Fons Mariën las “Verdwaald in Verlichting” van Khalid Benhaddou en Patrick Loobuyck (fotomontage Uit in Vlaanderen).
‘Verdwaald in Verlichting’ is een dialoogboek, met name de weergave van een dagenlang gesprek tussen de Gentse imam Khalid Benhaddou en de moraalfilosoof Patrick Loobuyck. Filosoof Tomas Serrien stelde de vragen en schreef het geheel uit. En dan ligt er nu een boek, dat heel actueel is (er wordt zelfs verwezen naar de nieuwe EU-commissievoorzitter Ursula Von der Leyen).
De ondertitel van dit boek luidt: “Waarover kunnen we het nog eens zijn in een samenleving van wij tegen zij?”. Deze dialoog tussen een moslim en een atheïst is maar mogelijk doordat beiden zich opstellen als bruggenbouwers, als redelijke en gematigde mensen. Met minder gematigde mensen zou deze dialoog onmogelijk zijn. Rode draad in het gesprek is de Verlichting. Te pas en te onpas wordt immers in publieke en politieke debatten geschermd met de waarden van de Verlichting. Opvallend is dat zowel linkse als rechtse of conservatieve partijen zich nu beroepen op de Verlichting. Zo bijvoorbeeld beriep Assita Kanko bij haar overstap van MR naar N-VA zich op de Verlichting met de bewering “als zou de N-VA het best de verlichtingswaarden verdedigen”. Khalid Benhaddou meent dan weer dat de Verlichting vaak ook geïnstrumentaliseerd wordt, d.w.z. als instrument gebruikt om groepen uit te sluiten. Hoog tijd dus om nog eens goed na te gaan wat de Verlichting precies omvat, hoe die waarden zich historisch gezien ontwikkelden en wat de Verlichting actueel te betekenen heeft.
Patrick Loobuyck maakt een duidelijk onderscheid tussen verlichtingswaarden als leidraad voor het individu en als leidraad voor de samenleving. Hij stelt dat iedereen vrij is om zijn eigen leven te leiden en eigen opinies te koesteren, maar dat de samenleving moet gebaseerd zijn op gemeenschappelijke waarden die uit de Verlichting voortkomen (democratie, een seculiere staat, rechtsstaat, mensenrechten). Zo bijvoorbeeld kan iemand op individueel vlak van mening zijn dat homoseksualiteit een ziekte is, maar maatschappelijk gezien moet het individu zich scharen de aanvaarde regel dat homo’s mogen huwen.
Het is onbegonnen werk om de hele dialoog hier samen te vatten. Er wordt gepraat over identiteit en identiteitspolitiek (van links en rechts), cultuurrelativisme, postmodernisme, over de Verlichting als wasmachine waar de islam doorheen moet (cfr. een uitspraak van Pim Fortuyn). Beiden praten ook heel uitgebreid over de rol van het onderwijs en meer bepaald de plaats van levensbeschouwelijke vakken, van de eindtermen op het vlak van burgerzin e.d. Patrick Loobuyck licht hier zijn bekende voorstel voor een overkoepelend vak LEF (levensbeschouwing en filosofie) toe.
In zijn geheel is dit boek heel leesbaar en interessant, nergens wordt over de hoofden van lezers gepraat, maar toch worden namen en ideeën van belangrijke denkers en filosofen vernoemd. Een interessante dialoog dus, ook al blijft de bedenking gelden dat het hier gaat om heel gematigde mensen. Niet iedereen in de twee “kampen” is even gematigd, soms zelfs radicaal en vaak is er in werkelijkheid geen dialoog maar wel een dovemansgesprek. Ik kan alleen maar hopen dat deze dialoog inspirerend mag werken voor iedereen die open staat om na te denken over mens en maatschappij.
Fons Mariën