De Belgische sopraan Xenia Konsek werd in 1960 geboren in de Duitstalige Oost-Kantons van ons land. Ze studeerde aan de conservatoria van Verviers en Luik en aan het Mozarteum te Salzburg. Tevens werd ze laureate van de zangwedstrijden te Verviers, Lucca, Barcelona, Mantua en Rio de Janeiro.
Ik maakte voor het eerst met haar kennis toen ze laureaat werd van de helaas ter ziele gegane opera- en belcanto wedstrijd van de BRT in 1986. Dat was een wedstrijd voor duo’s en Xenia vormde dat jaar een team samen met Rolande van der Paal met wie ze een jaar later, meer bepaald op 6 november 1987 in de Opera voor Vlaanderen was te zien in “La Bohème” van Puccini.
Nog in 1986 nam ze zowaar ook deel aan de Knokke Cup als lid van de ploeg van de Belgische Duitstalige Omroep BRF. Helaas heb ik toen niet genoteerd wat ze heeft gezongen. Het zou nochtans interessant zijn dat te weten.
In 1988 bereikte ze de halve finale van de Elisabethwedstrijd, waarin ze op 21 mei het lied van de maan uit “Rusalka” zong en “Martern aller Arten” uit “Die Entführung aus dem Serail”. Daarna hoorde ik haar “Un bel di vedremo”, “C’est des contrabandiers”, “Alta notte in fonde al mare” en “Tonight” zingen toen ze te gast was bij een opname van het BBC-programma van Dennis O’Neill in de Antwerpse Koningin Elisabethzaal in 1991.
Zij debuteerde aan de opera van Mainz. Nadien zong ze ook te Kiel, in het Badisches Staatstheater Karlsruhe en in de Komische Oper Berlin. In België was ze reeds te horen in de Munt (op 8 juni 1991 was ze bijvoorbeeld te zien in de bewerking die Philippe Boesmans heeft gemaakt van “L’incoronazione di Poppea” van Monteverdi en op 30 april 1994 zong ze er de “niece” in Peter Grimes van Benjamin Britten), in de Opera voor Vlaanderen, de Opéra Royal de Wallonie en tijdens het Festival de Wallonie. In Frankrijk trad ze op te Nice, Dijon, Capitole de Toulouse, Opéra Comique te Parijs (met name op 3 mei 1997 was ze Jenny in “La Dame Blanche” van Boieldieu, met als dirigent Marc Minkowski), Opéra National du Rhin-Strasbourg en tijdens de festivals van Radio France en Montpellier. Tot haar voornaamste rollen behoren verder Euridice uit “Orphée et Euridice”, Sifare uit “Mitridate, Re di Ponto”, Sandrina uit “La finta giardiniera”, de gravin en Susanna in “Le Nozze di Figaro”, Pamina in “Die Zauberflöte”, Leila in “Les Pêcheurs de Perles”, Antonia in “Les Contes d’Hoffmann” en Annina in “The Saint of Bleecker Street”.
Tijdens het Garsington Opera festival oogstte Xenia Konsek als Susanna/Le Nozze di Figaro, samen met het Orchestra of the Age of Enlightment, bijzonder veel bijval. Als concertzangeres werkte ze met het Nationaal Orkest van België, het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen en het Orchestre Philharmonique de Nice in werken van Bach, Mozart, van Beethoven, Mendelssohn en Verdi. In de Vlaamse Opera verleende zij haar medewerking aan het Te Deum van Bruckner in het Gentse I.C.C. op 25 juni 1992 (dirigent Rudolf Werthen) en aan “Ein Sommernachtstraum” van Mendelssohn. Tevens zong ze er de rollen van de Duenna in “Der Rosenkavalier” (op 16 april 1992), Suor Genovieffa in “Suor Angelica” en Nella in “Gianni Schicchi” (op 24 september 1996, maar elders heeft ze ook reeds Lauretta gezongen), Sandmännchen/Taumännchen in “Hänsel und Gretel”, Mélisande in “Ariane et Barbe-Bleue”, Frasquita in “Carmen” (in het Koninklijk Circus zong ze op 16 november 1999 de rol van Micaëla in de Muntproductie van Guy Joosten), ‘Harp’ in Battistelli’s “Prova d’Orchestra” en Wellgunde in “Das Rheingold” (in de productie van Ivo van Hove).
Xenia Konsek gaat ook het hedendaagse repertoire niet uit de weg. Zo zong ze samen met o.a. Aga Winska in de Antwerpse Singel op 4 april 1996 “Aquarius” van Karel Goeyvaerts, waarvan daarna een CD op de markt kwam. Maar ze was net zo goed te horen in werk van Offenbach tijdens het nieuwjaarsconcert dat het Gentse stadsbestuur op 9 januari 2000 aanbood in de Gentse Bijloke.
Ronny De Schepper