Wie de succesrijke film “Shakespeare in love” heeft gezien, heeft daaruit wellicht het best onthouden dat het spel van de geslachten in Shakespeares tijd vreselijk ingewikkeld was. Op het toneel, wel te verstaan. Er was de verordening dat alleen mannen toneel mochten spelen, zodat automatisch alle vrouwenrollen door mannen (knapen als het meisjes betrof) dienden te worden gespeeld. Welnu, vandaag precies 360 jaar geleden was de eerste vrouw op scène te zien, met name in de rol van Desdemona in “Othello” van Shakespeare (die op dat moment al bijna een halve eeuw dood was). De vrouw in kwestie was wellicht Margaret Hughes (portret van Peter Lely), al citeren andere bronnen Anne Marshall.
Zowel racisme als misogynie spelen een voorname rol in “Othello”. Het duurde overigens tot in 1996 vooraleer Desdemona (Irene Jacob) door een echte zwarte Othello (Laurence Fishburne) mocht worden bepoteld! (Op de scène had Paul Robeson wel de rol reeds vertolkt in 1943.) Ook de bekendste opera-vertolker van Otello (in de opera van Verdi uiteraard) is een blanke: Placido Domingo (foto).
De Moor, Othello, brengt het tot generaal in het leger van Venetië. Zijn verdienstelijkheden als militair hebben hem een onaantastbare status bezorgd. Hij wordt verliefd op de dochter van een senator. Wetend dat hij als vreemdeling weinig kans maakt om met haar te mogen trouwen, huwt hij haar in het geheim. Het huwelijk met deze blanke vrouw is misschien wel de moeilijkste verovering uit zijn militaire loopbaan.
Ook al is de liefde wederzijds, de sterren staan voor het paar niet al te gunstig. De nakende oorlog met de Turken en het daaruit volgende feit dat de hertog van Venetië Othello nodig heeft om tegen hen ten strijde te trekken, zorgen ervoor dat de hertog niet ingaat op de eis van de senator om het huwelijk van zijn dochter onwettig te verklaren. Het gaat zelfs zover dat zij, Desdemona, toestemming krijgt om mee te gaan met Othello naar het door de Turken bedreigde Cyprus. Desdemona gaat hier op meer dan één punt in tegen de regels van het patriarchaat.
Er zijn echter nog argumenten aan te voeren die het huwelijk onder een zwak gesternte plaatsen: er is het leeftijdsverschil en het cultuurverschil. Othello heeft zijn bruid binnen; Desdemona is de blanke vrouw van hoog aanzien die, voor hem, de laatste stap betekent in het voltrekken van echte sociale integratie in de Venetiaanse cultuur. Daarom is zij zijn belangrijkste verovering. Zij is het statussymbool die de sociale positie van Othello als geïntegreerde ‘Venetiaan’ moet bevestigen. Tot hier de sociaal‑politieke gevolgen van een huwelijk dat volgens de Venetiaanse wet op een illegale manier tot stand kwam.
Met dit gegeven creëert Shakespeare een spannende thriller. De status van de generaal en de jonge vrouw die deze status hem opleverde, worden een doorn in het oog van al wie zich door hem en door haar afgewezen of gepasseerd voelt.
In het midden van deze kweekvijver van de afgunst staat Iago.
Iago voelt zich afgewezen wanneer Othello Cassio en niet hem benoemt tot zijn luitenant. Cassio is net als Othello een vreemdeling in het Venetiaanse leger. Hij is afkomstig uit Florence en heeft een belangrijke rol gespeeld in het tot stand komen van het huwelijk tussen Desdemona en de generaal. Iago’s eergevoel is aangetast en hij is vastbesloten zich te wreken. Hij maakt daarbij gebruik van de jaloerse Roderigo die zich door Desdemona afgewezen zag. Samen met Roderigo brengt hij Cassio ten val. Met leugens en intriges doet Iago Othello geloven dat Cassio en Desdemona een verhouding hebben. Othello kan deze aantasting van zijn eer maar op één manier wreken: Cassio en Desdemona moeten sterven. Wanneer Othello inziet dat hij de verkeerde man heeft vertrouwd en zijn vrouw heeft vermoord op grond van leugens, pleegt hij zelfmoord.
Othello’s val wordt niet veroorzaakt door seksuele jaloezie, maar door de paranoia van de eerzucht. Goede naam, reputatie, militaire eer, gezichtsverlies, het zijn alle gelijke facetten van een eergevoel dat hier onlosmakelijk gekoppeld is aan de machocultuur.
Desdemona kan in deze machocultuur niet ontsnappen aan de eisen van het patriarchaat. Ook zij vecht om haar gezicht niet te verliezen.
Daarnaast is het het lot van de vrouw om binnen de eisen van het patriarchaat gereduceerd te worden tot een object van het verlangen van de man. De vrouw wordt een deel van een groter geheel: een man. Mooi bij Shakespeare is de manier waarop hij toont dat in een dergelijke maatschappij het vrouwelijke ten onder gaat.
Heel wat gemeenschappen houden zichzelf in stand, vergroten hun cohesie dankzij het cultiveren, benoemen en offeren van een zondebok. De functie van de zondebok is het bevestigen van de onuitgesproken regels van zo’n gemeenschap.
Eén van de belangrijkste regels is die van de xenofobie: wat vreemd is, is per definitie slecht. Elkeen die bewust maar ook onbewust de regels overtreedt, dus “anders” is, kan tot zondebok veroordeeld worden. Ook vanuit dat standpunt is Othello in de klauwen van een intrigant als Iago een makkelijk slachtoffer. En daarom draagt iedereen mee de schuld van Desdemona’s dood.
Een misdadiger als Iago vindt in hiërarchisch gestructureerde gemeenschappen zijn natuurlijk biotoop. Het leger, maar ook ministeriële administraties, zijn daarvan mooie voorbeelden. Het verwondert ons telkens weer hoe lang iemand ongestoord het zaad van de chaos kan uitzaaien vooraleer hij door de mand valt. En zelfs dan nog blijkt hij meestal aan elk juridisch vervolgingssysteem te ontsnappen. Want een intrigant heeft altijd gelijk, zegt Alain Pringels.
Doet hij wat hij doet zonder bepaald motief, alleen maar omdat hij slecht en verdorven is? Dit was in elk geval de verklaring die in de periode van de Romantiek gegeven werd door de dichter, criticus en filosoof Samuel Taylor Coleridge die Iago “motiveless malignity” toedichtte. Wordt Iago gedreven door afgunst en wraakgevoelens? Uit de waaier van interpretaties kies ik die welke mij het meest plausibel lijkt. Iago voelt zich intellectueel de meerdere van zijn medemensen die hij beschouwt als eerlijke dwazen. Hij is geen gewelddadig man; intellect en wilskracht beheersen zijn emoties; hij is koud. Wat hij nastreeft met Othello is zijn macht en superioriteit te demonstreren, eindelijk eens alle talenten die hij bezit benutten. In zijn overmoed speelt hij zeer hoog spel, maar dat is het precies wat hem aantrekt. Zijn uiteindelijk falen bewijst dat hij zijn eigen intellectuele kracht heeft overschat. (Nicole Rowan, Shakespeare en Verdi, in Documenta,1993, jaargang 11 ‑ nr. 4, blz. 266)
“We hebben van Othello een echte krijger gemaakt. Othello vermoordt mensen voor zijn vak, hij is dus geen nobele edelman zoals in de meeste andere adaptaties.” (Laurence Fishburne over zijn ‘Othello’, in Kenneth Branaghs filmversie in Humo)
In Venetië kan men nog steeds aan het Canal Grande het huis zien van Desdemona, getrouwd met Christophoro Moro. Het was door diens naam, dat hun verhaal via de Italiaanse schrijver Cinthio én Shakespeare de geschiedenis is ingegaan als het verhaal van de jaloerse Moor.
Othello werd in 1604 gecreëerd door Shakespeares favoriete tragedie‑acteur Richard Burbage, een acteur die een voor die tijd nieuwe speelstijl introduceerde, waarbij innerlijke kracht, inleving en transformatie het wonnen op de formele en extraverte speelstijl. Shakespeare schreef meer en meer voor Burbage waardoor het aandeel van de tragische rollen in zijn teksten groter en belangrijker werd ten koste van de komische rollen en de komische steracteur.
Shakespeare stuurt Othello naar Cyprus om de beschaving, de Venetianen, te verdedigen, een idee van Shakespeare zelf. Er was opnieuw aandacht gekomen voor een van de belangrijkste veldslagen waarbij het Christendom in 1571 de overwinning behaalde op de Turken, dé militaire voortrekkers van de Mohammedanen, de Moren dus, door de uitgave van een levendige beschrijving ervan in 1603 en een tekst van koning James I.
Is “Othello, the Moor”, een moor, een arabier, of een zwarte, een neger? Van licht gekleurd tot pikkezwart, van Eskimo tot Nieuw‑Guinees, een moor was in Shakespeares tijd gewoon een niet‑blanke, als overduidelijk teken van het “anders‑zijn”.
Vergeten we ook niet dat het albasten wit van Desdemona en het geschminkte wit van de Cypriotische Bianca evenzeer een bijzondere en unieke kleur is, de kleur van het extreem feminiene.
Het zwart was wel het symbool bij uitstek van het kwade, clichés die Shakespeare in de mond legt van de andere personages en ook wel leefden bij het Elizabethaanse theaterpubliek. Maar vanaf de eerste verschijning van de “nobele generaal” en uitspraken als “your son‑in‑law is far more fair than black” draait Shakespeare alle bestaande clichés om.
Shakespeare was eigenlijk niet zozeer geïnteresseerd in een al of niet racistische stelling. Deze gevoeligheden zijn in het stuk geslopen vanaf de 19de eeuw, wanneer de problematiek van de negerslaven in de Verenigde Staten scherper naar voren komt.
Toch blijkt in het stuk Othello een self‑fulfilling prophecy te vervullen. Al wat de clichés inhouden en die hij bij aanvang tegenspreekt worden toch waargemaakt.
Desdemona’s plaats in de patriarchale familiale en sociale structuur wordt gedefinieerd door wie ze gehoorzaamheid verschuldigd is en de plaats waar ze die gehoorzaamheid kan betonen. Juist omdat ze het huis van haar vader ontvlucht naar een herberg, overtreedt ze de patriarchale regels. Ze kan onmogelijk terugkeren naar het huis van haar vader. Ze is een vreemde, een monster geworden in zijn ogen, en in de ogen van de patriarchale orde.
In Shakespeares tijd was het bezitten van een woning een voorwaarde tot het aangaan van een huwelijk. Vagebonden werden streng gestraft. Elkeen werd toegevoegd aan een “huishouden”.
Desdemona heeft geen geschikte verblijfplaats: ze kan niet meer wonen in het huis van haar vader; de herberg waar ze naartoe is gegaan om met Othello te huwen, is slechts een tijdelijke verblijfplaats, maar ook Othello, de militair, de huurling, de man van oorlogsdaden en gevechten, heeft geen woning voor haar in orde gebracht. Hij heeft zelf nooit een eigen plek gehad.
Het huwelijk met de bijhorende regels, afspraken en gedragingen is ook voor hem een vreemde en ongekende situatie.
Desdemona zal Othello volgen ‑ zo zegt ze zélf! ‑ naar een oorlogseiland, het fort Cyprus. Met deze uitspraak definieert ze haar eigen lot. Ze toont aan dat ze eigen keuzes in het uitstippelen van haar leven kan en wil maken. En dat ze er ook voor zal opkomen. Ze kiest ervoor niet braaf thuis te blijven zitten, én ze zal het ook telkens luid verkondigen!
Ze weigert te huwen met om het even wie, ze spot met Iago, ze verdedigt Cassio bij haar man.
Dat deze zelfbeschikking eveneens haar ondergang wordt, is vrij snel duidelijk. Geen enkele man op dat soldateneiland, waar militaire kameraadschap en wantrouwen tegenover elkaar de zenuwen gespannen houden, kan dit aanvaarden, kan dit zich zelfs maar voorstellen zonder zijn eigen status en macht ondermijnd te zien. Met haar houding zet Desdemona alle mannelijke fantasieën van overtredingen in gang, seksuele overtredingen op de eerste plaats. De twijfels over de onschuld van de vrouw worden op die manier ‘bevestigd’.
Terwijl het oorlogsgevaar wijkt, wordt het militaire fort meer en meer een woning, de patriarchale verblijfplaats van het gezin Othello‑Desdemona, gesymboliseerd door de slaapkamer met het echtelijke bed. De patriarchale orde heeft zich als een gevangenis opnieuw gesloten rond Desdemona. Opnieuw gelden de normen van de vrouwelijke toegeeflijkheid en zwijgzaamheid ten opzichte van de man. Desdemona kan geen afstand doen van haar eigen levenskeuze ‑ haar keuze voor Othello ‑ zonder haar zelfrespect te verliezen. Zich laten meevoeren in de fatale vernietiging is de enige uitweg (naar Lena Cowen Orlin, Desdemona’s Disposition, in S.N. Garner en M. Spregnether (ed), Shakespearean Tragedy and Gender, Indiana University Press, Bloomington en Indianapolis, 1996, pp 171‑192).
Othello is een vreemdeling die het tot opperbevelhebber van het leger schopt. Desdemona is Othello’s belangrijkste verovering. Zij is niets meer dan een statussymbool dat Othello’s sociale positie als geïntegreerd vreemdeling moet bevestigen.
De gedachte dat Desdemona ontrouw is, betekent voor Othello zo’n groot gezichtsverlies dat hij niet anders kan dan haar vernietigen.
Desdemona is het ideale middel om de eer en de status van Othello te breken. De paranoia van de eerzucht is één van de meest typische bijverschijnselen van een machocultuur. Een eerzuchtige cultuur als het patriarchaat, waarin de achterdocht altijd op de loer ligt, heeft een zondebok nodig. De functie van de zondebok is het bevestigen van onuitgesproken regels. Daarom draagt iedereen schuld aan Desdemona’s dood.
Het feit dat Othello een zwarte is, is minder belangrijk dan het proces van ‘zwartmaken’ waaraan deze cultuur zich schuldig maakt. Een proces dat mogelijk gemaakt wordt en inherent is aan een cultuur die zich consolideert door het offeren van zondebokken.
Vertaler en regisseur Alain Pringels gaf het klassieke jaloeziedrama van William Shakespeare in het NTG de smartlapachtige ondertitel “You know I love you” mee. Het werd dus uitkijken wat hij daarmee bedoelde. Aan de spelers zou het alvast niet liggen: Daan Hugaert was Othello, Hilde De Baerdemaeker Desdemona en Mathias Sercu Iago.
Dirk Dauw titelde in Het Laatste Nieuws: “NTG betovert met sobere Othello”: “De bloederige thriller wordt zo mooi geensceneerd en zo ingehouden en subtiel vertolkt, dat NTG een staalkaart aflevert voor wat het voor het volgend jaar beschouwt als een van de taken van Het Publiekstheater, met name “het culturele erfgoed verspreiden in interpretaties die verhelderend werken of reflexief zijn voor vandaag”. (…) Othello door NTG is spannend, meeslepend, boeiend en bij momenten vermakelijk. Het is een ‘mooie’ vertoning over afgunst, intrige, argwaan, jaloezie, gehoorzaamheid, passie en moord. Fantastische cast. (…) Ze zijn met zeven en dragen zonder uitzondering bij tot de coherentie van het geheel.”
Veerle Voegelaere in De Gentenaar treedt hem hierin bij: “Heldere Othello boeit bij NTG” “Shakespeare blijft actueel. Dat wordt nog maar eens bewezen door het NTG in de nieuwe productie Othello. Het verhaal van afgunst en eerzucht, wordt door regisseur Alain Pringels en zijn cast helder en zonder franjes verteld. (…) Deze Othello grijpt je naar de keel.”
Ronny De Schepper