Geboren in San Francisco groeide de tenor Donald George op in New Orleans (studies aan de universiteit van Louisiana). Nadien verhuist hij naar Europa, waar hij in diverse operahuizen werkt, met als voornaamste prestatie de titelrol in “Candide” van Leonard Bernstein, met de componist zelf als dirigent.
Marc Clemeur heeft Donald George ontdekt toen hij nog voor de Filharmonie van Vlaanderen werkte en hij iemand zocht voor het Requiem van Mozart in een uitvoering van Emil Tchakarov. Zelf heb ik die uitvoering niet gehoord, maar op basis van zijn prestatie in “La Cenerentola” kan ik daar niet echt om treuren. Op bepaalde momenten werd George echt van de planken gezongen (en vooral gespeeld) door de Zweedse bariton Urban Malmberg, die als zijn kamerdienaar Dandini voor het grootste gedeelte van de opera zijn plaats moet innemen. Nu ben ik wel de eerste om toe te geven dat Rossini voor hem een veel dankbaarder partituur heeft weggelegd dan voor de arme prins. En nogal goed dat ik me dit niet heb herinnerd toen ik de sympathieke Donald een jaar later ontmoette tijdens de opname van Puccini’s “Manon Lescaut” in de BRT-studio’s o.l.v. Alexander Rahbari. Toen vond ik hem overigens wél goed… Ondertussen heeft hij met Rahbari nog samengewerkt voor het Requiem van Verdi (CD-opname met het Slovaaks Filharmonisch Orkest) en een mis van Peter Benoit (concert met BRTN-Filharmonisch Orkest).
Ronny De Schepper