Het is vandaag al twintig jaar geleden dat de Franse wielrenner Jean Dotto is gestorven.
Ondanks het feit dat hij in 1955 de Ronde van Spanje heeft gewonnen en in 1960 de Dauphiné Libéré heeft hij het bij mijn weten nooit tot de Franse nationale ploeg gebracht, wat de Tour de France betreft.
Toch werd hij in 1954 vierde (hij won toen ook een rit) en eindigde hij nog drie keren binnen de eerste tien.
De Ronde van Italië lag hem minder: in 1955 eindigde hij zeventiende en dat was meteen zijn beste plaats. Dat was meteen ook zijn beste plaats in de klassiekers (Milaan-San Remo van 1955 en de Ronde van Lombardije van 1950), want dat was duidelijk “zijn ding” niet…
Jean Dotto is voor mij ook een voorbeeld van het feit dat de renners van toen bijlange niet zo scherp stonden als die van nu (zie foto vier). Misschien was het ook wel daarvoor dat hij de bijnaam ‘de wijnboer van Cabasse’ had, niet enkel omdat hij in dat dorpje in de Var wijnboer was, maar ook omdat hij eruit zag alsof hij het leven van een hereboer leidde.
En toch was Dotto’s specialiteit… klimmen, het onderdeel van het wielrennen waarvoor men bij uitstek licht gebouwd moet zijn!
Ronny,
Jean Dotto reed zowel in 1952, 1953, 1955 en 1960 voor de Franse ploeg in de Tour de France.
Jan
LikeGeliked door 1 persoon
Oeioei, da’s er zwaar nevens! Tsja, ik kan enkel maar ter vergoelijking zeggen dat ik hem (zoals je kan zien) alleen maar in gewestelijke truitjes heb…
LikeLike
Ronny,
Bij deze is het nog maar eens bewezen dat je menselijk bent gezien missen menselijk is ;)
Jan
LikeGeliked door 1 persoon
En daarbij komt nog dat de koers afstandelijk bekijken (aangezien jij enkele jaren jonger bent) meestal een betere kijk op de zaak geeft dan wanneer men het “allemaal heeft meegemaakt” (vooral als men daarbij eigenlijk nog een kind was)…
LikeLike