« Wij zijn de mannen die de gas doen branden », moeten Jef Turf en Dirk Vonckx hebben gedacht, toen zij te Gent eigenmachtig gas en water weer aansloten nadat de EGW ze had afgesloten bij een huisgezin van vier personen dat moet rondkomen met OCMW-steun en waarvan de vader in verzorging is voor een ernstig hartletsel. Met deze daad wil de KP in ’t openbaar protesteren tegen de mensonterende en misdadige praktijken van de energie- en watermaatschappijen die mensen beroven van hun elementaire rechten inzake hygiëne, gezondheid en verwarming. PVV-schepen Wijnakker — die zich blijkbaar helemaal niet bewust is van de tragische situatie van vele medeburgers — heeft de afsluiting verdedigd. Vrijheid en vooruitgang in ’t blauw gekleed! (foto’s Rol)
We gaan erop vooruit ! Sprak men vroeger over « nieuwe rijken » dan hoort men nu steeds meer de term « nieuwe armen » vernoemen. Alhoewel. Omdat « arm zijn » nog steeds connotaties oproept in de zin van « bedelen », « alcoholisme », « Leger des Heils » en wat weet ik al meer, kan men natuurlijk ook spreken van « mensen met een laag inkomen » b.v. En als men die dan wil samenbrengen, dan krijgt men al gauw een « beweging van mensen met laag inkomen en kinderen », een mondvol en we struikelen er dan ook over als we als woordvoerder de Gentse onderwijzer Alex Rosier aan het lijntje halen in De Rode Vaan nr.49 van 1984.
— De eerste vraag ligt voor de hand, vrees ik : hoe komt men ertoe zo’n beweging op te richten ?
Alex Rosier: Via de alfabetisatie in Gent zijn een aantal mensen met die doelgroep in contact gekomen. En we voelden aan dat er een tekort was om dat soort problemen van mensen met een laag inkomen op te vangen. Er is dan een onderzoek gedaan in het Gentse, er werd een project uitgeschreven en daarna zijn we vrijwilligers gaan zoeken — in het begin waren er dat een zestal — die met de uitwerking van het project zijn begonnen. In Gent kwam dat neer op zo’n 8.000 gezinnen (koppels of alleenstaanden) die het met een maandinkomen moesten stellen dat onder de 22.000 fr lag (kindergeld niet meegerekend) of zo’n 9 % van de bevolking.
— Waarom precies die 22.000 fr als grens ?
A.R. : Ondertussen is dat al opgetrokken tot 23.000 fr, we houden immers rekening met de indexaanpassing. Maar dat bedrag hebben we vastgesteld omdat al de uitkeringen, zoals werkloosheid, invaliditeit, pensioen of bestaansminimum, en ook de laagste looncategorieën daar juist onder vallen. Dat is dus eigenlijk niet de armoedegrens (het bestaansminimum dus) maar een bedrag dat we bewust zo hebben gekozen.
— En wat doen jullie nu precies ? Op uw achterste blijven zitten tot men naar u toe komt ?
A.R. :Zeker niet. In januari hebben wij het voorbereidend werk gedaan voor onze bijeenkomsten. Dat wil zeggen dat we zo’n 150 organisaties hier in Gent tenminste drie keer hebben bezocht om een samenwerkingsverband op te bouwen. In die zin dat als er problemen zijn wij naar hen zouden kunnen toe gaan en dat zij omgekeerd met specifieke problemen naar ons kunnen komen. Daarna hebben we heel veel tijd gestoken in de bekendmaking via de media. Sinds januari geven we ook een tijdschrift uit dat om de twee maanden verschijnt en dat gratis is voor de leden, maar 250 fr kost voor diegenen die ons willen steunen (en die kunnen dat dan doen op het nr.068-2022293-64 van de beweging, Zavelput 40, 9110 Sint¬Amandsberg). En dan hebben we die mensen zelf opgezocht, ja.
— En wat is daar dan zoal ter sprake gekomen ?
A.R. :Allerlei onderwerpen i.v.m. huisvesting, gezondheid, kinderen, onderwijs, bestaansminimum, enz.
— Gezondheid, inderdaad, u heeft wellicht ook wel die uitzending van « ’t Kraaienest » (BRT 1-radio, elke zaterdag om 11 u) gehoord over « Leven met het bestaansminimum » en dan blijkt dat mensen wat kledij betreft e.d. zich nog min of meer uit de slag kunnen trekken, maar de voeding wordt toch wel erg eenzijdig en ongezond. Zeker met kinderen moet dit problemen scheppen. Wat doen jullie dan ? Geld geven ? Begeleiden ?
A.R. : Geld geven we nooit, hé. Er bestaan initiatieven die dat doen en vaak uit een hoek waarvan je het nog niet zou verwachten, met name organisaties zoals de Lion’s Club. Wij doen dat echter niet omdat dit volgens ons geen oplossing is, dat verlegt de zaken gewoon wat. Vanuit de leden zelf is echter het voorstel gekomen om een soort van gemeenschappelijke aankoop te organiseren, zodat men niet verplicht is om naar de winkel te gaan maar men zich, b.v. voor groenten en fruit, rechtstreeks tot een landbouwer kan wenden of naar de groentenveiling kan gaan. Ook gaan we zeker aan de begeleiding van de kwaliteit van de voeding werken. In die zin van : hoe kan men met een klein bedrag er toch voor zorgen de nodige vitaminen en calorieën naar binnen te krijgen. Want dat is echt wel een probleem : mensen kopen iets dat in reclame staat en dan moeten ze dat vijf à zes weken aan een stuk eten, meestal dan nog uit blik. Maar precies voor initiatieven zoals dit zou het interessant zijn om binnen een maand of twee nogmaals contact op te nemen omdat we dan al veel meer zullen kunnen zeggen over hoe het staat met de werking.
“Binnen een maand of twee” was blijkbaar wat veel gevraagd, maar in De Rode Vaan nr.12 van 1986 ben ik inderdaad op het onderwerp teruggekeerd:
Sedert 1980 werkt de Culturele Centrale van het ABVV telkens rond een bepaald jaarthema. Voor 1985 was het thema « de nieuwe armoede ». Dat lokte echter zoveel reacties uit, er was hier nog zoveel werk aan de winkel, dat ditzelfde thema voor dit jaar werd hernomen.
In een eerste fase werden vorige week aan de pers de resultaten voorgesteld van een enquête over dit thema die aan alle Vlaamse OCMW’s werd voorgelegd. Meer dan de helft — goed gespreid over de hele regio — heeft hierop reeds geantwoord, en nog steeds blijven reacties binnenstromen, zodat de Culturele Centrale terecht stelt dat hiermee een belangrijk overzicht wordt gegeven van de invloed van de crisis en/of de regeringspolitiek op de toename van de armoede in ons land.
Want die toename is er, voor zover daaraan nog mocht getwijfeld worden. Na het in voege treden van het fameuze KB 244, waarbij de zogenaamde « onderhoudsplichtigen » (naaste familieleden) werden aangesproken voor de uitkeringen, om de last van de (lege) OCMW-kassen wat te verlichten, was er weliswaar een forse daling van nieuwe aanvragen (in de enquête van 6.708 naar 6.087), maar dat heeft zich ondertussen toch alweer op dat cijfer gestabiliseerd.
Bij een afronding van deze enquête naar 50 %, zou dat dus betekenen dat jaarlijks zo’n twaalfduizend mensen in Vlaanderen voor het eerst een aanvraag indienen tot bijstand. Aangezien het totaal aantal steuntrekkers — nogmaals, op basis van de raming dat deze enquête voor de helft van de Vlaamse bevolking opgaat — rond de 26.000 ligt, zou dat dus betekenen dat de nieuwe armoede met bijna 50 % per jaar toeneemt. En dan moet men daarbij nog bedenken dat door de bureaucratische methodes en de onderbezetting van vele OCMW’s nog tal van mensen door de mazen van het net glippen.
Het zal dan ook niemand verbazen dat deze toename zich vooral op het vlak van de jongeren (minder dan 35 jaar) situeert. Schorsing door art. 143 (« langdurige » werkloosheid) wordt immers door de meeste OCMW’s als een van de belangrijkste oorzaken aangestipt om tot de aanvraag van een bestaansminimum over te gaan.
Overigens vindt eveneens een overgroot deel van de OCMW’s dat dit minimum met tenminste 25 % dient te worden opgetrokken om echt lééfbaar te zijn. Deze schatting komt trouwens overeen met die van prof. Deleeck, zoals die ze in zijn wetsvoorstel heeft opgenomen, en van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten.
Al is dit natuurlijk niet niks, dan moet men er toch op wijzen, primo, dat een aantal steunaanvragers uit de sociale zekerheid werden geschrapt (dus dat ze in feite verhuizen van de ene kas naar de andere, ook van de begroting van het ene ministerie naar het andere !), en dat secundo in Zwitserland en elders nog voldoende Belgisch geld te vinden is om deze schande « wit » te wassen…
Ronny De Schepper