Het is vandaag ook zestig jaar geleden dat de Russische schrijver Boris Pasternak is overleden. Bij ons is hij vooral bekend door “Dr.Zhivago”, dat destijds verboden werd in de Sovjetunie en waarvoor hij dan in 1958 prompt de Nobelprijs kreeg, want zo ging dat in die tijd. Merkwaardig genoeg is Pasternak ooit wel ter sprake gekomen in De Rode Vaan, maar dan niet met “Dr.Zhivago”, maar wel naar aanleiding van een opera, die onze medewerker Guillaume Maijeur zowaar in Wuppertal was gaan bekijken…
« The electrification of the Soviet Union » is de titel van een Engelse opera van de hedendaagse componist Nigel Osborne (geb. 1948) en verwijst naar een uitspraak van Lenin: « Het Communisme is de Sovjetmacht + de elektrificatie van het ganse land ».
Het gegeven van deze opera is gebaseerd op de vertelling « Powest » en de versroman « Spektorskij » van Boris Pasternak. In korte flitsen worden scènes gebracht uit het leven van de dichter Serjoscha Spektorskij die vóór de revolutie een sinecuur-postje bekleedde als privé-leraar bij de rijke familie Frestin. Met brokjes ziet men zijn relatie tot verschillende vrouwen: de niet zo goed bedeelde gouvernante Anna waarop hij verliefd is, zijn zuster Natascha die met de partij sympathiseert en het hoertje Saschka, waar hij enkele gezellige momenten bij doorbrengt.
In 1920, na de revolutie, worden de kaarten anders verdeeld : Anna verschijnt in een uniform van het Rode Leger en verwijt Serjoscha zijn lege, parasitale houding bij de Frestlns. Zonder de sympathie van zijn zuster Natascha zou zijn toekomst er niet rooskleurig uitzien. Het hoertje Saschka verliest volledig haar kansen…
De muziek is zoals het gegeven: een koele en zakelijke aangelegenheid. Geen wonder dat de opera bij zijn creatie in 1987 in het opgesmukte Glyndebourne maar weinig succes kende. De Duitse creatie die wij te Wuppertal bijwoonden werd echter met veel enthousiasme begroet. De vertolking was bijzonder knap, zonder zwakke elementen in de bezetting. Wij citeren: Karlheinz Blank als Boris Pasternak, Wolfgang Holzmair als Serjoscha, Danielle Grima als Natascha (wij hoorden haar ooit nog te Luik in Offenbachs « La Grande Duchesse de Gerolstein »!), Lynne Wickenden als Anna, Jane Marlowe-Mengedoht als Saschka en een sonore bas waar wij beslist nog zullen van horen: Mihail Sotiroff-Milanow.
Voor ons, Vlamingen, is Wuppertal niet meteen bij de deur (250 km autobaan van Antwerpen), maar het is sinds vele jaren een klein, doch vooruitstrevend gezelschap waar men steeds voldaan van terugkeert.
Het speelplan 88/89 voorziet nog buiten de creatie die wij bijwoonden: Het Land van de Glimlach, Hansje en Grietje, Simon Boccanegra, Dialogues des Carmélites (Poulenc), La Pietra del Paragone (Rossini), Fidelio, Candide (Bernstein), Euridice (Peri), Manon, Der Rosenkavalier, Macbeth, Medea (Cherubini), My Fair Lady en een volledige cyclus van Der Ring der Nibelungen. Niet zo slecht voor een gezelschapje dat de eindjes aan elkaar moet knopen met veel minder subsidies dan onze ex-OVV.
Referentie
Willy Maijeur, Klein doch vooruitstrevend, De Rode Vaan nr.43 van 1988