Het is vandaag zestig jaar geleden dat de live band in de Scotch Club in Aken het liet afweten en de eigenaar dan maar zelf platen begon te draaien. Hiermee wordt deze club over het algemeen als de eerste discotheek aller tijden beschouwd. Ik koppel daaraan een artikel over disc-jockeys van veertig jaar geleden. Dat lijkt van geen kanten meer op een artikel van heden ten dage dat over één van de vele superstars die d.j.’s nu zijn zou handelen. Maar juist daarom is het zo leuk om dit artikel te plaatsen natuurlijk.
Reeds vroeger hebben we een korte bijdrage over BDO (Belgische Disc-Jockey Organisatie) gepubliceerd (*). Deze vereniging neemt op dit ogenblik echter zo’n vlucht dat het volledig verantwoord is om er even langer te blijven bij stilstaan.
Aanleiding hiervoor is het vijftigste nummer van het Franstalige blad uitgegeven door UPDJ (zoals BDO over de taalgrens heet), wat gevierd werd met een nieuw (magazine-)formaat, ook voor het Nederlandstalige zusterblad dat gerund wordt door Tom Vossen (BRT) en Maurice Paul (Jazz Bilzen).
Uit deze namen kan men reeds afleiden dat BDO een voornamelijk Limburgse aangelegenheid is, mogelijks omdat de kreet « retour à Liège » op sommige plaatsen aldaar vaker wordt gehoord dan elders… In principe is BDO immers francofoon van afstamming. En dat sedert zo’n negen jaar. De Vlaamse « pendant » heeft nog maar één kaarsje mogen uitblazen.
Zoals gezegd heeft de vereniging op dit moment, ook in Vlaanderen, volop de wind in de zeilen. Sedert de omschakeling van het blad zijn immers bindingen tot stand gekomen met het vakblad van de muziekindustrie, Billboard, en met het populaire tienerweekblad Joepie.
Dit legt de D.J. zelf geen windeieren : platenfirma’s en gespecialiseerde firma’s in elektronische apparatuur verdringen elkaar nu om in de gunst van de d.j.’s te komen. Zeker omdat onze zo vaak op de korrel genomen staats-BRT wat payola-schandalen betreft veel zuiverder op de graat is dan b.v. de hippe jongens van Hilversum 3.
Vertegenwoordigt BDO dan werkelijk zo’n grote belangengroep ? « In Wallonië alleen al, zo vertelt directeur-beheerder Jean-Marie Becker in Billboard, tellen we meer dan vierduizend leden. We hebben uitgerekend dat zij wekelijks meer dan een half miljoen mensen aan het dansen zetten. »
Dit respectabele aantal leden, zo blijkt uit een enquête in het jongste nummer van Disc-Jockey, is voornamelijk afgekomen op de service-verlening van BDO. Zo kan men er terecht voor rechtskundige bijstand, een technische depannagedienst, verzorging van de promotie en korting bij aankoop van platen of materiaal.
Voor 1980 komen hier nog een aantal nieuwe initiatieven bij. Zo gaat men ernstig werk maken van een DJ-school. Ongetwijfeld komen hier de meest voor de hand liggende capaciteiten van een DJ aan bod (spreekvaardigheid, technische kennis, muzikale smaak, originaliteit) maar ook sociale en fiscale aspecten.
Het laatste eerst : het is een oud zeer dat de opbloei van het DJ-fenomeen gepaard gaat met het « afvloeien » (om hier die werkgeversterminologie m.i. gepast te gebruiken) van de « balgroepjes ». BDO geeft dit zelf toe. Anderzijds spijzen de DJ’s wel rijkelijk de kas van de auteursorganisatie SABAM. Het grote probleem blijft dus dat van de uitvoerende kunstenaar : hij wordt gebroodroofd en krijgt er niets voor in de plaats. Reeds uit onze discussie over het statuut van de artiest (r.v. nr. 2 van 1979) is gebleken dat hieraan, ook binnen SABAM, wordt gedokterd.
Wat nu het sociale statuut van de DJ zelf betreft : alhoewel uit de enquête blijkt dat 94 % van de aangesloten leden niet beroeps is (wel : student, bediende of werkzaam in de elektronika), toch wordt van hem vaak een « professionele » aanpak verwacht, vooral wat materiaal betreft.
Op dat gebied leren we uit de enquête dat de doorsnee-DJ over een muziekinstallatie beschikt van zo’n vijftig duizend frank en dat hij per maand zeventien singles en vijf elpees koopt. BDO merkt hierbij op dat deze enquéte uitsluitend bij Franstalige leden werd doorgevoerd en dat in Vlaanderen de bedragen wel iets lager zullen liggen. (**)
Toch roepen deze cijfers wel vragen op als we tegelijkertijd vaststellen dat de gemiddelde DJ twee contracten heeft op een maand tegen vier tot zesduizend frank… BDO merkt hierbij trouwens op dat « wie voor een lagere prijs werkt (…) eigenlijk een oneerlijke concurrent is voor de beter geïnstalleerde en misschien ook betere DJ ».
Twee andere initiatieven van BDO zijn een congres over het geweld in de dancings en het overgaan tot de stichting van een European Disc-Jockey Organization (EDO). Hierop komen we ten gepasten tijde nog eens terug. (***)
Referentie
Ronny De Schepper, Disc-jockey “spelen”: een dure zaak, De Rode Vaan s.d.
(*) Dit artikel heb ik niet meer teruggevonden.
(**) Hoezo? Vreemd dat ik deze opmerking zo maar laat passeren.
(***) Dat is bij mijn weten niet gebeurd, al stond toenmalig hoofdredacteur van De Rode Vaan, Piet Lampaert, zeker niet afkerig tegenover d.j.’s. Integendeel, het is precies via het feit dat hij nog d.j. heeft gespeeld op een door mij georganiseerde fuif in mijn studententijd dat wij elkaar hebben leren kennen. Vóór die tijd (dus in mijn middelbare schooltijd) was Johan de Belie actief als d.j.Adhemar. Onvergetelijk is b.v. zijn “vondst” om tijdens de “kuskesdans” (la bamba) de uitgekozen persoon een tong te draaien als hij “kus” zei! Johan beoefende dit vak vooral omwille van zijn taalvaardigheid, technisch was hij minder begaafd. Eén keer heeft hij zelfs met een gebroken arm d.j. gespeeld (wegens een ongeluk op de dag zelf, van doorzettingsvermogen gesproken!), dus dat was eigenlijk zelfs onmogelijk. Voor de technische kant van de zaak stond dan meestal klasgenoot Roland Hiel in, die dit later nog een tijdje is blijven doen als D.J.Rolle. Zelf heb ik ook één keer d.j. gespeeld en ook ik had hiervoor “technische assistentie” nodig en die werd dan verleend door Luc Carnier. Dat moet dan enkele jaren na dit artikel gebeurd zijn, halfweg de jaren tachtig, zeg maar. Onderstaande foto dateert dan weer van vele jaren eerder, maar ik denk niet dat ik hier echt als d.j. aan het werk ben. Misschien kwam ik gewoon “een plaatje aanvragen”, iets wat ik wel vaker deed.
