Morgen zal het precies honderd jaar geleden zijn dat in Kortrijk Bert De Wildeman werd geboren. Vijf jaar geleden is hij op 94-jarige leeftijd overleden. De Wildeman was in 1956 de stichter van theater Antigone in Kortrijk. (Foto beeldbank stad Kortrijk)

‘De Jeune Garde Catholique speelde goed toneel, maar ik wilde Vlaams theater in Kortrijk’, zei De Wildeman in 2007 in Het Nieuwsblad. ‘Professioneel theater bovendien, met een uitstraling over heel de provincie.’
De stichting vond dus plaats in de periode van de kamertheaters, maar Theater Antigone is toch vooral bekend geworden als reisgezelschap en in die hoedanigheid heb ik het dan ook een aantal keren aan het werk gezien. Toch durf ik boven dit stukje niet schrijven “de geschiedenis van Theater Antigone” want daarvoor is het teveel kaas met gaatjes, of zeg maar: gaten.
Zo heb ik om de een of andere reden wel het seizoen 82-83 genoteerd, maar dat is dan wel het enige seizoen dat ik op die manier heb bijgehouden.
10/9/82 “Het interview” (Wim Van Wieringen, regie Bert De Wildeman, met Diane de Ghouy en Kristiaan Lagast)
24/9/82 “Een dag uit de dood van Piet Snot” (Peter Nichols, regie Marcel de Stoop)
9/11/82 “Er zijn geen ouders meer” (Jean Cocteau, regie Bert de Wildeman)
11/1/83 “Baas Gansendonck” (Joanna Geldof naar Hendrik Conscience, regie Bert de Wildeman)
28/1/83 “Hoofdstuk twee” (Neil Simon, regie Tine Balder)
22/4/83 “Het blauwe gevaar” (Victor Lanoux, regie Bert de Wildeman)
In 1984 volgde Jo Gevers Bert De Wildeman op als directeur. Antigone zelf wordt een C-gezelschap (kamertheater) i.p.v. een B-gezelschap (spreidingstheater). Merkwaardig genoeg betekende dit dat ze minder moesten doen voor evenveel geld. En bovendien moeten die reisvoorstellingen, waarover ikzelf sprak, nog altijd komen. Ik vraag me dus af wat dit te betekenen heeft.
In februari 1988 werd Jo Gevers “bedankt”. In afwachting van een nieuwe aanstelling, nam Dré Vandaele, de ouderdomsdeken van de acteurs, de fakkel over. Omdat Gevers van mening was dat er geen sprake kon zijn van “hoogdringendheid” (op het einde van het seizoen liep zijn contract af en hij had al herhaaldelijk te kennen gegeven dat hij het niet zou verlengen) deed hij Antigone een proces aan. Uiteindelijk werd de Nederlander Franck van Erven, die juist na een conflict bij het Limburgs Project Theater aan de deur was gezet, verkozen boven een dertigtal andere kandidaten waaronder Freek Neirynck en Arne Sierens.
“De Kaukasische Krijtkring” betekende in 1991 het afscheid als regisseur van Franck van Erven. Aangezien hij voor de volgende drie jaar in zijn functie van directeur werd bevestigd, heeft hij zich immers (net als zovelen) voorgenomen meer als “manager” te gaan optreden. In de voorbije periode werden immers de financiële reserves van het gezelschap opgesoupeerd en heeft men zelfs een lichte schuldenlast gemaakt.
Dat alles natuurlijk niet om goede sier te maken, maar in een poging om de artistieke lijn wat te verstrakken. Van Erven wordt in deze aanpak wel gevolgd door zijn Raad van Beheer, maar hij neemt zichzelf toch voor de schuldenlast weg te werken, zoniet zal hij als een voetbaltrainer die de degradatie van zijn team niet heeft kunnen afwenden, zijn conclusies trekken.
Publicitair gezien is er nog heel wat werk op de plank, maar vanuit artistiek standpunt wenst van Erven in deze tijd van “VTM-isme” geen concessies te doen. Het zal dus de subsidiërende overheid moeten zijn (en dat is niet alléén minister Dewael) die haar verantwoordelijkheid op dat vlak zal moeten opnemen.
In zijn programmavoorstelling voor het komende seizoen anticipeert van Erven reeds op het in de maak zijnde nieuwe theaterdecreet. Als de meerderjarige erkenning erdoor is, wil hij met een vijftal “getalenteerde acteurs en actrices” het gezicht van Antigone voor de komende jaren gaan bepalen. Tot hiertoe hebben Eddy Brugman, Hans Royaards en Nora Tilley reeds een verbintenis in die zin onderschreven. Sommigen van hen zullen het volgende seizoen reeds in Antigone actief zijn.
Eddy Brugman herneemt b.v. een werk uit 1984 van Franck van Erven zelf, “Wanneer worden de bloemen geboeid?”, een vooral naar scholen toe gericht project ter ondersteuning van Amnesty International met acteur Kristiaan Lagast en gitarist Guido Desimpelaere.
Om de eigen dramaturgie te ondersteunen werd trouwens ook aan Stefan Vancraeynest een schrijfopdracht gegeven.
In november ’96 nam Franck Van Erven onverwachts ontslag als directeur. Hij werd opgevolgd door Jos Verbist, die toch al als opvolger was aangeduid. De reden voor het ontslag was ongetwijfeld de nogal bitsige kritiek die de Raad van Bestuur op Van Erven had geuit nadat de RAT een negatief advies had uitgebracht, waardoor het theater in zijn bestaan werd bedreigd. Gelukkig redde de West-Vlaamse minister Martens het theater uit zijn regio door toch nog twintig miljoen op te hoesten. De kritiek mag dan enigszins terecht zijn, toch is Van Erven iemand die zich steeds honderd procent voor zijn theater heeft ingezet. Dat hij ondanks zijn ontslag toch als acteur bleef doorgaan in “Oleanna” van David Mamet, was daar nog een ultieme illustratie van.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.