Het zal morgen ook al vijftien jaar geleden zijn dat Etienne Hublau is gestorven. Deze Gentse kunstenaar is vooral bekend van het beeld dat hij van Romain De Coninck heeft gemaakt en dat een mooie plaats kreeg toegewezen op de trappen naar de Minardschouwburg. Maar zelf ben ik hem in de jaren negentig eens gaan interviewen over de geschiedenis van de jazz in Gent.
Plastisch kunstenaar, scenograaf, jazz- en volkscultuurpromotor Etienne Hublau ontwierp onder meer decors en affiches voor NTG, Minardschouwburg, Theater Taptoe (o.a. voor de productie “Lène Maréchal, de revue van een proeverigge” van Paul Berkenman & Freek Neirynck, 1983 met Rosa Geinger in de titelrol en Pat Remue). Hij stichtte in het midden van de jaren zestig van de twintigste eeuw samen met Rik Lanckrock, Jacques Vandersichel en John Bultinck de vereniging ter promotie van het werk van Romain Deconinck: het Gents Volkstoneel v.z.w. Hij illustreerde een aantal publicaties van Lanckrock met betrekking tot volkscultuur: “Romain Deconinck en het Gents volkstoneel” (1972) en daarvoor “M’n Nonkel Miele en ik” (met vignet en vijftien pentekeningen); “Den ewen dag kom nie alliene” (vignet en drie foto’s); “Manne mee boarde” (met drie tekeningen en een vignet); “Herdenkingsmap Henri Van Daele Minardschouwburg Gent”, met illustraties uitgevoerd naar originele foto’s van de revues van Van Daele. In 1996 ontwierp en realiseerde hij het standbeeld van Deconinck op de trappen van Minardschouwburg in de Walpoortstraat. Het beeld werd na een vandalenstreek vernietigd en in 2012 in brons teruggeplaatst. De volksmond beweert dat Romain Deconinck er – in zijn rol als inspecteur Kamiel Sprottaert uit “Ne Leeuw zonder tanden”,1977 – bij zit met zijn rug naar de schouwburg, ‘om niet te moeten zien wat er momenteel op de scène opgevoerd wordt’. Toen de vernieuwende De Blauwe Maandag Compagnie (1884-1998, opgegaan in het Antwerpse Toneelhuis) er in 1991 zijn huistheater mocht van maken, bleef het standbeeld van de Meester van het Volkstoneel respectvol op de trappen.
Freek Neirynck