In ons land zitten duizenden en duizenden muzikanten te blazen, te strijken of te tokkelen achter hun muzieklessenaars. Tot meerdere eer en glorie van die grote kunst die muziek heet. Maar die muzikanten, beroeps en amateurs, nemen vaak uren heel geforceerde houdingen aan. Rug– en spierklachten ziin schering en inslag.
Acht op tien mensen hebben tijdens hun leven last van rugpijn. Driekwart van die klachten zou nochtans kunnen vermeden worden door een betere zithouding. Maar een slechte zithouding beïnvloedt ook de prestaties. Vooral bij een muzikant is een goede houding van het grootste belang om de klankrijkdom van zijn instrument tot volle recht te laten komen. Toch werd er tot nu toe weinig aandacht aan besteed. Nu is er de « musity–orkeststoel », een zalfje voor de krent.
Sedert het begin van de jaren ’80 ontwerpt en produceert de firma Planservice ergonomische stoelen. Ergonomie is een nog jonge wetenschap die sterk evolueert. We zitten immers steeds meer, vooral als we werken. Ergonomie wil dat zitten zo comfortabel mogelijk maken, vooral voor de wervelkolom.
Planservice Nederland keek echter vreem op toen er een specifieke vraag kwam van… een klassiek orkest. Het Brabants Orkest om precies te zijn. Specialisten zetten zich aan het werk en het resultaat was de « musity–orkeststoel », die op korte tijd z’n weg vond bij tal van orkesten, muziekscholen en concertzalen in Nederland.
Toch bleek op een mysterieuze manier de faam van de stoel op te houden aan de grens. Het duurde tot er ook een Belgische afdeling van Planservice kwam (in Ternat), vooraleer de stoel hier op de markt kwam. Om marketing redenen wachtte men op het Festival van Vlaanderen om de stoel te lanceren. In samenspraak met het Festival zitten alle muzikanten nu op zo’n stoel. Blijkbaar tot hun tevredenheid.
Het belangrijkste verschil met een gewone stoel is dat het zitvlak van het meubel met een hendeltje kan worden versteld.
In plaats van de horizontale positie kan men het ook lichtjes naar voren laten hellen, waardoor min of meer het effect van de zogenaamde « Noorse kniestoel » wordt verkregen.
Op concerten konden we vaststellen dat b.v. bij de violisten zowel de ene als de andere positie werd verkozen. Beide posities zijn immers goed, het belangrijkste is dat er af en toe eens wordt afgewisseld, aldus ergonoom Eric Decabooter. Jules Van Hoeck, directeur van de academie van Buggenhout en zelf accordeonist, valt hem bij. « Een amateur geeft gemakkelijk 50 tot 80.000 fr. uit voor een goed instrument », zegt Van Hoeck. « Maar men stelt zich tevreden met eender welke stoel. » En dat terwijl een « musity »–stoel net geen 6.000 fr. kost. Info op (02) 583.00.90.
Referentie
Ronny DE SCHEPPER, Wees gezeten en strijk, mijnheer de muzikant! Het Laatste Nieuws 16 september 1995
(*) De titels in Het Laatste Nieuws werden meestal niet door mezelf gekozen, maar door de eindredactie…