Morgen zal het al 75 jaar geleden zijn dat Johannes Huizinga is overleden. Hij was een Nederlands historicus en geldt als de grondlegger van de Nederlandse cultuurgeschiedenis. Zijn belangrijkste werk is “Herfsttij der Middeleeuwen” uit 1919 (de titel is eigenlijk afkomstig van Henriëtte Roland-Holst, zelf wilde hij het “In de spiegel van Van Eyck” noemen).

Andere belangrijke werken zijn: “Erasmus” (1924), “In de schaduwen van morgen” (1935), “Homo Ludens” (1938) en “Nederlands beschaving in de zeventiende eeuw” (1941). Dit laatste werk is ontstaan uit een aantal lezingen die hij aan de universiteit van Keulen heeft gegeven in de jaren dertig. Hij heeft die omgewerkt tijdens het eerste oorlogsjaar en daardoor is de toon nogal bombastisch en vaderlandslievend. Reeds in 1933 stelde Huizinga een daad tegen het nationaalsocialisme. Bij een internationale conferentie aan de universiteit van Leiden verzocht hij de Duitser Johann von Leers de conferentie te verlaten, nadat Huizinga kennis had genomen van diens antisemitische geschriften. Hierop vertrok de voltallige Duitse delegatie. Ook zijn vriendschap met André Jolles (die met zijn “Einfache Formen”, een studie over sagen en mythen, grote invloed had gehad op het ontstaan van “Herfsttij”) verbrak hij toen deze zich tot het nazisme bekeerde. Uit het boek onthouden we vooral dat hij de voorkeur gaf aan Vondel boven Bredero, Huygens en Cats (in die volgorde), ook al was Cats het populairste bij zijn tijdgenoten. Toch deed hij niet aan overschatting. Zo was Vondel in zijn ogen zeker geen Shakespeare, zelfs geen Dante of Racine. Eigenlijk had hij vooral bewondering voor de méns Vondel (barmhartig, gerechtig), eerder dan de literator. Postuum verscheen zijn autobiografie “Mijn weg tot de historie” (1947). Hij is de vader van de schrijver Leonhard Huizinga (“Adriaan en Olivier”).

Een gedachte over “Johannes Huizinga (1872-1945)

  1. Dat werk werd meermalen door mij uit de bib gehaald, omdat het zo interessant was. Het boek werd ooit gered uit de Davidsfondsbibliotheek, gevestigd in de Pastoor Boelstraat te Temse, in het pand waar toen ook de Chirolokalen ondergebracht waren.
    Maar in 1997 kwam het werk weer uit bij Contact. Uitgebreider, albumgrootte en met veel meer illustraties in kleur, 416 blz.) Piet de Moor had er een recensie van enkele bladzijden aan gewijd in Knack (6 mei 1998.)
    Dit werk heeft in ons boekenrek nog altijd een ereplaats.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.