyens”, “Elektra” en “Orphée aux Enfers” in de regie van Herbert Wernicke. Met deze regisseur werkte zij ook samen voor “La belle Hélène” tijdens de Festivals van Aix-en-Provence en van Salzburg. Tijdens datzelfde Festival van Aix-en-Provence vertolkte ze de rol van Larina in “Jevgeni Onegin”.
Ook in de musicalwereld is Jacqueline Van Quaille actief. Zo vertolkte zij de rol van Bianca Castafiore tijdens de première van “Kuifje” te Antwerpen. Deze productie ging verder op tournee naar Parijs, Amsterdam, Londen en Canada. (www.operaballet.be)
Ronny De Schepper
dagelijks iets degelijks 