De Britse filmregisseur Peter Watkins viert vandaag zijn 85ste verjaardag (foto YouTube)

Paul Jones

In 1967 was ik wég van “I’ve been a bad bad boy” van Paul Jones. Dat had te maken met het feit dat ik door de Kerk een verschrikkelijk schuldcomplex was aangepraat (dat is nog altijd niet volledig verdwenen trouwens, maar in de puberteit wordt zoiets nog uitvergroot) en dat ik me dus helemaal identificeerde met de zanger van het nummer. En dat deed die zanger (Paul Jones dus) nu juist niét. Integendeel, hij had er een hekel aan. Dat nummer kwam immers uit de film “Privilege” van Peter Watkins en daarin vertolkt Paul Jones juist het soort popster dat hij helemaal niet wil zijn. Niet voor niks had hij nog maar pas de groep van Manfred Mann verlaten omdat hij vond dat ze “te commercieel” werden. Paul Jones wilde blues zingen, zoals op de b-zijde van het singeltje “I’ve been a bad bad boy” dat een ode aan Sonny Boy Williamson is.
Maar goed, ik moest en zou dus dat singeltje hebben, maar niet alleen dat, ik wou ook de film zien (en dat is me gelukt, op de toenmalige BRT als ik me goed herinner) en ik heb me ook een pocketboekje aangeschaft met het verhaal van “Privilege”. Aangeschaft jawel, maar nooit gelezen. Misschien dat ik het nu wel eens ga doen, nu “Privilege” eindelijk op dvd is uitgebracht. Waarom dit zo lang heeft geduurd, legt Willy Magiels hieronder uit in een bijdrage die hij schreef voor “Film”, het blad waarvan hij destijds (2009) de hoofdredacteur was.

Peter Watkins is altijd een buitenbeentje geweest in de Europese filmwereld. Hij werd geboren in Surrey, Engeland op 29 oktober 1935 en werkte van 1961 tot 1965 als documentarist voor de BBC. Aan deze samenwerking kwam op slag een einde toen hij The War Game afleverde, een documentaire over de gevolgen van een atoomoorlog. De film was zo afschrikwekkend dat de BBC weigerde hem uit te zenden. De film kreeg een brede bioscooproulatie en won een Oscar voor de beste documentaire. Maar Watkins weigerde nog verder voor de BBC te werken.
Hij werd benaderd door producent John Heyman voor het maken van een bioscoopfilm. Dit werd Privilege (1967), waarover hieronder meer. De film werd amper uitgebracht in Engeland, daar de verdeler hem kwetsend vond voor zowel de politiek als voor de kerk. De kritieken waren vernietigend en Watkins keerde zijn land de rug toe. In Zweden draaide hij The Gladiators (1969), in Amerika het controversiële Punishment Park (1971), in Noorwegen Edvard Munch (1974), weer in Zweden Fällan (The Trap) (1975), in Denemarken 70’ernes folk (The Seventies People) (1975) en Aftenlandet (Evening Land) (1977), hij werkte meer dan vijf jaar aan het bijna 15 uur durende Zweedse epos Resan (The Journey) (1985), in Australië verwezenlijkte hij The Media Project (1991), nogmaals en Zweden Fritänkaren (The Freethinker) (1994), om tenslotte in Frankrijk La Commune (Paris, 1871) (2000) te maken, een zeven uur durend spektakel over de Communard revolutie in Parijs, waarin hij, evenals in zijn BBC documentaire Culloden (1964) zich met de camera in de actie begeeft en interviews afneemt. Het oeuvre van Peter Watkins is niet voor de popcorn-filmliefhebber. Het is een weldoordachte reeks films, die discussies uitlokken, waarvan men houdt of die men verafschuwd. Ik heb met Peter Watkins lange tijd gepraat in Antwerpen, tijdens Film International 1972, toen hij in de Roma zijn film Punishment Park kwam presenteren. Hij kwam over als bijzonder intellectueel, een man die weet wat hij wil en die niet gemakkelijk compromissen kan sluiten.
Toen ik destijds zijn debuutfilm Privilege zag, in 1968, besefte ik onmiddellijk dat dit één van de grote sleutelfilms was van de Britse filmindustrie van de jaren zestig. De film kwam aan als een vuistslag en nu, na meer dan veertig jaar, heeft hij nog niets van zijn kracht ingeboet, integendeel. De wereld die in Privilege geschetst wordt lijkt bijzonder veel op onze hedendaagse maatschappij. Centraal staat Steven Shorter (Paul Jones, de leadzanger van Manfred Mann in zijn eerste filmrol), een immens populaire rockzanger, die overal waar hij komt massa’s volk trekt, die a.h.w. aanbeden wordt door de jonge generatie. We zitten in Engeland – in de nabije toekomst – en het land wordt geregeerd door een coalitie tussen labour en de conservatieven. Van regeringswege wordt de alarmbel geluid: de jeugd verliest alle normen en waarden. De managers rond Steven Shorter besluiten de populariteit van hun superster in te zetten om de jeugd terug op het goede pad te brengen. Met de slogan ‘We will conform’ (denk aan het ‘Yes we can’ van Barak Obama) wordt de ‘Christian Church Week’ ingezet, met Steven als centrale figuur. Tot hiertoe waren zijn optredens rebels en uitdagend. Nu zou hij zich bekeren, openlijk toetreden tot de kerk, met in zijn kielzog duizenden van zijn fans. Door de invloed echter van Vanessa Ritchie (Supermodel Jean Shrimpton), die aangesteld werd om het officiële portret te schilderen van Steven, begint hij zich echter af te vragen of hij niet misbruikt wordt.
Privilege is in de eerste plaats een bijtend scherpe satire, die de invloed aanklaagt van de massamedia. Hoe het publiek gemanipuleerd wordt op een manier dat ze het zelf niet eens aanvoelen. De massa ‘bespelen’ is de rol van de ploeg mensen die rond de rockzanger evolueren. De zanger zelf is maar een uithangbord en heeft totaal niets in te brengen. Hij wordt het wapen dat kerk en staat gebruiken om hun wil op te dringen aan de (niet denkende) massa. De scènes van het feestelijke evenement dat de ‘Christian Church Week’ moet openen zijn hallucinant en zijn zo weggerukt uit de propagandafilms van Leni Riefenstahl en in het bijzonder Triumpf des Willens. Het fascistische van deze beelden blijven gebrand in het geheugen van elke kijker. Met daarop nog een erg agressieve rockversie van de religieuze psalm Jerusalem door The George Bean Group, behoort dit fragment tot het sterkste en meest indrukwekende ooit op het witte scherm getoond.
Waarom is dit juweeltje vandaag haast vergeten? De film werd in 1967 geproduceerd in een programma van productiehuis Universal, die een aantal films wilden draaien in Engeland. Het was nooit de bedoeling om deze films op brede schaal uit te brengen en buiten Fahrenheit 451 van François Truffaut (1966) zijn ze dan ook allemaal zo goed als verdwenen. Ook Privilege. De film werd na een eerste release (die in Amerika en Europa op heel wat meer begrip mocht rekenen dan in Engeland) door de bazen van Universal in de kelders geklasseerd. Zelfs de regisseur kreeg geen kopie van de film, noch op 35mm, noch op VHS. Aan tv-zenders werd de film niet meer aangeboden. Maar mensen die hem gezien hadden bleven erover praten en bleven de belangstelling in de film levendig houden. Begin deze eeuw werd hij nog voor een éénmalige vertoning vrijgegeven voor een filmretrospectieve van Peter Watkins in Toronto, waarna hij opnieuw in de kluizen verdween.
In 2007 begon Oliver Groom van het video-bedrijf New Yorker Video, met het uitgeven van de DVD-reeks ‘The Films of Peter Watkins’. Hij kon de rechten verkrijgen van haast al diens films, maar Universal bleef steevast weigeren om Privilege ter beschikking te stellen. Groom gebruikte alle kanalen waarop hij zijn invloed kon doen gelden en uiteindelijk bogen de bazen van Universal. Hij kreeg de rechten, maar tegen bijzonder zware voorwaarden. De film mocht bv. enkel uitgebracht worden in Noord-Amerika, maar Groom heeft dit omzeild door geen regiocode aan te brengen, zodat toch de hele wereld deze DVD kan bekijken. Dank zij hem kan de hedendaagse filmliefhebber dan uiteindelijk toch deze meesterlijke, fascinerende rolprent (terug) ontdekken.
Als extra op de DVD staat de korte 26 minuten durende documentaire Lonely Boy van Roman Kroitor en Wolf Koenig (Canada 1962) waarin de entourage getoond wordt rond het rock-fenomeen Paul Anka, toen 19 jaar, en de reactie van (het vrouwelijke gedeelte van) het publiek. Watkins liet zich meermaals inspireren door scènes en toestanden uit deze Cinéma Vérité-documentaire. Verder zit er een 40 blz. tellend boekje bij de DVD dat alle mogelijke achtergrond informatie biedt over de film. Beslist een must voor elke fervente filmliefhebber.

Willy Magiels

3 gedachtes over “Peter Watkins wordt 85…

  1. Ho, één van mijn allerfavorietste films, en ‘Set me free’ eruit is een van mijn allerfavorietste songs, en is geweldig in de versie van Patti Smith op ‘Easter’. In de film zitten er twee versies, een ‘wilde’ (met in defilm een hallicinante en gewelddadige kooiscene) en een ‘bekeerde’. Op YouTube staan een paar fragmenten, ook van iets minder beklijvende religieuze pop. Toen konden we er nog om lachen.

    Geliked door 1 persoon

  2. Correctie:in de film (en op de nakomende andere opname van Paul Jones) heet ‘Set me free’ nog ‘Free Me’. De DVD blijkt wel alleen NTSC te zijn, zijn het regiovrij, en kan dus maar op Amerikaanse tv’s bekenen worden.

    Geliked door 1 persoon

  3. Ik heb daar nog ergens ne knappe foto van, genomen op het Muntplein, net na een optreden van de Bluesband, toen ze zelf hun materiaal aan het inladen waren in hun camionetje. Manfred Mann lag toen al een eind achter hen. De laatste keer dat ik hem aan het werk zag was in Aalst tijdens Be bop a lula, met de Manfreds (een collectief met zowel Jones… Read More, als d’Abo als Tom McGuiness). Aangezien Manfred zelf onder zijn eigen naam nog optreed kunnen ze dus de originele naam niet gebruiken. Manfred Mann zelf grijpt niet terug naar zijn hitperiode maar speelt vnl uit zijn latere periode (Father of Day, father of Night en Spirits in the night, enz…)
    Een foto van het optreden op het Muntplein vind je terug op http://fotos.sadeler.be/#9.9
    Ik kom ook al eens in een kringloopwinkel, meer uit tijdverdrijf dan uit noodzaak, maar voila staat daar de laatste keer een rijtje cd’tjes, zonder doosjes, zonder foto’s in gewone plastichoesjes. En wat vind ik daar tussen? Eerst The Belgian Sixties archive #2, met de Limburgse Climax, de Samo reds en ook John Woolley & Just Born met hun versie van You’re lying (orig. Troggs), met de onvolprezen Jef Stone op gitaar, tegenwoordig veel beter bekend onder zijn eigen naam als Jef Van Der Steen, auteur van diverse boeken over trappist en abdijbieren, en zelf producent van Ondinneke, Jan De Lichte en het schitterende Saison d’Erpe-Mere, maar dit dus geheel terzijde.
    Zit daar toch ook wel in dezelfde armtierige omstandigheden, op Vertigo, de cd ‘Crucifix in a horseshoe’ tussen van Paul Jones, origineel verschenen op lp in 1971.
    Een verdere beschrijving volgt nog wel, als ik wat meer tijd kan uittrekken. Zie hiervoor mijnen blog’ niews.sadeler.be

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op peter cnop Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.