Tien jaar geleden was in “Man bijt hond” een oude man te zien die nog nooit spaghetti had gegeten. “In the autumn of his years” zorgde MBH er alsnog voor dat hij het eens probeerde. Hij vond het overigens maar niks. “Geef mij maar patatten!” En daarover gaat het hier nu juist: in onze multiculturele maatschappij, om nu ook eens dat vreselijke woord te gebruiken, is het doodnormaal dat wij Italiaans, Spaans, Chinees, ja zelfs Japans of Mexicaans gaan eten. Sommige mensen maken dat ook zelf thuis klaar. Zeker Italiaans. Ik schat dat iedere Vlaming nu tenminste één keer per week spaghetti eet (of lasagne, ik zeg maar iets). Maar dat is niet altijd zo geweest, uiteraard. En zo is de discussie ontstaan wanneer spaghetti hier in Vlaanderen gemeengoed is geworden.

Ikzelf ben ermee vertrouwd geraakt toen ik als student “naar de grote stad” ging wonen, dacht ik. Dat was op het eind van de jaren zestig. Mijn moeder beweert dat ze daarvóór reeds spaghetti maakte, of op z’n minst macaroni. Dat kan wel zijn, maar dat zal dan toch niet làng daarvoor geweest zijn. De televisieserie “De kat op de koord” (1963) begon b.v. met de familie waarrond de serie zich afspeelde die aan tafel spaghetti zat te verorberen. Nu was die familie redelijk posh en “vooruitstrevend” en volgens mij was dit dan ook een statement.
En zo kwam ik plotseling op het volgende idee: wie pasta zegt, zegt wielrennen. En wie (als Vlaming) Italië zegt (als het over wielrennen gaat), die zegt Rik Van Looy. Op het einde van de jaren vijftig, begin jaren zestig trok Rik met zijn “rode garde” in de winter telkens naar het Gardameer om zich daar voor te bereiden op het komende wielerseizoen. Mijn vraag is nu: zou Rik Van Looy op die manier ook het eten van spaghetti in Vlaanderen populair hebben gemaakt? Tenslotte was hij in die tijd razend populair, waardoor de kans er dik inzat dat zijn fans zijn voorbeeld zouden volgen…

Ronny De Schepper

7 gedachtes over “Heeft Rik Van Looy de spaghetti in Vlaanderen geïntroduceerd?

  1. dat van Looy nooit officieel betrapt werd is onjuist: in Harelbeke-Brussel-Harelbeke nu de E3-prijs (dat jaar gereden in een sneeuwstorm) werd Rik samen met nog een tiental of meer anderen betrapt op amfetamines – er is zelfs een proces van gekomen voor een rechtbank in Gent waar de rechter hem heeft vrijgesproken ‘vanwege zijn grote verdiensten voor de Belgische wielersport’
    het jaartal ben ik vergeten: Rik heeft alleszins die koers gewonnen (maar hij heeft ze drie keren gewonnen als ik me niet vergis)

    Like

  2. Ik heb halverwege deze posting afgehaakt, sport interesseert me hoegenaamd niet. Bij deze ga ik enkel antwoorden op de eerste vraag (en mijn excuses wanneer die niet meer relevant is voor mensen die het hele stuk gelezen hebben.

    Voor zover ik mij herinner is spaghetti pas echt beginnen doordringen in de Vlaamse keukens in het begin van de jaren zeventig met het magisch pak van miracoli: pasta, kruiden en saus. Pas later is het echt gemeengoed geworden. Macaroni werd inderdaad eerder gegeten want ik herinner me, eveneens begin jaren zeventig, van op kostschool degoutante macaroni (resten van ’s middags) waarvan ze een soortement koekje gebakken hadden. Vies, niet te vreten en verantwoordelijk voor mijn blijvende afkeer van macaroni.

    Like

  3. Wie het antwoord op de spaghettivraag wil kennen,leest ‘Ciao Belga. De geschiedenis van de Italo-Belgen’, het vaak ontroerende, altijd bijzonder lezenswaardige boek van Sara Van Poucke dat vorig najaar door Meulenhof/Manteau werd uitgegeven. De recepten voor Macaroni met ham, macaroni met ei, macaroni met kaas stonden in de eerste editie van ‘Ons kookboek’ uit 1927.Spaghetti maakte in 1964 zijn opwachting in ‘Ons kookboek’.

    Mijn moeder bereidde al eind jaren vijftig spaghetti met balletjes in de tomatensaus. Zoals toen gebruikelijk werd ik als klein jongetje naar de winkel van Yvonne aan het station gestuurd, de enige winkel in Wetteren waar spaghetti werd verkocht. De deegwaren zaten verpakt in blauw kaftpapier (daar leek dat Italiaanse papier het meest op) en waren meer dan een halve meter lang. De spaghetti werd boven de pan in tweeën gebroken. Maar inderdaad, de echte doorbraak kwam met Miracolli.

    Like

  4. In het boek van Dries Vanysacker, “Koersend door een eeuw Italiaanse en Belgische geschiedenis: de Italo-Belgische connectie in en rond het wielerpeloton”, Leuven, Acco, 2009 (dat overigens ook het boek van Sara Van Poucke in de bibliografie vermeldt) staat er p.157 dat het Fausto Coppi is die door zijn binding met Lomme Driessens het eten van pasta bij Belgische wielrenners ingang deed vinden. Nu, het een spreekt het andere niet tegen natuurlijk, want ik heb het vooral over spaghetti als POPULAIRE maaltijd in héél de maatschappij, niet enkel bij wielrenners.

    Like

  5. In haar boek heeft Sara Van Poucke het uiteraard ook over Pino Cerami. Een fragment: “In 1947 kon Pino Cerami het werk in de fabriek vaarwelzeggen. In dat jaar werd hij wielerprof bij Peugeot. In 1956 nam hij de Belgische nationaliteit aan. Het jaar daarop werd hij Belgisch kampioen en mocht hij in zijn zwart-geel-rode trui mee naar de Ronde van Frankrijk, ook al was hij naar wielernormen een oudje. Hij sloot zijn rennersloopbaan pas af in 1963, toen hij de veertig al voorbij was. Er was geen kermiskoers waar Pino Cerami niet rond de kerktoren draaide. `Ik heb vaak in Vlaanderen gereden’, vertelt hij. `Ik had ook Vlaamse supporters. Mannen die nog met mijn vader in de fabriek hadden gewerkt of de arbeiders die logeerden in de kamers boven mijn supporterscafé. Dat waren mannen die met hun baluchon arriveerden op maandag en pas na de werkweek weer naar huis gingen. Ik reed het liefst in de streek van Geraardsbergen. Op dat heuvelachtige parcours was ik op mijn best. Ik vond het prachtig dat er altijd een massa volk langs de weg stond.” (p.60)
    Wellicht heeft Sara Pino niet goed verstaan als hij het over dat Belgisch kampioenschap had, want in 1957 heeft hij wel de RONDE van België gewonnen, maar niet het KAMPIOENSCHAP; Dat was voor André Vlayen en Cerami komt zelfs in de uitslag niet voor. Alleszins was het dus onmogelijk dat hij “in zijn zwart-geel-rode trui” aan de Tour zou hebben deelgenomen, zoals ze nochtans eens expliciet herhaalt op p.174.
    Maar het is natuurlijk niet dààrom dat ik het enthousiasme van papa Van Poucke over deze bundeling van artikels voor De Morgen niet kan delen. Nee, waar ik me aan stoor is de “hidden agenda”, namelijk dat dit boek moet “bewijzen” dat Walen tolerant zijn en Vlamingen racistisch. Overigens, zo “verborgen” is die agenda nu ook weer niet: Sara Van Poucke legt deze stelling op een bepaald moment gewoon in de mond van een Italiaanse immigrant (p.154).
    Kijk, dat is nu het gekke met Belgicisten. Enerzijds proberen ze te bewijzen dat wij één en hetzelfde volk zijn, maar anderzijds, als deze stelling wààr zou zijn, dan zou dit toch juist een bewijs van het tegendeel zijn, nietwaar?
    Maar ze is natuurlijk niet waar. Sara Van Poucke schrijft zelf (terecht) dat datgene waar de Walen de grootste hekel aan hadden bij de Italiaanse immigranten, dat dit hun grote religiositeit was. En dan hebben we het nog over katholieken! Een godsdienst waarmee de Walen (eerder nillens dan willens maar toch) ook zijn grootgebracht. Dus wat zou dit niet geven mochten zij geconfronteerd worden – zoals de Vlamingen nà hen – met aanhangers van de islam!

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.