Op tweede kerstdag is de Amerikaanse actrice Sue Lyon gestorven. Ze was 73. Een doodsoorzaak vind ik niet. Blijkbaar vinden “de media” dat iemand van 73 lang genoeg heeft geleefd. In dat geval lig ik er goed voor!

Sue Lyon werd op veertienjarige leeftijd gecast voor de rol van Dolores “Lolita” Haze in de gelijknamige film uit 1962 van regisseur Stanley Kubrick. Ze speelde een twaalfjarig meisje op wie een oudere man smoorverliefd wordt. De film was daardoor, gecombineerd met het feit dat Lyon zelf minderjarig was, indertijd vrij controversieel. In diverse landen werd de film dan ook gecensureerd. De rol leverde Lyon – die overigens ook twee nummers inzong voor de soundtrack: “Lolita Ya Ya” en “Turn Off the Moon” – in 1963 een Golden Globe op. Ook in “The Night of the Iguana” (1964) speelde Lyon een verleidelijke tiener. Later volgden rollen in “Seven Women” (1966), “The Flim-Flam Man” (1967), “Tony Rome” (1967) en “Evel Knievel” (1971). Eind jaren tachtig stopte ze met acteren en verdween ze in de anonimiteit.

“Thank heaven for little girls,
for little girls get bigger every day.
Thank heaven for little girls,
thank heaven for them all,
no matter where, no matter who,
without them what would little boys do?”

Aldus Maurice Chevalier ter ere van Leslie Caron in “Gigi” van Vincente Minnelli uit 1958. Ik vond dat toen al een lied dat gemakkelijk tot misverstanden aanleiding kon geven en toen het in 1994 werd nagebootst door Gerard Depardieu in de enige leuke passage uit “My father the hero” werd dit inderdaad duidelijk in de verf gezet. Gelukkig kwam de film echter een paar jaar vóór de zaak Dutroux uit, want dan zou men deze passage allicht minder “leuk” hebben gevonden. When female lead Katherine Heigl (14 during the making) appeared on the Howard Stern Show in April 2016, Stern pointed out that this film would never get made these days, especially by a Disney-owned studio, at least, not in the U.S, and if anyone tried, they’d be arrested. Heigl agreed, saying, “It would never happen. I watched it recently with my 14-year-old niece, and I was like, ‘This is really inappropriate!'”
Gerard Depardieu was (op basis van deze film?) ook de eerste keuze van Adrian Lyne voor zijn remake van “Lolita” naar het gelijknamige boek van Vladimir Nabokov. Uiteindelijk werd het Jeremy Irons die met de 14-jarige Dominique Swain mocht/moest stoeien. Zij werd voor een aantal scènes wel door een stand-in vervangen, maar dat belette niet dat de film in de VS de gevestigde bioscoopzalen niet kon halen.
Lyne heeft immers meer dan dertig jaar na Kubrick een iets meer “gekruide” versie gedraaid, maar dat was ook niet moeilijk want Kubricks film was “ijskoud” (“If I realised how severe the limitations were going to be, I probably wouldn’t have made the film,” verklaarde hij achteraf). Met andere woorden, denk maar niet dat u veel van het lijf van zelfs de stand-in te zien krijgt (*). Het blijft bij suggestie. Al wordt er nu wel degelijk seks gesuggereerd (zelfs in diverse standjes), terwijl die in het boek en in de film van Kubrick bijna afwezig is.
Anderzijds wordt Lolita ook als een onuitstaanbaar Amerikaans joch afgeschilderd, wat alle erotische aantrekkingskracht vakkundig weghaalt als men niet totaal geschift is. Toch is dit niet voldoende voor de kruisvaarders. Zelfs actrice Sue Lyon (de originele Lolita) heeft zich aan hun kant geschaard. Haar Hollywood-leven van seks, drugs en echtscheidingen wijt ze immers aan haar optreden in deze film. Ja, het is soms moeilijk in de spiegel te kijken en de waarheid onder ogen te zien…
Het scenario werd geschreven door Stephen Schiff van The New Yorker (bij Kubrick gebeurde dit nog door Nabokov zelf), nadat scripts van bekende schrijvers (o.a. Harold Pinter) werden geweigerd. Ook dat van David Mamet. “Wat scheelt eraan?” vroeg Mamet aan producer Richard Zanuck. “You made the guy look like a paedophile!” was het verrassende antwoord en eigenlijk wordt dit bijgetreden door vertolker Jeremy Irons, die zegt: “I understand that paedophiles in the main believe that the children want it. But Humbert knows that he’s ruining her childhood.” (Time Out, 22/4/1998)
Enfin, helemaal verrassend waren deze reacties toch niet, zeker als men rekening houdt met het ophef dat het maakte toen Dutroux op 23 april 1998 (even) ontsnapte en men na het bericht hierover, puur toevallig nemen we aan, “J’aime les filles” van Jacques Dutroux, pardon Dutronc, speelde.
Nog een voorbeeld: in de jaren zeventig sierden foto’s van David Hamilton menige meisjeskamer (de jongens bekéken de foto’s wel om zich af te rukken, maar aan de muur hangen was niet stoer genoeg). In 1998 echter moest zijn Amerikaanse uitgever Barnes & Noble zich voor de rechtbank verantwoorden omwille van het verspreiden van kinderporno!
In dat licht moet men ook de reactie van Herman De Coninck zien, die in De Morgen van 10/4/1997 beschrijft hoe hij de film “Exotica” (ook uit 1994) pas na de zaak Dutroux op televisie en “dus” met andere ogen heeft gezien: “Het zal wel een teken des tijds zijn dat je aanvankelijk naar Francis (het hoofdpersonage) kijkt als een pedofiel, hij ziet er van meet af aan gekweld uit, heeft iets met zijn nieuwe babysit, heeft iets met zijn oude babysit. Vervolgens blijkt zijn dochter vermoord, maar wie heeft het gedaan? Het ontroerende van deze film is juist dat deze kijk wordt afgestraft. Francis is gewoon een vader die van zijn dochter houdt en bij uitbreiding van jonge meisjes die hem aan zijn dochter herinneren. Die aandacht voor hen heeft omdat ze jong en kwetsbaar zijn, niet omdat hij ze wil kwetsen. Die tijd voor hen uittrekt, volwassen met hen praat, nooit een vinger naar hen uit zou steken. Het doet deugd om in dit Dutroux-tijdperk nog eens gedurende zo’n film van jonge meisjes te mogen houden. Van onschuld, in dit stripteasebestaan.”
Onschuld, jawel, dat beweert ook Sally Mann te zoeken in de foto’s van haar kinderen en andere ontluikende meisjes. Mooie foto’s ook. Maar toch kan je je afvragen of het enkel omwille van die schoonheid is dat haar tentoonstelling in het Museum voor de Fotografie in Antwerpen zo’n succes had. Maar tegelijk is het ook toch geruststellend in deze post-Dutroux-tijden dat het opnieuw kàn, dat de Alexandra Coolens dezer aard hun slag niet hebben thuisgehaald. Enfin, toen toch, want nu wordt in datzelfde museum Boontjes “Fenomenale Feminatheek” wél verboden.
Nog in Antwerpen werd een man een maand in voorhechtenis genomen… omdat hij foto’s had gemaakt van zijn naakt dochtertje, spelend op het strand of in het bad. De man was weliswaar gescheiden, maar zijn ex-vrouw (en het dochtertje zelf) bevestigden dat het gewone familiekiekjes betrof, die niets met pornografie vandoen hadden. Uiteindelijk werd hij tot twee jaar voorwaardelijk veroordeeld! Deze heksenjacht had natuurlijk alles te maken de moord door de bende van Marc Dutroux op Julie, Mélissa en andere kinderen die eerst seksueel werden misbruikt.
Karin Spaink in Het Parool van 16 december 1996: “Vanwege de commotie die de laatste maanden in het voetspoor van Dutroux is ontstaan over kinderporno en kindermisbruik, is pedofilie een nog heikeler onderwerp geworden dan het al was. En het was al nooit eenvoudig. Eén van de lastige punten is dat kindermisbruik en pedofilie momenteel simpelweg ineen geschoven lijken te worden, als waren dat twee aspecten van dezelfde zaak: alsof pedofielen kinderen altijd misbruiken, en alsof al het kindermisbruik, tout court, op rekening van pedofielen kan worden gezet. Maar dat is niet zo, en Dutroux zelf is daar een pijnlijk voorbeeld van: niemand heeft ooit het vermoeden geuit dat de man in het bijzonder ingenomen was met kinderen of jonge meisjes en zelf pedofiel zou zijn; het was naar het zich laat aanzien eerder zijn zakelijk instinct dat hem dreef, zijn vermoeden dat er geld te verdienen was aan het verkopen of verhuren van kinderlichamen of van video’s waarop jonge meisjes werden verkracht.”
THE CRUSH
Als reclame voor de erotische thriller “The Crush” van debutant Alan Shapiro, verspreidde men een foto die een overduidelijke referentie wilde zijn aan de beroemde foto van Sue Lyon in badpak op het gazon van haar moeders huis in “Lolita” van Stanley Kubrick), terwijl James Mason als mogelijke huurder kwijlend toekijkt: een nymfolepticus en een nymfijn (“nymphette”, zoals Nabokov het zelf schrijft, wat o.m. aanleiding heeft gegeven tot een gelijknamige pornofilmreeks van de Amerikaan Jerome Tanner). Stanley Kubrick draaide z’n film in 1962 in Engeland (om de Amerikaanse censuur te ontwijken), zeven jaar nadat de naar Amerika uitgeweken Russische professor Vladimir Nabokov (1899-1977) het boek had gepubliceerd, waarop de film is gebaseerd. Want dààr gaat het dus over: de verliefdheid van een oudere man (Humbert Humbert) voor een meisje in haar prepuberteit.
En dus niet omgekeerd, zoals zowel in “The Crush” als in “La petite sirène”, “La petite allumeuse” als “Noce blanche”, waarin Vanessa Paradis inderdààd haar leraar Bruno Cremer verleidt. De regisseur van “Noce blanche”, Jean-Claude Brisseau (°1944) werd in februari 2005 beschuldigd van seksuele aanranding omdat hij vijftien vrouwen tijdens een casting had gefilmd terwijl ze masturbeerden. Hij beweerde dat hij “de elegantie van vrouwelijk genot” in beeld wilde brengen, maar het is nog maar de vraag of het Franse gerecht er ook zo over denkt. Het voornaamste is echter dat de moeder van Vanessa Paradis op dat moment bevestigde dat hij haar dochter ook “gelijkaardige ongehoorde voorstellen” had gedaan. Merkwaardig is wel dat moeder Paradis daarvan destijds niets had gezegd en dat de film er wel degelijk is gekomen. Nu Vanessa Paradis een volwassen carrière heeft uitgebouwd, kan het blijkbaar geen kwaad meer om dit uit te brengen…
Maar waarom noemde Nabokov zijn jeugdige heldin nu juist “Lolita”? Dat zou kunnen te maken hebben met niemand minder dan… Charlie Chaplin. In 1924 huwde hij op 35-jarige leeftijd immers met de 16-jarige (Lo)Lita Grey, die hij zwanger had gemaakt. Hij was uiteraard trouwens niet de eerste. In 1920 pleegt in Parijs (de stad der zonde) Olive Thomas uit de Ziegfeld Follies zelfmoord door gif in te nemen. Zij was pas getrouwd met Jack Pickford, de broer van Mary en zelf een filmvedette. Ze werden afgeschilderd als “het ideale koppel”, maar in werkelijkheid was Jack een heroïneverslaafde en moest Olive alles doen om aan spul te geraken. Wat haar uiteindelijk te veel werd. Olive was vooral bekend geworden als één van de eerste Lolita’s. Als zestienjarige had ze op bijna alle covers gestaan en had ze reeds naakt geposeerd voor kunstenaar Alberto Vargas.
Hoewel Humbert Humbert inderdaad “schuldig” is, is het omgekeerde (b.v. in “The Crush”) vaak erg moeilijk te bewijzen. Van zodra een kind zich nog maar iets laat ontvallen dat als bezwaarlijk zou kunnen worden ervaren, valt er bijna niet aan te ontkomen (behalve als je Michael Jackson heet), een thema dat o.a. André Cayatte reeds behandelde in “Les risques du métier” met Jacques Brel en dat in 1961 reeds aan bod kwam in “The children’s hour” van William Wyler, al ging het hier over een (voorgewende) lesbische verhouding tussen een lerares (Shirley MacLaine) en haar leerlingen. Iets wat we ook kennen uit “Cours privé” (1986) van Pierre Granier-Deferre met de prachtige Elisabeth Bourgine, die door schooldirecteur Michel Aumont daarmee wordt gechanteerd. Als zij zich uiteindelijk heel cru aan hem aanbiedt, kan hij deze nederlaag niet aan en pleegt zelfmoord (alhoewel…), maar ook bij de oprecht bezorgde collega Xavier Deluc kan ze met haar gestoorde seksualiteit niet terecht.
Uiteindelijk gaat ze dan maar met een raadselachtige, maar schijnbaar gelukzalige, glimlach naar een nieuwe meisjesschool. Daar zou ze dan Koo Stark kunnen aantreffen, die later het lief zou worden van prins Andrew, want die speelt in “Adolescentes”, een Spaanse film uit 1975, een schoolmeisje dat niet alleen avontuurtjes heeft met vriendinnetjes, maar zowaar in een pornonetwerk terechtkomt. Meer zelfs, zij slaagt erin één van de bendeleden te “bekeren” en hem een deugdzaam leven te laten leiden. Alhoewel Stark naar aanleiding van haar avontuurtje met Andrew steevast als “porno-actrice” werd benoemd, moet je je van deze film, die zelfs al op VTM te zien was, toch niet te veel voorstellen op dat vlak.
Regisseur Alan Shapiro beweert overigens ook dat “The Crush” hem min of meer echt is overkomen, maar het lijkt eerder een echo te zijn van de zogenaamde “Long Island Lolita”-story, d.i. de moordpoging van het 15-jarige schoolmeisje Amy Fisher op Mary Jo Buttafuoco, de echtgenote van een 38-jarige winkelier die een klant was van de zich prostituerende Amy en waarvoor ze een “crush” had. Dit verhaal werd in 1993 voor televisie verfilmd door John Herzfeld met Jack Scalia als een deugdzame Joey Buttafuoco (het prostitutiegedeelte werd weekendfilm zijnde plichtsgetrouw weggelaten) en Alyssa Milano als een duivelse Amy Fisher. Daartegen kwam nog hetzelfde jaar reactie vanwege Andy Tennant die op zijn beurt “The Amy Fisher Story” verfilmde, waarin vooral de nadruk wordt gelegd op de media-drukte, waarvan “die arme Amy” (op de koop toe vertolkt door het schaap dat terugkeerde naar de Hollywood-stal, Drew Barrymore) uiteindelijk het slachtoffer is. Dat wil anderzijds niet zeggen dat Fisher als een totaal geschifte, onuitstaanbare tiener wordt afgebeeld (onnodig te zeggen dat dit Barrymore op het lijf geschreven is). Uit het postscriptum leren we ook dat de rechtbank uiteindelijk de versie van Buttafuoco aanvaardde, die beweerde nooit op de avances van Fisher te zijn ingegaan. Ook zijn vrouw heeft deze versie steeds verdedigd. Toch is zij tijdens de gevangenschap van Fisher (1992-1999) met haar beginnen corresponderen en heeft ze haar naar verluidt “vergeven”.
In “The Crush” speelt Cary Elwes een journalist Nick Eliot, die het huis huurt in de tuin waarin de 14-jarige Darian Forrester (Alicia Silverstone) ligt te zonnen. Alleen, hem is het wel degelijk om het huis te doen en als integendeel het meisje een “crush” voor hem heeft en hij er niet aan toegeeft, bezorgt ze hem heel wat narigheid…
Hoe moet je “crush” vertalen? Mijn woordenboek zegt: “verplettering, schok, gedrang, grote avondpartij”, maar dat is een Kramers, dus die kraamt er zomaar wat uit, daar zullen we niet ver mee komen. Maar hoe dan wel? Een “boontje”? Dat is veel te zwak uitgedrukt. Een “grote boon”? Zelfs dat is nog te zwak, want het is eigenlijk een verliefdheid die zo hebberig wordt dat als ze wordt afgewezen in haat omslaat. “Bezetenheid” is dan ook misschien nog het beste woord, want daarin zit zowel het obsessionele als het bezwerende.
LA PETITE SIRENE
Men heeft “The Crush” dan ook omschreven als een combinatie van “Lolita” en “Fatal attraction”, maar het is wel merkwaardig dat nog niemand, wat die “bezetenheid” betreft, heeft gewezen op de overeenkomst met de Franse film, “La Petite Sirène” van Roger Andrieux uit 1980, zeker in een tijd dat Hollywood zich onledig houdt met het “aanpassen” van Franse films, zoals “Three men and a baby”, “The woman in red”, “Intersection”, “Sommersby”…
In “La Petite Sirène” (een uitstekende titel overigens) speelt Philippe Leotard de veertigjarige garagist Georges, die na een scheiding op het punt staat met Nelly (Evelyne Dress) een nieuw leven te beginnen. De veertienjarige Isabelle (Laura Alexis) beslist daar echter anders over door op hem verliefd te worden. Door haar opdringerigheid verwijdert ze Georges van zijn vriend(inn)en en op de duur slaagt ze erin met een smoes bij hem in te trekken. Haar moeder (gespeeld door Marie Dubois) weet echter van niks en denkt dat ze ontvoerd is. Om erger te voorkomen zet Georges, die ondertussen zelf verliefd is geworden, haar uit het huis…
Ik zeg niet dat de maker van “The Crush” plagiaat heeft gepleegd, want het onderwerp is natuurlijk reeds vaker aangepakt. Neem nu “La petite allumeuse” uit 1987 van Danièle Dubroix, waarin de jonge Camille (Alice Papierski) erin slaagt Jean-Louis (Pierre Arditi), een vriend van haar vader (en als dusdanig de veertig reeds gepasseerd), te verleiden en hem op die manier in haar macht te krijgen. Hier loopt het dan weer slecht af wanneer Camille daarna verliefd wordt op een jonge drugsdealer…
Het verschil tussen “La petite allumeuse” en “La petite sirène” is dat de eerste film niet “leuk” is en de tweede wél. Nemen we nog maar de openingsscène: Isabelle loopt met haar (reeds meer “gevormd”) nichtje Véronique over straat en deze wordt door Georges nagefloten. Véronique laat het er niet bij en gaat hem de huid volschelden. “Ja maar,” liegt Georges, “ik floot eigenlijk naar je vriendin.” Waarop Véronique geërgerd tegen Isabelle: “Eh bien, dis quelquechose!” En zij: “Merci, monsieur!”
Alhoewel Isabelle wel degelijk het “duivelse” karakter van een echte Lolita heeft (denk maar aan de scène in het dure restaurant), toch heeft ze – naar analogie met het sprookje van Andersen, waarnaar de titel verwijst – ook iets onderworpens. Ze zegt het op een bepaald moment ook zelf bij een van haar “bezweringen”: “Je serai complètement soumise”. Hier lijkt ze trouwens wel een echo van het zusje van Jacqueline in “Histoire d’O”.
Roger Andrieux heeft zelf het scenario geschreven voor zijn film, maar heeft dit wel gebaseerd op het boek “Les petites sirènes” (let op het meervoud) van Yves Dangerfield. Het loopt allemaal niet zo tragisch af als in “The Crush”, maar toch komt het meisje op het einde ook in een kliniek terecht, maakt ze het Nelly, het liefje van Georges, het leven net zo onmogelijk als Darian dat bij Amy doet en, vooral, is er de merkwaardige passage met de bezwering met kaarsen, die bijna letterlijk is overgenomen in “The Crush”.
Het verschil is dat Leotard uiteindelijk dus ook op haar verliefd wordt, wat misschien ook met het onderscheid in leeftijd heeft te maken. Cary Elwes speelt iemand van 28, maar ziet er veel jonger uit. Bovendien ziet Alicia Silverstone er dan weer veel ouder uit dan 14, zodat men eigenlijk nauwelijks een leeftijdsverschil merkt. Op die manier gaat de referentie aan “Lolita” wel voor een groot deel verloren! Want laten we wel wezen, het is niet voldoende van een verhouding met een minderjarige te hebben om van een Lolita-verhaal te kunnen spreken. Zo is “Verbotene Liebe” van Helmut Dziuba (zowaar nog in 1989, vlak voor de val van de muur, in de DDR gedraaid!) dat niet, omdat Barbara (Julia Brendler) weliswaar slechts 13 jaar is, maar haar minnaar, buurjongen Georg (Hans-Peter Dahm) is zelf ook slechts 18. Hij is natuurlijk juridisch wel strafbaar, maar omdat het duidelijk is dat zij echt van mekaar houden, spreekt de volksrechtbank hen uiteindelijk vrij.
Maar goed, een ander verschil tussen de twee genoemde films is dat Isabelle uit een “gebroken gezin” komt i.p.v. het Amerikaanse modelgezinnetje van Darian, zij het dat de afwezigheid van de vader voor Isabelle eigenlijk géén probleem is.
Een overeenkomst is dan weer dat in “La petite sirène” er een parallel wordt getrokken met de film “Adèle H.”, waarin Isabelle Adjani een obsessionele “crush” heeft op een légionnaire, terwijl in “The Crush” er een referentie komt aan “Wuthering heights” waarin Catherine Earnshaw zelfs als ze dood is nog macht heeft over haar minnaar Heathcliff.
Maar terug naar “The Crush”. Wie de film heeft gezien, zal zelf kunnen vaststellen op welke punten Darian overeenkomt met de typering van de “nymfijn”. Zélf vinden we dat ze nog het beste aan deze “demonische” typering beantwoordt, als ze een duivels lachje produceert wanneer ze zich ontkleedt, terwijl ze wel weet dat Nick haar in de kast zit te begluren.
Bij Kubrick was actrice Sue Lyon 13 jaar oud, wat juist één jaar ouder was dan de Lolita uit het boek. Humbert Humbert was er overigens 37, om maar te zeggen hoeveel dichter “La petite sirène” tegen het origineel aanzit. Opmerkelijk is trouwens dat Errol Flynn zichzelf oorspronkelijk als hoofdvertolker had aangeboden, op voorwaarde dat zijn (erg jonge) vriendin Beverly Aadland de rol van Lolita zou mogen spelen. Maar dat vond zelfs Kubrick toch iets te verregaand.
Toch mag men zeggen dat de verontwaardiging vaak hypocriet is. In de filmgeschiedenis kennen we b.v. het “geval” van Judy Garland, waarbij men voor “The wizard of Oz” haar borsten inbond om haar nog “jonger” te doen lijken. Hoezeer de tijden, maar niet de zeden veranderen, bleek meer dan een halve eeuw later toen de borsten van Lindsay Lohan in de Disney-film “Herbie fully loaded” (2005) met de computer werden “ingekrompen”.
Het is echter wel precies het omgekeerde als bij Elizabeth Taylor die volgens de producers te jong bevonden werd om na “Lassie” ook de hoofdrol te vertolken in “National Velvet”. “Maak u maar geen zorgen. U krijgt uw borsten,” sprak ze tot de filmbonzen en negentig dagen later kwam ze terug met een B-cup. Hoe ze het geflikt had? Een nepcrème “om borsten sneller te doen groeien”, spierversterkende oefeningen en een vetrijk dieet.
Een bepaald soort pers speelt bovendien maar al te gretig in op de belangstelling voor jonge meisjes en dat kan dan zowel gaan van prinses Caroline destijds tot het jonge turnstertje Nadia Comaneci. Om nog te zwijgen van de periode toen tegelijk met het succes van “Like a virgin” het playback- en soundmix-circuit furore maakte, en er vele kinderen (dus zelfs niet eens Lolita’s!) Madonna haar als model uitkozen. Zo kregen we bijna ziekelijke imitaties te zien door jonge veulentjes, die in hun seksuele uitdagendheid wellicht zelfs niet eens wisten hoezeer ze met vuur speelden. Afgaande op ervaringen in de zaal vermoed ik zelfs dat het eigenlijk de ouders waren (en dan nog vooral de moeders die er zelf ooit van gedroomd hadden “een vedette” te worden) die hen daartoe aanzetten!
BABY DOLL
Meer dan vijf jaar vóór de film van Kubrick, maar een jaar na het verschijnen van het boek “Lolita”, was er reeds de film “Baby Doll” van Elia Kazan geweest naar het toneelstuk van Tennessee Williams. De 40-jarige Archie Lee (Karl Malden) bewoont zijn katoenplantage samen met zijn Tante Rose (Mildred Dunnock) en zijn zeer jonge vrouw Baby Doll (Carroll Baker). Eigenlijk is het een typische zuiderse “child bride” (tot mijn verbazing is zelfs Eula Varner uit “The long hot summer” in de originele novelle “The hamlet” ook nog een puber), maar om problemen te vermijden had Kazan haar leeftijd zo maar eventjes met tien jaar verhoogd.
Door huwelijksmoeilijkheden verwaarloost Lee zijn zaken en een concurrent, Silva Vaccaro (Eli Wallach), neemt hem al zijn klanten af. Hun inboedel wordt bedreigd met faillissement. Op een dag staat het huis van Vaccaro in brand. Die verdenkt zijn ongelukkige concurrent Archie ervan de schuldige van de brand te zijn en neemt wraak door Baby Doll te verkrachten. Maar deze verkiest juist de viriele Vaccaro boven de onzekere Archie.
De foto van Carroll Baker die in een nachtkleedje (wat later een “baby doll” zal worden genoemd) op haar duim ligt te zuigen, werd terecht beroemd, want het was duidelijk waarvoor die duim symbool stond. Baby Doll was immers typisch zo’n kindvrouwtje (prachtig lichaam maar geestelijk nog kind), zoals later door Laura Dern in “Wild at heart” en “Ramblin’ Rose” en door Juliette Lewis in “Kalifornia” zal worden uitgebeeld.
Om het verschil tussen een échte Lolita en zo’n kindvrouwtje duidelijk te maken, vergelijk je overigens het beste deze laatste met haar rol in “Cape Fear” van Martin Scorsese, waarin ze nog wél een kind is (herinner u de prachtige verleidingsscène door de duivelse Robert de Niro). Eigenlijk is een kindvrouwtje dus het omgekeerde van een Lolita (zeker van de hoogbegaafde Darian), daar is het immers meer het verstand en/of de perversiteit die op de leeftijd (het lichaam) vooruit is.
Toch is het niet helemaal toevallig dat alle geciteerde films zich in het zuiden van de Verenigde Staten afspelen, waar men wel heel vroeg mag trouwen (denk aan het schandaal dat er ontstaat als Jerry Lee Lewis met zijn 13-jarig nichtje als kersverse bruid in Engeland aankomt, zoals te zien in de film “Great balls of fire”; in de rockwereld deelt Lewis zijn belangstelling voor Lolita’s trouwens met Chuck Berry en met ex-Rolling Stone Bill Wyman). Ook het klimaat moet er trouwens een rol in spelen, want zou het anders toeval zijn dat “L’été meurtrier” (1983) van Jean Becker met het kindvrouwtje Isabelle Adjani zich in het zuiden van Frankrijk afspeelt?
Een ander voorbeeld zou Mireille Darc (eigenlijk Aigroz) kunnen zijn, die in de komedie “Monte-Carlo or bust” voortdurend haar prille borstjes moest tonen. Iets wat haar handelsmerk zou worden (vanaf “Galia” van Georges Lautner). Daarom is het des te merkwaardiger dat voor die paar scènes in “Monte-Carlo” er… twee stand-ins werden gebruikt!
Maar volgens sommigen is het “prototype” van het kindvrouwtje niemand minder dan Brigitte Bardot. Als voorbeeld haalt men dan “En effeuillant la Marguerite” aan van Marc Allegret uit 1956 (dus nog een jaar eerder dan “Et Dieu créa la femme”!). B.B. speelt daarin Agnès, de dochter van generaal Dumont (Jacques Dumesnil), die een scabreuze roman heeft geschreven. Ze wordt daarom door hem op kostschool gestuurd, maar ze is hem te slim af en verdwijnt naar Parijs (de Hoofdstad der Zonde uiteraard), waar ze niet één, maar twéé journalisten (de prototypes van de Zondaars) ontmoet: Daniel Roy (Daniel Gélin) en Roger Vital (Robert Hirsch). Ze vindt een onderdak bij haar broer (Darry Cowl) die naar eigen zeggen een speciaal hotel uitbaat, maar in werkelijkheid gaat het om het Balzac-museum, waar hij gewoon oppasser is.
Onwetend hierover verkoopt Agnès uit geldnood een boek uit het museum, dat ze daarna gedwongen wordt terug te kopen door de conservator. Om daarvoor aan het geld te geraken doet ze mee aan een striptease-wedstrijd, die ze wint. Uiteindelijk is het echter haar uitgever die haar geld zal voorschieten, zodat ze terug naar Vichy kan, waar ze “de liefde vindt”. Wellicht met één van die journalisten, want anders weet ik niet wat die er eigenlijk bij komen doen…
Een veel beter voorbeeld is het latere “L’ours et la poupée” van Michel Deville, een film zowaar uit 1970, waarin ze toch niet meer voor een jong doetje kan doorgaan. Het enige opmerkelijke aan “En effeuillant la marguerite” is dan ook dat Roger Vadim heeft meegeschreven aan het scenario en dat is iemand die we wel meer tegenkomen, als we het over Lolita’s hebben.

France Gall

CHARLOTTE FOR EVER
Dat geldt echter nog méér voor Serge Gainsbourg. Die had de piepjonge France Gall (foto) reeds “Annie aime les sucettes à l’anis” laten zingen, maar toen we in 1967 via “Blow Up” van Michelangelo Antonioni kennis konden maken met Jane Birkin, een soort van eeuwige Lolita omdat haar borstgroei nooit tot ontwikkeling zou komen, was Serge Gainsbourg meteen verkocht. In 1969, “l’année erotique”, schoof hij voor haar Brigitte Bardot opzij om “Je t’aime… moi non plus” in te blikken.
Samen hadden ze een dochter, Charlotte, waarmee Serge in 1986 een film zou draaien (“Charlotte for ever”), die volgens sommige critici als incestueus kan worden bestempeld. Gainsbourg deed niets om de geruchten tegen te spreken. Integendeel, hij nam met haar de plaat “Lemon Incest” op (op muziek van Franz Liszts “Liebestraum”).
Terloops, Gainsbourg heeft ook nog met Isabelle Adjani gewerkt toen ze heel jong was en op het einde van zijn leven liet hij zich in met Vanessa Paradis (°22/12/1973; het is zowaar haar echte naam), die nota bene als kindvedette is begonnen, toen Sophie Marceau (van “La Boum”) als zangeres niet bleek te voldoen…
Jane bleef dertien jaar bij Serge en zelfs wanneer ze daarna met Jacques Doillon, die haar had geregisseerd in “La fille prodigue” (waarin ze overigens een incestrelatie met haar vader heeft), was getrouwd bleef ze nog met hem bevriend. Samen zijn ze eigenlijk steeds kind gebleven. Het Peter Pan-syndroom kortom, dat ook opduikt in de film van Andrew Birkin, de broer van Jane, “The Cement Garden”.
Hierin organiseren vier kinderen het huishouden na het overlijden van hun ouders en laten geen pottenkijkers toe. Ook dit leidt tot incest maar dan niet tussen nichtje Charlotte Gainsbourg en zoon Ned Birkin, want het leeftijdsverschil is te groot (Jane suggereert wel dat de film autobiografische trekjes heeft en dan juist over de vriendschap tussen haar en Andrew).
De publiciteitsfoto van Charlotte refereert net zoals bij “The Crush” aan de fameuze “Lolita”-verfilming van Stanley Kubrick, wat hier niet echt van toepassing is, al heeft dat incestthema er toch iets mee te maken. Vergeten we immers niet dat Humbert Humbert met Lolita’s moeder was gehuwd om altijd bij Lolita te kunnen zijn. Als deze het dagboek ontdekt waarin dit allemaal te lezen staat, rent ze woedend de straat op waar ze wordt overreden, waardoor Lolita de stiefdochter wordt van Humbert!
Een zelfde gegeven vinden we overigens terug in “Beau-père” van Bertrand Blier uit 1981, waarin de barpianist Remi (Patrick Dewaere) een verhouding heeft met de mannequin Martine. Als Martine in een auto-ongeluk om het leven komt, blijft Remi met haar 14-jarige dochter Marion (Ariel Besse) achter. Als haar echte vader (Maurice Ronet) haar komt ophalen, wil ze niet mee, want ze is van Remi op een “andere” manier gaan houden…
Dat dit duidelijk een pré-Dutroux film was, wordt des te duidelijker als men hem vergelijkt met “Suspect” van “onze eigen” Guy Lee Thys uit 2005. Hierin wordt de carrière van een man (Gene Bervoets) geruïneerd op basis van verhalen van zijn stiefdochter (Zoë De Roovere). Opmerkelijk is dat de “kinderpsychologe” (in werkelijkheid is ze “slechts” een maatschappelijk assistente, tiens, waar heb ik dat verhaal nog gehoord?) die de dochter “een handje helpt” door een Nederlandse actrice wordt gespeeld (Ellen ten Damme). Guy Lee Thys had hier duidelijk nog een rekening open staan nadat hijzelf ooit ook eens ten onrechte van pedofilie werd beschuldigd.
BEAUTIFUL GIRLS
Nog in 1973 was er op het gebied van jongemeisjes-seks “Pleure pas la bouche pleine” (Pascal Thomas), “Malizia” (Salvatore Samperi), “Jeremy” (Arthur Barron), “Les risques du métier” (André Cayatte), “Il n’y a pas de fumée sans feu” (André Cayatte) en “Chinatown” (Roman Polanski) dat een incestrelatie behandelt tussen vader en dochter. Dat thema staat ook centraal in “Daddy”, een Engelse film van Peter Whitehead, die oorspronkelijk gewoon een documentaire over het leven van de beeldhouwster Nikki de Saint-Phalle wou zijn, maar toen bleek hoe ze als kind door haar vader zowel was gedomineerd als verleid, komt dit verhaal weer in een surrealistische flashback. Speelt Nikki zichzelf als volwassene, dan geven Mia Martin en Clarice Rivers haar gestalte als 5- en 15-jarige. Rainer Diez is de vader.
Jean Rochefort van zijn kant is te zien in “La prochaine fois, le feu” van Fabio Carpi. Hierin heeft hij met medeweten van zijn vrouw (Marie-Christine Barrault) een verhouding met zijn dochter (Jacqueline Lustig). Daarmee wil hij in het licht van de ouderdom en de dood eigenlijk de man van zijn dochter worden, zodat zijn vrouw zijn moeder wordt. Zijn eigen moeder (Lila Kedrova) zou daarvoor echter moeten verdwijnen…
Ook bij Sam Shepard keert het incestthema steeds terug (b.v. “Buried child” uit 1978 en “A lie of the mind” uit 1985, beide gespeeld door het NTG in het seizoen 1996-97), wat bij deze Amerikaanse auteur trouwens op eigen ervaringen zou teruggaan. Wie (zoals ik) vindt dat het toch een beetje te veel van “het goede” (sic) is, die moet echter in gedachten houden dat een maagd in het zuiden van de VS wordt gedefinieerd als “een meisje dat sneller kan lopen als haar vader”.
Alles bij elkaar is “The Crush” té clichématig en dus voorspelbaar (ook voor de muziek van Graeme Revell moet men het zeker niet doen en de fotografie van Bruce Surtees alleen is dan wat weinig), tenzij misschien op het einde waar men blijkbaar opzettelijk van de logica begint af te wijken om toch aan een “happy end” te geraken. Het leukste vond ik dan nog dat ik niet naar een persvoorstelling ben geweest, maar wel naar een gewone vertoning die… vol Lolita’s zat! (En hun mannelijke equivalenten natuurlijk, zij het dat ik toch ook moest proesten toen de zaal op het einde luid schaterde, wanneer Nick Darian zo’n oplawaai geeft dat ze letterlijk door de zolder vliegt.)
Dan is “Beautiful girls” (van Ted Demme) nog beter, ook al is die op zich ook al niet zo schitterend. Ter gelegenheid van een “school reunion” worden een paar vrienden gevolgd die elk op hun manier met het vrouwelijke geslacht worstelen. Ze behoren allen tot de arbeidersklasse (sneeuwruimers), maar één van hen speelt piano in z’n vrije tijd en is dus een “buitenbeentje”. Dat is hij inderdaad, want hij vindt al dat vrouwvolk zo dom dat hij op z’n dertienjarige buurmeisje valt die inderdaad meer verstand heeft dan al die andere samen (leuke dialoog over “Winnie the Pooh” en “Romeo and Juliet”). Op en top Amerikaans (wie een gehuwde vrouw neukt “verdient” door vier man in elkaar te worden geklopt enz.) eindigt deze film natuurlijk doordat alles in de plooi valt en ook onze pianist stapt uiteindelijk braaf in het huwelijksbootje met een meisje van zijn leeftijd. Natalie Portman is een zeer geloofwaardige “Lolita” als Marty, zij het dat ze nogal aan de brave kant is.
PRETTY BABY
Veel tienerfilms draaien natuurlijk rond “inwijding”, zowel in de “echte wereld” als in de “seksualiteit”. De voornaamste is natuurlijk “The Walkabout” (1971) van Nicholas Roeg aangezien de titel rechtstreeks daarnaar verwijst, maar ook “Melody” van Waris Hussein uit datzelfde jaar is één van de betere tienerfilms, al is de muziek van Rod Stewart hier vervangen door die van The Beegees. In “The last picture show” van Peter Bogdanovich toont een piepjonge Cybill Shepard haar ondergoed (en nog wat meer). Bogdanovich had in “Paper Moon” trouwens ook reeds met de negenjarige Tatum O’Neal gewerkt in een weliswaar zeer “kuise” film, maar waarin Tatum toch ook de dochter is van een prostituée die met een oplichter en in de film haar mogelijke (en in de realiteit haar werkelijke) vader, Ryan O’Neal, optrekt. En ook hier is het het kind dat de wet bepaalt: maar deed Macaulay Culkin dat uiteindelijk ook niet?
In 1976 speelt de 12-jarige Jodie Foster in “Taxi driver” zélf een hoertje dat door Robert de Niro uit de klauwen van haar pooier Harvey Keitel wordt gered (enkel in de naaktscène speelt haar 20-jarige zus voor body double). Dat jaar speelt Jodie ook nog een “stripper” in “Bugsy Malone” van Alan Parker, waarin overigens àlle rollen door kinderen worden gespeeld.
In 1978 behandelt Louis Malle in “Pretty baby” eveneens het thema van de prostitutie. Hij doet dit evenwel op een “kuise” manier. “Iedereen wéét dat seks de hoofdbezigheid is in een bordeel,” zegt hij, “dus ik moet dat dan ook niet nog eens uitgebreid gaan tonen.” Toch is Brooke Shields als de kind-prostituée Violet deze keer wél naakt te zien. Haar moeder Teri verspreidde immers als naaktfoto’s van haar toen ze amper tien was. Het is evident wie hier in de fout gaat. Net zoals in de film duidelijk wordt gemaakt, moeten kinderen om tot de wereld der volwassenen te kunnen behoren ook de verdorvenheid van die volwassen wereld kunnen aanvaarden…
Die onschuld etaleert Shields dan wel in “The blue lagoon” van Randal Kleiser in 1980 met Christopher Atkins. Maar Patrick Duynslaeger noemde het in Knack “een Disney-pornofilmpje voor goedgelovige kleuters”. Een “beroemde” scène is wel die van de eerste menstruatie. Op die manier is het toch ook een beetje een “inwijdingsfilm”. Op de set werd Shields overigens verliefd op Atkins, maar moeder Teri stak er een stokje voor in de vorm van John Travolta, die ze graag aan haar dochter gekoppeld zag. Maar Travolta trekt meestal met oudere vrouwen op, wat zou hij nu dus aanvangen met iemand die elf jaar jonger was dan hij?
Een andere inwijdingsfilm dateert uit 1992, namelijk “L’amant” van Jean-Jacques Annaud naar de roman van Marguerite Duras (alhoewel die zich distantieert van de filmversie).
Nastassja Kinski is als 13-jarige gedebuteerd (ook haar vader was acteur, namelijk Klaus Kinski) in “Falsche Bewegung” (1975) van Wim Wenders, waarna ze in “Cosi come sei” van Alberto Lattuada reeds het liefje had gespeeld van Marcello Mastroianni. In 1979 brak ze echter door met “Tess” van… Roman Polanski, jawel, de cineast die de V.S. niet meer binnen mag omwille van seks met een 13-jarig meisje, Samantha Geir. Alhoewel deze in 1997 zei dat het wel degelijk om een verkrachting ging – in die zin dat ze enkel instemde omdat ze hoopte dat Polanski haar een rol zou geven – toch vroeg ze tegelijk aan het Amerikaanse gerechtshof om de veroordeling van Polanski te laten vallen.
In “Tess” komt er een scène waarin Kinski zich van de andere kostschoolmeisjes onderscheidt omdat ze een doorzichtig nachtkleedje draagt, met daaronder dan wel een heel gewone witte “onderbroek” – ik vermijd opzettelijk de term “slipje” – want ook dat is een regel: Lolita’s dragen géén sexy ondergoed, dat raffinement is immers voor oudere, nou ja, vrouwen weggelegd die dergelijke kunstgrepen nodig hebben om mannen te verleiden. Vraag trouwens maar eens aan Louis Paul Boon wat de aantrekkingskracht van zo’n wit broekje kan zijn…
Ook ervaringsdeskundige Nathalie Delcroix (van Laïs) beweert dat tekenaar Marcel Marlier (1930-2011) ervoor zorgde dat in de Tiny-boeken van Gijs Haag altijd haar wit broekje te zien was.
PREMIERS DESIRS
De reeds genoemde David Hamilton heeft ook films over jonge meisjes gemaakt. Met name: “Bilitis” (1978), “Tendres cousines” (1980) en “Premiers désirs” (1982). In deze laatste film maakte Emmanuelle Béart haar debuut. Ze was zowat het enige meisje in de film dat niet uit de kleren gaat: de beste manier om op te vallen. Zo kwam ze in “Manon des Sources” terecht, waar ze nog steeds moeilijkheden had met een naaktscène. Met “La belle noiseuse” van Jacques Rivette uit 1991 maakte ze dat euvel echter volkomen goed.
David Hamilton zelf woont op dit moment in Saint-Tropez met een van zijn voormalige modellen, Gertrude uit Gent. In “Bilitis”, vrij naar “Les Chansons de Bilitis”, wordt het verhaal verteld van de literaire vervalsing van Pierre Louÿs, waarin deze zogezegd gedichten van Sappho uitgaf, die ze voor een mooi jong meisje, Bilitis, zou hebben geschreven. Hamilton verplaatst het verhaal naar een pensionaat voor meisjes van betere stand, die blijkbaar niets anders te doen hebben dan naakt te gaan baden en zelfs op het toneel voor het schoolfeestje dragen ze niet méér dan enkele sluiers. De liefde van Bilitis wordt dan opgewekt door een vriendin van haar ouders, Melissa. Ze probeert het ook eens met dier echtgenoot en met een jonge fotograaf Lucas, maar eigenlijk gaat er toch niets boven Melissa. En wie zijn wij om haar tegen te spreken?
Maar alhoewel Hamilton zelf “Lolita” als zijn lievelingsfilm opgeeft, kunnen de meisjes uit zijn films toch niet voor echte Lolita’s doorgaan. Daarvoor zijn ze niet doortrapt genoeg, ze zijn zelfs niet “stout” genoeg om een pak voor de billen te krijgen. “Spanking schoolgirls” (schoolmeisjes op de naakte bips slaan) is nochtans een favoriete onderwerp in SM-films. Het leuke is wel dat het hier hoegenaamd niet om échte schoolmeisjes gaat, zelfs niet om kindvrouwtjes, maar om gewone volwassen (weliswaar jonge) vrouwen, die onderaan kaalgeschoren zijn, een plooirokje en witte sokjes aantrekken en klaar is Kees… (**)
Erik Stockman weet ons in Humo van 18 augustus 2017 te vertellen: “In de Engelse webshops búlkt het van titels als Spanking The Maid en Disciplinary Measures (…) en ook in de Engelse mainstreamcinema duikt de bullepees verdacht veel op (zo steekt de komedie Personal Services van Monty Python-lid Terry Jones de draak met de spanking-fetisj van oudere Britse heren en kunt u in David Cronenbergs A Dangerous Method zien hoe Keira Knightley zich laat afkwispelen door Michael Fassbender). Éducation Anglaise van Jean-Claude Roy (1983), door velen beschouwd als de Citizen Kane van de erotische spankingfilm, is evenwel van Franse makelij. De feestelijkheden beginnen wanneer Sylvie (Obaya Roberts) na de dramatische dood van haar ouders (…) anno 1935 in een kostschool verzeilt waar weesmeisjes ‘een voortreffelijke opvoeding kunnen genieten’. (…) Sylvie van haar kant leert al snel goed te gedijen in de kostschool: ze leert de geneugten van de lesbische liefde kennen in de armen van Claire, likt af en toe een laars, en ‘s nachts neemt ze deel aan een stoeipartij waarbij drie naakte deernen in een badkuip plaatsnemen en zich door twee andere meisjes laten begieten met verse karnemelk. (…) Het hoogtepunt volgt wanneer Sylvie van de directrice een leren pakje krijgt aangemeten en zélf een karwats in de handen krijgt gestopt, waarna ze een medestudente gretig op haar corpus geeft. ‘Vroeger was ik onderdanig,’ zo noteert Sylvie ‘s avonds ijverig in haar dagboek. ‘Maar nu ontdek ik dat ik er plezier in schep om anderen pijn te doen.’ (…) En dan hebben we het nog niet eens gehad over de merkwaardige slotscènes, die een verrassende link leggen met de brandende actualiteit. Op het eind richt de camera zich op enkele hoge heren die elkaar met het champagneglas in de hand complimentjes zitten te geven omdat ze de kostschool hebben laten sluiten en aldus een einde hebben gemaakt aan de morele neergang in hun stad. Waarna de heren het glas heffen en – nu komt de clou – een luide toost uitbrengen: ‘Op de zwarthemden, op ons land! Laten we ons bevrijden van de vreemdelingen, de verloederde mensen en de revolutionairen!’ Kortom: die heren veroordelen het geransel en het gelik in de kostschool, maar zélf likken ze de hielen van een veel grotere gruwel – die van het opkomende fascisme.”
Een ander bijzondere film is “Little Girl Blue” van Anna Luif. Sandra is een leuke maar verlegen meid van 14. Ze is net verhuisd naar een nieuwe stadswijk met haar ouders en haar zusje. De meisjes op school accepteren haar echter niet in hun ‘coole’ kliekje, dat geleid wordt door Nadja en Isa. Als Sandra haar buurjongen Mike voor het eerst ontmoet, is het liefde op het eerste gezicht. Maar hun relatie wordt ingewikkelder als blijkt dat de moeder van Mike een minnaar heeft. Sandra herkent onmiddellijk haar vader, maar omwille van de furieuze reactie van Mike, beslist ze om niets te zeggen om hun ontluikende liefde niet in gevaar te brengen. Nadja, een heel zelfbewust en verwaand nest, maakt handig misbruik van de situatie om uit te gaan met Mike. Zowel uit esthetisch oogpunt als door zijn thema is deze zoete en soms blitse film qua toon en qua stijl fris als een muntblaadje. De regie van Anna Luif is licht, soms etherisch en geeft aan haar langspeelfilmdebuut de gespeelde nonchalance van ontluikende lolita’s en fietsende kereltjes.
“Thirteen” is dan weer het opmerkelijke debuut van Catherine Hardwicke. De film toont een glimp in de met seks en drugs overladen wereld van een dertienjarig meisje in Los Angeles. Het zal niet verbazen dat distributeurs in de Verenigde Staten niet happig waren om de film aan te kopen. Zeker als je weet dat de film gespeeld is door het meisje op wiens leven de film is gebaseerd. Een film die de vraag durft stellen of ouders de waarheid over hun tienerdochters wel willen weten of liever vasthouden aan de opgepoetste versies van hun leven.
In “Goldfish Memory” van Liz Gill dan weer ziet Clara haar vriendje Tom Isolde kussen en dit is het begin van een kettingreactie van romances en gebroken harten, waarin elk personage een antwoord probeert te vinden op de prangende vraag wat een perfecte relatie eigenlijk is. Sommigen zijn ervan overtuigd dat die alleen in het huwelijk te vinden is, anderen houden meer van wekelijkse afspraken. Ze zijn het er wel allemaal over eens dat liefde het enige is waar ze niet zonder kunnen. Verliefd worden, uit elkaar gaan en altijd opnieuw dezelfde fouten maken ‑ iedereen zegt dat we van onze liefdesperikelen leren, maar is dat ook zo? En willen we wel echt veranderen? Deze charmante film geeft ons een luchtige kijk op het gevaar en het genot van verliefd worden, zowel voor hetero’s als voor homo’s, in het hedendaagse Dublin.
In 2005 was er “Broken flowers” van Jim Jarmush, met Bill Murray in de hoofdrol. De scène met de dochter van Sharon Stone (of beter gezegd: het personage dat Stone in de film vertolkt) is een expliciete verwijzing naar de film “Lolita”. Het meisje in de film heet trouwens Lolita; in het echt blijkt ze al begin in de twintig te zijn, maar in de film kwam ze naar voren als pakweg 15-16.

Le genou de Claire


Dat is ook de leeftijd van Claire uit “Le genou de Claire” (Eric Rohmer, 1971). Claire (rol van Laurence de Monaghan) is de halfzuster van Laura (Béatrice Romand), die de schrijfster Aurora (Aurora Cornu) probeert te koppelen aan de 35-jarige diplomaat Jérôme (Jean-Claude Brialy). Aurora is aardig op weg om haar plannetje te doen slagen als Jérôme verliefd wordt op de knieën van Claire. Hij wint haar vertrouwen en als ze tijdens een boottochtje stranden op een eiland in het meer, vertrouwt zij hem haar adolescente problemen toe. En terwijl zij vol schiet over de wrede wereld die haar omringt, denkt hij zijn kans schoon te zien en voorzichtig beroert hij haar knieën. Het meisje begrijpt zijn doen als een troostend gebaar en terwijl hij haar knieën streelt, komt zij tot rust en zijn geile gevoelens ebben weg. Een anti-Lolitafilm als het ware en dan ook uitstekend geschikt om mee af te sluiten.

Referenties
Ronny De Schepper, The Crush: oppassen voor Lolita’s! Steps magazine februari 1994
Ronny De Schepper, Thank heaven for little girls, Graffiti juli 1994

(*) Sue Ann Langdon was als zestienjarige gevraagd om de Lolita-rol in Kubricks film te spelen. Zij was echter gehuwd met een veel oudere man. Dit had op zich al een groot schandaal verwekt en toen ze zag in welke zin de publiciteit voor “Lolita” zou gaan, weigerde ze.
(**) Zoals in de “films” die de Australische Chanta Rose in de V.S. draaide.

3 gedachtes over “Sue Lyon (1946-2019)

  1. Beste Ronnie,

    Ik lees deze post op je blog nu pas in 2011,
    ik ben erg onder de indruk van je artikel en je filmkennis.
    Ik heb een vraag, die ik je graag zou willen stellen.
    Ik ben op zoek naar een filmtitel.
    De film heb ik in de jaren 80 op de Duitse (of Belgische) TV gezien.
    Ik denk zelf dat de film gemaakt is rond 1970.
    Het was een kostuumfilm die zich in de 19e eeuw afspeelde.
    Het verhaal ging over een groep jonge adolescenten, ik geloof vier jongens en vier meisjes
    die met elkaar afgesproken hadden om voor de eerste keer sex te hebben.
    Echter dit liep iedere keer mis, het waren vooral de jongens die het af lieten weten op
    als het er op aan kwam.
    Ik kan me nog een scene herinneren van een dikke jongen, die zo zenuwachtig was dat hij te
    veel gegeten had en het daarom af moest laten weten.

    Mocht je de titel van deze film kennen dan zou ik het graag willen weten!
    Mijn email is: maartenvdruten@yahoo.com

    Alvast bedankt!

    Met vriendelijke groet Maarten

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.