Het is vandaag ook 55 jaar geleden dat “My fair lady”, de film van George Cukor met in de hoofdrol Audrey Hepburn, de meeste oscars wegkaapte op het jaarlijkse oscargala. Eigenlijk was het opvallender dat Audrey Hepburn naast een oscar greep dan dat er één was weggelegd voor Cukor, voor Rex Harrison (als mannelijke hoofdrol) en natuurlijk ook als beste film. De oscar voor beste vrouwelijke hoofdrol ging naar een andere prestatie in een musical: Julie Andrews in “Mary Poppins”. Misschien vormde het feit dat Julie zelf zingt, terwijl Audrey zich liet doubleren door Marni Dixon, hiervoor een doorslaggevend argument?
Zoals iedereen wel weet, is deze musical van Alan Jay Lerner en Frederick Loewe gebaseerd op het toneelstuk “Pygmalion” van George Bernard Shaw. Als overtuigd socialist wou Shaw met zijn stuk het klassenverschil aanklagen. Hij wou bewijzen dat een beter taalgebruik niet noodzakelijk een beter mens of zelfs nog maar een intelligenter mens kenmerkt. Hij heeft zich zijn hele leven dan ook verzet tegen het feit dat men van zijn stuk een musical wou maken.
Wat hij evenwel niet heeft kunnen tegenhouden, dat is het feit dat de vertolkers van de hoofdpersonages, taalprofessor Henry Higgins en bloemenmeisje Eliza Doolittle, reeds van bij de eerste opvoering de indruk wekten dat zij uiteindelijk in elkaars armen gingen belanden. « Het publiek wil het zo » was het laconieke antwoord op het rouspeteren van de auteur.
In Nederland was er in de jaren zestig al een beroemde versie met Wim Sonneveld in de rol van prof.Higgins (in de film gespeeld door Rex Harrison). In Vlaanderen was het in die tijd vooral Denise De Weerdt die de show stal als Eliza Doolitle. 25 jaar later castte Linda Lepomme zichzelf in deze rol bij de door haar geleide musicalafdeling van het Ballet van Vlaanderen.
Rond diezelfde tijd zag ik in het NTG een versie van het oorspronkelijke stuk van George Bernard Shaw, waarin door de Zweedse regisseur Lars Rudolfsson overigens toch enkele liedjesteksten werden ingelast (om de actie vooruit te helpen, niet om ze op te houden), maar dan in de pure music-hall traditie, zoals ook Ray Davies van The Kinks die zo goed beheerst. Dit zou Shaw zeker wel gepikt hebben! Els Magerman en Herman Coessens vertolkten de hoofdrollen.