Vandaag is het zestig jaar geleden dat mijn grootmoeder is verhuisd naar de Krijgsbaan.
In mijn jonge leven (ik zou een week later negen jaar worden) was dit een heel belangrijke gebeurtenis. Ik heb reeds eerder geschreven dat de relatie tussen mijn moeder en mijn grootmoeder (schoondochter en schoonmoeder!) niet ideaal was. Dat had vooral met inwonen te maken (*). Nadat ze reeds als jong stel bij de ouders van mijn vader waren ingetrokken (het was oorlog en er heerste uiteraard armoede en woningnood) en dat dit faliekant was afgelopen, namen ze bij de verhuis naar de tuinwijk en na de dood van mijn grootvader mijn grootmoeder op hun beurt in huis. Voor mij als kind was dat een godsgeschenk, want mijn “pit” was mijn afgod (**). Maar dat moest onafwendbaar slecht aflopen en op 7 oktober 1960 verhuisde mijn grootmoeder dus naar de Krijgsbaan, meer bepaald naar een soort van boerenerf van de grootvader van mijn jeugdvriend Rony Vercauteren, die daar ook woonde.
In een beginfase mocht ik van mijn moeder niet op bezoek gaan bij mijn grootmoeder, maar toen Rony mij verweet “van het niet te durven”, moest ik natuurlijk rebelleren en van dan af werd dat huisje in de Krijgsbaan een tweede thuis voor mij. Ik weet nog dat ik de gewoonte had om met mijn fiets het erf op te rijden en dan dezelfde kreet te roepen als Porky (Joey D.Vieira) in de toen erg populaire televisieserie “Lassie” als hij zijn vriend Jeff (Tommy Rettig) kwam opzoeken.
Op de Krijgsbaan zouden we (d.w.z. Rony en ik, maar ook b.v. Erik Westerlinck) o.m. beginnen met wat ik nu met een chique woord mijn “fantasy league” noem, maar later (vlak voor mijn grootmoeder naar Mariadal verhuisde) zou er ook het luisterspel “Michelle” (met The Beatles) worden opgenomen…
(*) Want je moet nu ook niet denken dat ze elkaar voortdurend in het haar zaten, als “bewijs” hierbij trouwens een foto op het communiefeest van mijn nicht Nicole Jansegers ongeveer anderhalf jaar vóór de verhuis, waarbij mijn grootmoeder aan het hoofd van de tafel zit en mijn moeder aan mijn andere zijde. Mijn vader is niet te zien. Men zou kunnen veronderstellen dat hij de foto heeft genomen, maar anderzijds was er voor hem alvast geen stoel voorzien in onze buurt… (Uit een andere foto blijkt inderdaad dat deze foto genomen is vanop de plaats waar mijn vader zat – helemaal aan het andere eind van de tafel dus.)
(**) En vice versa want zij bedolf mij onder cadeautjes. En toen ze ze niet meer kon betalen, ging ze gewoon soldaatjes jatten in de Nopri. Tot grote schaamte en ergernis van mijn vader natuurlijk toen ze betrapt werd en dus juist bij hem “op den bureau” (in het oude gemeentehuis) moest komen.