In de roman “De bochtenrijder van de opera” (1989) van Johny Van Tegenbos (pseudoniem van Lucas Vanclooster) krijgt men een beeld van de Munt onder het beheer van Gerard Mortier via de confrontatie met de chauffeur van de directeur, wat Vanclooster inderdaad heel even is geweest. Daarna volgde “Funyu” (1991), een verhaal over “het verlies van de onschuld” aan de hand van een Japanse violiste, die na een auditie in Tokio tot haar verbazing door de Nationale Opera van België wordt geëngageerd. Het is ook een verhaal over een onmogelijke liefde, want “east is east and west is west and never the twain shall meet“. Vóór “De bochtenrijder” publiceerde Van Tegenbos nog twee romans “Ik ben eeuwig jong” (1982) en “Een opvoeder” (1984) die op zijn vroegere carrière als… opvoeder zijn geïnspireerd.
writers' blog
Former journalist, interested in music (all kinds), literature, film, cycling and everything that spices up life.