De Amerikaanse postmoderne choreografe Lucinda Childs viert vandaag haar tachtigste verjaardag. In de Singel kwam ik tijdens een klassiek concert in 1992 naast haar te zitten. Een mooie, streng uitziende vrouw, die nog niets van haar gratie had verloren.
Nadat Merce Cunningham in 1960 de postmoderne dans had gelanceerd, werd ze daarin nagevolgd door Trisha Brown, Douglas Dunn, Twyla Tharp en Meredith Monk. Men spreekt wel eens van de Judson-groep omdat de eerste choreografieën tot stand kwamen in de Judson Memorial Church. Kenmerkend hierbij zijn de geometrische patronen en de simpele, minimale bewegingen. Een opvallend figuur in die Judson-groep was Lucinda Childs, die later dé incarnatie van het Amerikaanse minimalisme is geworden.
After opening her own dance company, The Lucinda Dance Company in 1973, Childs collaborated with the likes of Robert Wilson and Philip Glass. Childs, Glass and Wilson joined together on the opera Einstein On The Beach. Childs participated as the leading performer and choreographer, and won an Obie Award for Best Actress for her performance.
In 1980 kwam de Dalai Lama naar New York en er werd aan Glass gevraagd van een compositie voor orgel te schrijven “van onbeperkte duur” (omdat men niet wist hoe lang de Dalai Lama op zich zou laten wachten). “Dat is voor mij geen enkel probleem,” vertelde Philip Glass met de nodige zelfrelativering. Later heeft Lucinda Childs een choreografie op deze muziek geschreven en ze de naam “Mad rush” meegegeven. Daarna gebruikte Lucinda Childs muziek van Ligeti o.a. voor “Rhythm plus” uit 1991. Michael Nyman schrijft voor haar gezelschap “Portraits in reflection”.
Op 8 oktober 1994 was het gezelschap van Lucinda Childs te gast in de Vlaamse opera, waar met live-begeleiding door I Fiamminghi gedanst werd op muziek van Gorecki (“Concerto” uit 1993). Daarvóór waren er nog choreografieën op muziek van Ferrari, Kurylewicz (“Impromptu” uit 1993) en Ligeti (“Rhythm plus”, hierin was heel even Lucinda Childs zelf nog eens te zien), gespeeld door de Poolse claveciniste Elisabeth Chojnacka, die ook clavecimbel speelde in het concerto van Gorecki. Eigenlijk was er een creatie voorzien, maar Lucinda had haar huiswerk niet gemaakt. Dit werd door Dries Sel vooraf aan het publiek meegedeeld.
Catherine Malfitano was in 1997 niet te beroerd om in de Luc Bondy-versie van “Salome” in doorkijkbloes een sensuele dans van de zeven sluiers (in een choreografie van Lucinda Childs) uit te voeren. Ondanks dat ze toch wel goed in het vlees zit, gaf ze zich helemaal, ook al moet ze reeds enkele maten na de dans opnieuw volop zingen.
Referentie
Ronny De Schepper, Minimaliste Lucinda Childs in de opera, Het Laatste Nieuws 7 oktober 1994