Morgen zal het veertig jaar geleden zijn dat Patrick Sercu aan de zijde van Didi Thurau de zesdaagse van Berlijn heeft gewonnen daarmee het record van Peter Post (66 overwinningen i.p.v. 65) heeft gebroken. Dat gebeurde precies op dezelfde dag toen vijftien jaar eerder Patrick de gouden medaille veroverde op de Olympische Spelen van Tokio in de discipline “1 km met stilstaand vertrek”…
In de jaren zestig en, zoals men kan zien, ook nog lange tijd nadien was Patrick Sercu de ongeëvenaarde koning van de piste. Zeker omdat hij in het begin aan niemand minder dan Eddy Merckx werd gekoppeld. Toch was dit niet opzettelijk, de twee kenden elkaar al van bij de juniors, toen ze in het Brusselse sportpaleis gingen trainen.
Eén van hun eerste overwinningen was in het Gentse Kuipke in 1965. Ze wonnen toen vóór Post-Simpson en Van Steenbergen-Severeyns: een betere illustratie van de overdracht van de macht was nauwelijks denkbaar. Sercu-Merckx wonnen toen de eerste zesdaagse in het nieuwe Kuipke, want het oude was in 1962 door een brand verwoest.
Ondertussen is de pistebedrijvigheid op een dieptepunt aanbeland. Zesdaagsen zijn eigenlijk zelfs nog een uitzondering, want die doen het nog redelijk goed. Van piste-meetings is echter bijna geen sprake meer. Met name Patrick Sercu tracht daar wat aan te doen. Zijn eerste poging, FICP-punten toekennen aan zesdaagsen, is mislukt (sommige ploegen, b.v. Histor of Telekom, slaagden erin hun deelname aan de Tour af te dwingen door punten die renners in de winter hadden behaald!), maar daarna slaagde hij wel in zijn opzet door een soort van Grand Prix op te zetten, in navolging van de wereldbekerwedstrijden.
Na een paar pogingen in de beginperiode speelden de Belgen al vlug niet meer mee in het circuit, Patrick Sercu was zo ontgoocheld dat hij er voor het seizoen 1995-96 de brui aan gaf als coach van de Belgische baanploeg. Hij werd opgevolgd door Dirk Baert, die verkozen werd boven Etienne Ilegems en Dominique De José. Ondertussen heeft Baert op zijn beurt de plaats geruimd voor Michel Vaarten. Op dit moment is het de beurt aan de Nederlander Peter Pieters, die toch reeds een aantal successen heeft kunnen boeken.
Patrick profileerde zich ondertussen steeds meer als organisator van zesdagen en dreef daar zijn wil door om vaste koppels, liefst per nationaliteit, te vormen. Dat lag in het verlengde van zijn (aanvaard) voorstel om ook een wereldkampioenschap koppelrit te organiseren.
Hét probleem van de zesdaagsen zit ‘m inderdaad in de vorming van de koppels. “Vaste” koppels komen haast niet meer voor, zoals Patrick Sercu dat zo graag zou willen (*). Dat werkt natuurlijk de sportiviteit niet in de hand. Het is voor de echte sportliefhebber nog altijd moeilijk te aanvaarden dat men in de ene wedstrijd tegenstander van elkaar is, terwijl men de week daarop aan hetzelfde zeel zou moeten trekken.
Ronny De Schepper
(*) Dat beide renners dezelfde nationaliteit zouden hebben, een andere wens van Patrick, wordt nu meestal wél nageleefd.