Vandaag is het 420 jaar geleden dat in Florence de eerste (bewaarde) opera in première is gegaan. Het betrof de opera “Euridice” op muziek van Jacopo Peri en (in minder mate) van Giulio Caccini.

Toch is het twijfelachtig dat dit echt de allereerste opera was. Zo was er b.v. “Dafne” van diezelfde Jacopo Peri, eveneens op tekst van Ottavio Rinuccini uit 1598 dat echter verloren is gegaan. In een Florentijns handschrift uit die tijd dat wordt bewaard in het conservatorium van Brussel staan twee aria’s uit deze opera, maar dan wel toegeschreven aan Jacopo Corsi. Deze opera werd in 1608 nog eens hernomen door Marco da Gagliano op hetzelfde libretto van Ottavio Rinuccini.
Peri, die zichzelf de geuzennaam “Il Zazzerino” had toebedeeld (wat men min of meer als “hippie” mag vertalen, want het sloeg op zijn lange blonde haren), behoorde samen met zijn librettist Ottavio Rinuccini en zijn collega Giulio Caccini tot de Camerata, rond 1600 in Florence zowat de humanistische opvolgers van de minnestrelen, die door te stellen dat de tekst “de meesteres moet zijn van de muziek” eigenlijk aan de oorsprong liggen van de opera. Op die manier krijgt men echter eerder een muziek die te vergelijken valt met de “talking blues” of het “shouten” van negerpredikanten. Het zijn dus ook een beetje de voorlopers van de minimalisten: zo weinig mogelijk muziek, vooral voor de recitatieven (de stile rappresentativo). Daarmee wilden ze zich afzetten tegen de polyfonisten. Men streefde naar de monodie.
Hoe dan ook, het is moeilijk om de “eerste” opera te duiden, aangezien er een haast onmerkbare overgang is tussen gesproken toneel met af en toe een aria (de “intermedii” uit de Noord-Italiaanse hoven van de zestiende eeuw) en een “extreme” opera die uit bijna niks anders dan aria’s bestaat. Deze opera’s waren in een aanvangsfase wel eenmalige gebeurtenissen, louter om feestelijkheden van adellijke families op te luisteren.
Bijna al deze opera’s gingen trouwens terug op de Metamorfosen van Ovidius: Dafne en Orfeo natuurlijk, maar ook Cephalus en Aurora, Narcissus, Andromeda, de roof van Proserpina en Acis en Galathea. Merkwaardig overigens aangezien de Camerata eigenlijk het Griekse drama wilden doen herleven. Maar wellicht hangt dit juist samen met het feestelijke karakter, daartoe lenen de gunstige ontknopingen van Ovidius zich beter dan de tragedies van de Grieken.

Ronny De Schepper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.