Het is vandaag 170 jaar geleden dat de Britse politicus Robert Peel is gestorven. Hij is vooral de geschiedenis ingegaan door een politiehervorming, die ertoe geleid heeft dat de Engelse politieagenten ook nu nog altijd “Bobbies” worden genoemd.
Robert Peel was de premier van het Verenigd Koninkrijk van december 1834 tot april 1835, en daarna opnieuw van juni 1841 tot 29 juni 1846.
In 1822 werd Peel benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken en bleef dit tot in 1827, toen George Canning Liverpool opvolgde als premier. Van 1828 tot 1830 oefende hij deze functie opnieuw uit in de regering onder leiding van Wellington, een levenslange medestander van Peel. Onder Wellington werd hij de tweede man in de Torypartij.
Hij voerde een aantal belangrijke veranderingen door in het Britse rechtssysteem. Het streven naar meer rechten voor de katholieken in Engeland kreeg in deze tijd onder de bevolking steeds grotere aanhang, resulterend in de zogenaamde Catholic Relief Act (1829). Deze wet veroorzaakte in 1830 de val van de regering-Wellington.
Het was in deze tijd dat hij de organisatie van de stedelijke politie van Londen, Metropolitan Police (met als thuisbasis Scotland Yard), onder handen nam. Hierdoor is hij dus nog steeds bekend, de onofficiële term voor een politieagent in Groot-Brittannië (vooral in Londen) is een bobbie, het koosnaampje voor Robert. De oudere term hiervoor, peelers, is ook van zijn naam afgeleid. En hoewel zijn reorganisatie niet populair was, bleek hij erg succesvol in het terugbrengen van delicten in Londen, en in 1835 kregen alle steden in het Verenigd Koninkrijk richtlijnen voor het opzetten van hun eigen politiekorps. (Wikipedia)