John McVie, de bassist van Fleetwood Mac (tweede van links op de foto), viert morgen zijn 75ste verjaardag.

Tusk, de dubbelelpee die Fleetwood Mac 36 maanden na hun walgelijk succesrijke (en uitstekende!) Rumours afgewerkt hebben, is een historische plaat geworden. Omdat ze hopelijk, eens en voorgoed, een punt zet achter de nu al lang genoeg aanslepende heerschappij van grootheidswaanzin en zelfoverschatting die ervoor zorgt dat alles wat zich in de eerste divisie van het rockgebeuren afspeelt eigenlijk als oninteressant kan geboekstaafd worden.”
Zo schreef Marc Didden in een Humo van eind 1979 en hij besloot zijn recensie als volgt: “Tusk is zo vervelend dat ik voorover val op mijn tikmachine terwijl ik...” en toen volgden een aantal willekeurige letters om aan te duiden dat hij in slaap was gevallen. Ik had die netjes allemaal overgetikt (wat niet eenvoudig was aangezien er geen logica in zat), maar de collega die mijn kopij moest herlezen, dacht dat de zetters weer “snowboots” zagen (een inside-joke voor haast onverklaarbare zetfouten) en maakte er dus weer gewoon “terwijl ik dit schrijf” van. Effect verschwunden en vooral weer troubles met Didden in het vooruitzicht, maar die bleven deze keer dan toch gelukkig uit.
Hoe dan ook, ik ging ook met hem akkoord dat Stevie Nicks “infantiel” zong en dat Mick Fleetwood “op wastrommels” drumde, maar de lezers van de Rode Vaan dachten ongetwijfeld dat ik mij zo negatief opstelde omdat Fleetwood Mac zowat hét symbool is van de megalomane, “kapitalistische” popmuziek. Ze hadden echter ongelijk, want ooit ben ik zelf nog een grote fan geweest van deze groep.
Maar dat was dan wel in de “Engelse periode” toen niet minder dan drie gitaristen ervan deel uitmaakten: de legendarische Peter Green, maar ook de eveneens uitstekende Danny Kirwen en Jeremy Spencer. Het Amerikaanse koppel Lindsey Buckingham-Stevie Nicks had toen nog Nicks in de pap te brokkelen. Christine McVie trouwens ook niet, want die was toen nog niet de echtgenote van bassist John McVie, maar ik koesterde haar wel onder haar echte naam Christine Perfect (de naam alleen al!) in een gelijkaardige groep op hetzelfde Blue Horizon-label, namelijk Chicken Shack. Hun mooiste nummer was ongetwijfeld “I’d rather go blind” uit 1969 dat drie jaar later ook door Rod Stewart zou worden vereeuwigd.
Fleetwood Mac kende diverse samenstellingen, waarbij eigenlijk alleen de ruggengraat (Fleetwood & McVie) constant bleef. De zogenaamde frontmen wisselden voortdurend, waarbij godsdienstwaan (bijvoorbeeld in het geval van Peter Green en Jeremy Spencer) vaak een belangrijke rol speelde.
Eigenlijk was Fleetwood Mac in 1975 dan ook reeds uitgezongen toen het hippiekoppel Stevie Nicks en Lindsey Buckingham hen op de dool in Engeland tegen het lijf liep en hen zowaar overhaalde om in Los Angeles van het betere klimaat te komen profiteren.
En de zon scheen in den beginne gunstig te werken op het vijftal. De elpee “Fleetwood Mac” (als om aan te duiden dat men nu pas écht begon) promoveerde hen reeds als een van de laatste supergroepen, maar het was, zoals door Didden reeds aangestipt, met “Rumours” uit 1977 dat werkelijk alle stoppen doorsloegen. Zowat alle nummers werden single-hits en de verkoop van de elpee zelf werd nauwelijks overtroffen.
“Rumours” was misschien zo’n krachtige elpee omdat de twee zangkoppels en ook nog mijnheer Fleetwood met zijn zich op de achtergrond houdende dame privé allemaal op de echtscheidingstoer gingen. “Go you own way” klonk dan ook meer dan oprecht…
Uit “The Chain” daarentegen moest dan weer blijken dat men weliswaar privé uit elkaar kan gaan, maar dat men desondanks toch een groep kan blijven. Al zou Abba later bewijzen dat dit nu juist niet kan. Ik kan me dan ook best voorstellen dat er opnamedagen waren, waarbij sommigen niet kwamen opdagen om pas later, als weer anderen er dan niet waren, hun partijtje gitaar of zo in te vullen.
Hoe dan ook, Marc Didden vergiste zich helaas als hij schreef dat Tusk “eens en voorgoed” een punt zou zetten achter de grootheidswaanzin. Niet alleen kwam er immers in 1982 nog “Mirage” (en tussendoor een dubbele live-elpee, maar daarvoor heb ik altijd al een zwak gehad), in 1987 was er “Tango in the night” die de heropstanding van Fleetwood Mac moest bewijzen. Helaas, net zoals bij die andere heropstanding ontdekten de fans van het eerste uur echter alleen maar een leeg graf en geen spoor van hun idool…
Over het opnieuw samenspelen na een tussenperiode van vijf jaar zei Christine McVie: “Het ging verrassend makkelijk. Eigenlijk is het een beetje zoals fietsen: eens je op het ding geklauterd bent, realiseer je je dat het niet zo moeilijk is.” Maar dan heeft ze het blijkbaar niet over meefietsen in de kop van een peloton dat tegen zestig, zeventig per uur de finale ingaat. Fleetwood Mac zit namelijk helemààl niet meer op kop van het peloton. Op een gezapig wandeltempo komen ze er achteraan gefietst. Buiten de tijdsgrens.
“Tango in the night” kan dan ook nog het best worden besproken door te refereren aan de grootste hit die eruit werd gehaald, “Big love”. “Big shit” ware een toepasselijker titel geweest, want wie ooit “Albatross”, “Need your love so bad”, “Man of the world” (met daarin de typische passage: “You make me feel like a good man should/I don’t say I’m a good man/But I would be if I could“) of “Oh well” heeft gehoord, kan alleen maar misselijk worden bij dit kunstmatige product, dat stijf staat van de opgeblazen fake. Het bewijst uitsluitend hoe goed de moderne opnamestudio’s zijn geworden, want een nummer dat als het écht was, zo vals zou klinken dat zelfs mijn kat alsnog zich aan een zangcarrière zou wagen, klinkt integendeel erg clean en afgewerkt.
Op en top Amerikaans dus, dit product. All shiny and bright aan de oppervlakte om te verbergen dat er helemaal niks (Nicks?) te verbergen valt – er is namelijk niks, geen inhoud, laat staan diepgang.
Het diepste waren nog de groeven, maar zelfs dàt kan men niet beweren van “Say you will” dat zowaar in 2003 het levenslicht zag in een periode dat zelfs de digitale straalplaten het al moesten afleggen tegen het pikken van internet. Christine McVie is er dan al vijf jaar niet meer bij, maar de andere vier slikken en snuiven nog als vanouds en hun relaties zijn ook nog altijd zo onstabiel als een stelling gebouwd door drugsverslaafden (wat ze inderdaad dus ook zijn). Zo zag Lindsey Buckingham zijn nieuw liefje, filmactrice Anne Heche met Ellen DeGeneres vertrekken. Maar niet getreurd, net zoals bij “Tango in the night” zullen de dollars wel weer binnen rollen. Toch is “Say you will” zo vervelend dat ik voorover val op mijn tikmachine terwijl ik dit qmsdkggdlf…

Referentie
Ronny De Schepper, “…en zij vonden alleen een leeg graf”, De Rode Vaan nr.24 van 1987

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.