Het collectieve geheugen van Temse bergt een drama, dat zich in 1960 afspeelde tijdens een carnavalbal. Vier feestgangers vatten vuur, met dodelijke afloop voor Armand Buyens, jongere broer van filmmaker-schrijver Frans Buyens. Die tragedie, in het bijzonder de wijze van overlijden, én de omstandigheden waarin later Frans’ vader en moeder sterven, vormen de centrale gegevens van Buyens’ meesterwerk ‘Minder dood dan de anderen’, in wezen een pleidooi voor euthanasie. Net als ‘Een jongen uit ‘t Foort’ is het tegelijk plaatselijke geschiedschrijving en literatuur, gebaseerd op ware gebeurtenissen in Temse, maar te veralgemenen tot een algemeen menselijke problematiek.
Plaatselijke geschiedschrijving, universele problematiek
30 maart 1960, feestzaal De Belgische Vlag (‘den Boeres’), Kasteelstraat. In Temse is carnaval (nog) niet toegelaten, wel is er het jaarlijkse carnavalbal, dat telkens door ca. 400 vermomden wordt bijgewoond. Drie bekende Temsenaars zijn verkleed als gorilla’s (in jutepak), een vierde als temmer. Een omstaander knipt voor de lol brandende lucifertjes naar het viertal. Een lucifertje treft Armand Buyens. Hij schiet in brand. Als z’n vrienden hem ter hulp snellen, vatten ook zij vuur. Armand rent als een brandende toorts naar buiten en rolt zich over de kasseien van de Kasteelstraat. Brandwonden tot in de derde graad. Na 10 dagen bezwijkt hij aan zijn verwondingen. Hij was 33. Armand wilde leven, maar het lot besliste er anders over.
Bij Frans Buyens’ vader, Jef, wordt kanker vastgesteld. Naarmate de ziekte vordert, wordt hij steeds meer levensmoe. Hij vraagt naar de dood, maar euthanasie is nog niet aan de orde. Hij wil sterven, maar mag niet. In 1966 overlijdt hij, 81 jaar oud.
1976. Frans Buyens’ moeder, Joanna De Bock, stelt vast dat ze kanker heeft. Jaren tevoren heeft ze al met een arts afgesproken dat hij haar uit haar lijden zal verlossen, als ze erom vraagt. Als het zover is, verwittigt Joanna haar zoon Frans. Liggend in zijn armen, krijgt zij – 85 jaar oud – de injectie. Frans Buyens besluit zijn boek als volgt: ‘Het is vijf voor elf. Ik weet niet welk ogenblik ze gestorven is. Ik heb het niet gezien, ik heb het niet gevoeld, ik heb het niet gehoord. Haar leven is overgaan in het mijne. Ze is minder dood dan de anderen.’
Verfilming (1991-1992)
Frans Buyens is tegelijk producer, regisseur en scenarist, z’n levensgezellin Lydia Chagoll is z’n rechterhand. De film, waarin enkele tientallen Temsenaren figureren, wordt verdeeld door Independent Films (Jan Verheyen). Dankzij de medewerking van het gemeente- en OCMW-bestuur kan Frans zoveel als mogelijk filmen op de authentieke locaties in Temse, ook in de (leegstaande) Sint-Elisabethkliniek (= Kouterstraat, huidige serviceflats), waar zijn vader overleed. Als ik met Frans op verkenning loop door de zalen, zien we bakken fiches staan. We kijken erin en vinden… de fiche van Frans’ vader uit 1966.
De hoofdrollen worden vertolkt door Senne Rouffaer, Dora Van der Groen en Koen De Bouw. Op de avant-première in Temse worden zij geïnterviewd. Als Dora Van der Groen aan het woord komt, barst zij in tranen uit. De film, haar rol (de moeder), heeft haar zwaar aangegrepen.
De film krijgt alom goede kritieken, niet in het minst van de gespecialiseerde pers.
Frans Buyens was een pionier-pleitbezorger van waardig sterven. Als hij in mei 2004 onherstelbaar wordt getroffen door een beroerte, wordt zijn wil uitgevoerd: euthanasie.
Het boek is uitgeput. De dvd (20 euro) is verkrijgbaar op de Toeristische Dienst, gemeentehuis, Markt.
Luc De Ryck
Op de foto herkent men v.l.n.r. Jan Verheyen, Frans Buyens, Lydia Chagoll en burgemeester Luc De Ryck.