De Duitse auteur Botho Strauss (tekening YouTube) kwam voor het eerst in het nieuws toen hij in “Theater Heute” het naturalistische toneel als pseudo-realistisch afwees in zijn ophefmakend artikel “Versuch ästhetische und politische Ereignisse zusammenzudenken” (1970).
Als dramaturg bij de Schaubühne am Halleschen Ufer in Berlijn zet hij met regisseur Peter Stein een aantal opmerkelijke stukken op (b.v.”Peer Gynt”). In 1972 wordt zijn eerste eigen stuk “De hypochonders” in een regie van Claus Peymann opgevoerd. Deze half-absurdistische Freudiaanse thriller gesitueerd in het Amsterdam van 1901 kon pers en publiek maar weinig bekoren, maar als in 1975 “Bekende gezichten, gemengde gevoelens” volgt in het Württembergische Staatstheater Stuttgart (in een regie van Niels-Peter Rudolph), is er wel erkenning voor deze confrontatie van een aantal schipbreukelingen van de welvaartmaatschappij. In 1977 volgt dan de “Trilogie van het weerzien” (Dieter Giesing in Hamburg), in 1978 “Groot en klein” (Peter Stein in de Schaubühne), in 1982 “Kalldewey farce” (Niels-Peter Rudolph in Hamburg), in 1984 “Het park” (tegelijk in 18 Duitse theaters!), in 1986 “Die Fremdenführerin” en in 1987 de trilogie “Bagatellen”, “Bezoeker” en “De tijd en de kamer”, dat op 23 september 1989 in première ging in Arca in een regie van Herman Gilis en Jos Verbist.
In augustus 1988 had het Reizend Volkstheater ondertussen zijn bewerking gebracht van Molières “Misantroop” in een regie van Senne Rouffaer. Zie verder ook nog: De Reisgids, De Keten der Vernederingen en Zeven Deuren.