Het is vandaag 105 jaar geleden dat de Canadese militair John McCrae aan het front van Ieper het gedicht “In Flanders fields” schreef. Hij deed dat op twintig minuten tijd. McCrae was eigenlijk dokter en werkte dan ook als chirurg in de loopgraven. In december 1915 zou zijn gedicht gepubliceerd worden in het (in normale omstandigheden komische) tijdschrift “Punch” en zou op de kortste tijd de wereld rond gaan. Het was ook het onderwerp van een kunstwerk van de Gentse Tania Desmet (zie hieronder).
McCrae zelf zou de oorlog niet overleven: op 28 januari 1918 stierf hij in Boulogne aan een gecompliceerde longontsteking door een virulente meningitis. Hij werd begraven op het Wimereux Communal Cemetery, op slechts een paar kilometer van de kust van Boulogne. Zijn paard “Bonfire”, leidde de begrafenisstoet, volgens militaire traditie zijn meesters laarzen omgekeerd in de stijgbeugels.
Plastische kunst en ik, het is geweten, het is geen goed huwelijk. Toch heb ik af en toe (in opdracht) iets over plastische kunst moeten maken. Die artikels heb ik nadien echter “verknipt” tot kleine stukjes over de kunstenaars zelf. Wellicht met de bedoeling dat als ik ooit nog eens iets over deze of gene kunstenaar moest maken, ik op z’n minst toch een referentiepunt zou hebben. Maar nu heb ik die “nota’s” dus niet meer nodig en ik ga een poging doen om de artikels te “reconstrueren”. Ongetwijfeld zal ik hier of daar wel eens in de fout gaan, dus ik laat mij wat dat betreft graag corrigeren.
Tinus Vermeersch, “mijn kleine Rembrandt“, zoals zijn lerares Ingrid Castelein hem noemt, houdt zich net als zijn lerares aan de conventies (meer zelfs, hij tekent vooral portretten, daar waar Ingrid Castelein eerder met abstracte kleurenvlakken werkt).
Anne-Mie Van Kerckhoven (die ook decors ontwerpt voor Marc Vanrunxt) maakt in tegenstelling tot haar lerares Ingrid Castelein eerder installaties. In de Bourdon-Arcade in Gent hoort daar ook een bed bij, maar dat is duidelijk niet om te slapen, want het is bij haar leerlinge Veerle Persijn dat we een op de grond slapende man aantreffen. “Hoort hij ook bij het kunstwerk?” vraag ik voorzichtigheidshalve, want met installaties weet je maar nooit.
Veerle Persijn is een fotografe, die haar foto’s verwerkt in multipels met neonlicht, zodat je automatisch aan Liliane Vertessen moet denken. Maar ook wie hier zou denken dat dit typisch vrouwelijk is, komt alweer bedrogen uit, want Veerle zegt dat ze de installatie “De Satan ou de Dieu” samen met haar vriend Kris Goubert heeft gemaakt.
De zwoele sfeer die Persijn oproept, vormt een overgang naar het werk van Evert De Franck, die een muur heeft beschilderd met zijn erotische avonturen. Beginnend met een tongzoen en (voorlopig) eindigend met bordeelbezoek. Wie door het kijkgaatje in een ijskast gluurt, ziet een vrouwenbeen in ijs.
Met een organische sculptuur, onleesbare teksten, een merkwaardige foto (een close-up van een aars namelijk, onder de titel “Het blinde oog”) en een labyrint (ze studeerde glastechnologie in Bratislava) wil Chris Van Glabeeck de grenzen tussen leugen en waarheid onderzoeken. Maar als je dan zowel aan de lerares als aan de leerlinge vraagt of dit nu typisch vrouwelijk is, dan ontkennen ze allebei met klem. Terecht, want als men in de Gynaika-brochure de onzin leest over een kromme lijn die vrouwelijk zou zijn en een rechte mannelijk, dan weet je het wel. Vrouwelijke kunstenaars anno 1996 willen op de eerste plaats als kunstenaar erkend worden. Dat ze daarnaast toevallig ook nog vrouwen zijn, is bijzaak.
Frank Liefooghe, globetrotter en artistiek duizendpoot, bereisde zo’n 85 landen en zette her en der gewaardeerde kunstprojecten op touw. Gelukkig had hij pen en papier bij. ‘Brieven uit de Wereld’ vormt de neerslag van zijn wederwaarwaardigheden, in talloze brieven aan vrienden, geliefden en andere zielsverwanten en biedt tevens een venster op de ideeën en gedachtenkronkels van deze onvermoeibare artiest.
Want mail art kan boeiend zijn. De beoefenaars ervan vormen bijvoorbeeld een netwerk dat zich uitstrekt over de hele wereld. De Gentse Tania Desmet werd er door de Barcelonees Pera Sousa in “ingewijd”. Zij ontwierp bovendien ook een postzegel gebaseerd op de papaverbloem die in gedichten over de Eerste Wereldoorlog zo vaak voorkomt in Engelse gedichten (“in Flanders fields the poppies blow“). Als het Bestuur der Posterijen haar tentoonstelling over liefde en oorlog wil toelaten in het Museum voor Posterijen, dan zou op 14 februari 2001 mogelijkerwijs ook de postzegel officieel verschijnen. Tania Desmet geeft les decorontwerp aan het Stedelijk Kunstinstituut (vroeger Rode Lijvekens, nu Ottogracht) en daar heeft ze een “poulain”, Kevin Callens, die nu ook mail artist is.
Ronny,
Een kleine opmerking. De Gentse Tania Desmet is eigenlijk oorspronkelijk van Aarsele :) Ik weet dat omdat mijn vrouw ook van Aarsele is en wij Tania nog kennen van vroeger (toen we nog jong waren en niet getrouwd en de dieren dus nog spraken).
LikeGeliked door 1 persoon