Het Deens kampioenschap wielrennen op de weg werd slechts voor het eerst verreden in 1987 met aan de start niet alleen Denen, maar ook Zweden en Noren. Pas sinds 1989 wordt de wedstrijd alleen gereden door Denen. Toch beschouwen sommigen (met name de Wielersite) het kampioenschap van 25 juni 1995, gewonnen door Bjarne Riis (foto Velo Steve via Wikipedia), als het allereerste! Merkwaardig: voor de vrouwen werd er reeds vanaf 1981 een kampioenschap betwist!
Bjarne Lykkegård Riis (Herning, 3 april 1964) werd prof in 1986. Hij was een jarenlang weinig opvallende coureur bij Vlaamse en Franse teams, met enkele uitschieters zoals een etappe in de Ronde van Italië van 1989, twee ritten in de Ronde van de Europese Gemeenschap en het Deens kampioenschap. Zijn grote doorbraak kwam echter in 1993, het tweede jaar dat hij bij de Italiaanse Ariostea-ploeg reed. Nadat hij opnieuw een etappe in de Ronde van Italië had gewonnen, deed hij dat nu ook in de Ronde van Frankrijk. Bovendien veroverde hij in een van de vlakkere etappes de gele trui en wist hij door lang aan te klampen in de bergen uiteindelijk een vijfde plaats in het eindklassement te behalen.
Het jaar erop won hij als lid van de beruchte Gewiss-ploeg opnieuw een etappe in de Tour en werd veertiende in het eindklassement. In 1995, toen hij wederom Deens kampioen was geworden, werd hij zelfs derde. In 1996 startte hij bij de Duitse Telekom-ploeg daarom als outsider voor de eindzege, waarvoor vijfvoudig winnaar Miguel Indurain de grootste kanshebber werd geacht. Omdat zowel op de Col de l’Iseran als de Col du Galibier sneeuw lag, werd de 190 kilometer lange etappe van Val-d’Isère naar Sestriere ingekort tot 46 km een bergop sprint vanaf Le Monêtier-les-Bains, waarbij Riis erin slaagde om de gele trui te veroveren. Zijn jonge ploeggenoot bij Team Telekom, Jan Ullrich, was volgens geruchten evenwel beter dan de Deen en zou in de afsluitende tijdrit nog hebben moeten inhouden om niet te dichtbij te eindigen in het eindklassement. Zo werd Riis de eerste en tot nu toe enige Deense Tourwinnaar ooit.
In 1997, toen hij met de Amstel Gold Race zijn enige klassieker had gewonnen, startte Riis weer als favoriet in de Tour. Dit jaar bleek Ullrich echter veel beter en moest Riis genoegen nemen met een zevende plaats. Het jaar erop startte hij als knecht van Ullrich en werd hij zelf elfde. In 1999 botste Riis in de Ronde van Zwitserland tegen een finishpaaltje. Hij zou daarvan nooit meer helemaal herstellen en stopte in 2000 als actief renner.
Van 2001 tot 2015 was Riis ploegleider van het Deense ProTour-team CSC, daarna Saxo Bank-Tinkoff Bank. Hij staat erom bekend zijn renners mee te nemen op survivalkampen en hen zo mentaal sterker te maken. Met klassementsrenners als Ivan Basso, Tyler Hamilton, Carlos Sastre, Andy en Fränk Schleck en Alberto Contador heeft de ploeg vaak goed gepresteerd in klassementen van grote rondes. Sinds 2016 heeft hij een stap teruggezet en is hij nu ploegleider bij het kleine Team Virtu Cycling.
Hoewel Riis nooit op doping is betrapt, is hij veelvuldig van dopinggebruik beschuldigd. In 1994 en 1995, het jaar waarin hij zijn eerste podiumplaats in de Tour behaalde, reed Riis dus bij Gewiss-Ballan, de ploeg die bekendstaat als de eerste wielerploeg waar structureel en georganiseerd epo werd gebruikt. Een van de ploegdokters was Michele Ferrari, die later werd verbannen uit de wielersport. Riis’ bijnaam in het peloton zou monsieur 60% zijn geweest, naar zijn (kunstmatig) hoge hematocrietgehalte. “Eigenlijk had zijn bijnaam ‘Monsieur 64%’ moeten zijn,” aldus Telekom-verzorger Jef D’Hont. Volgens de verhalen was zijn bloed zo dik dat hij ’s nachts enkele malen moest worden gewekt om te voorkomen dat hij zou komen te overlijden aan een hartstilstand.
Riis maakte op vrijdag 25 mei 2007 in een persbijeenkomst te Kongens Lyngby een einde aan de twijfels, en bekende dat hij de Ronde van Frankrijk in 1996 op doping had gewonnen. Hij gebruikte epo tussen 1993 en 1998. Riis, op het moment van de bekentenis ploegleider van CSC, verklaarde dat hij de epo zelf kocht en injecteerde, en dat zijn coach er niet van op de hoogte was. Riis gaf toe dat het een fout was die hij niet meer zou maken als hij de tijd zou kunnen terugdraaien. Overigens blijft Riis wel in de boeken staan als Tourwinnaar van 1996, omdat ten tijde van zijn bekentenis de verjaringsperiode van acht jaar reeds verlopen was en de UCI hem zijn zege niet meer kon afnemen. De Tour-organisatie schrapte hem echter wel uit de lijst van voormalige Tour-winnaars. Hij deed de uiteenzetting na dopingbekentenissen van enkele van zijn oude ploeggenoten bij Team Telekom in de voorafgaande week (Christian Henn, Udo Bölts, Erik Zabel en Rolf Aldag).
Ook tijdens zijn carrière als ploegleider is Riis geassocieerd met doping. Zo gaf Tyler Hamilton in zijn geauthoriseerde biografie aan dat Riis degene was die hem in contact bracht met dopingarts Eufemiano Fuentes. Ook CSC-renners Ivan Basso en Fränk Schleck waren betrokken bij de zaak-Fuentes, die Operación Puerto wordt genoemd. Basso werd hiervoor in 2007 geschorst. Schleck gaf later toe dat hij bijna 7000 euro overmaakte naar Fuentes, maar is hier niet voor vervolgd. Ook de Deense oud-renner Michael Rasmussen gaf aan dat Riis volledig op de hoogte was van het dopinggebruik van zijn renners.
Riis is getrouwd met Anne Dorthe Tanderup, een voormalig tophandbalster die in 1996 de gouden medaille won op de Olympische Spelen met het Deens handbalteam. (Wikipedia)