De Amerikaanse acteur Robin Williams werd vijf jaar geleden dood aangetroffen in zijn huis nabij San Francisco. De politie vermoedde dat hij was overleden door verstikking. Nog volgens de Californische politie ging het vermoedelijk om een geval van zelfdoding. Zijn woordvoerster verklaarde daarop dat de acteur inderdaad tegen een depressie vocht. Persoonlijk denk ik eveneens dat Robin Williams het “Peter Pan”-syndroom had (niet willen opgroeien, volwassen worden), wat wel toepasselijk is, aangezien hij deze rol (en de hele problematiek die het met zich meebrengt) vertolkte in de film “Hook” van Steven Spielberg. In deze film komt bovendien een vaderfiguur voor “who lost his marbles”. Als hij van zijn zoon dan zijn marbles letterlijk terugkrijgt na diens avontuur in Neverland, is hij zo in zijn nopjes dat hij uit het raam vliegt (symbool van sterven, neem ik aan) terwijl hij roept: “Seize the day!”, carpe diem, de bekende slogan van Robin Williams’ personage in “Dead poets society”. Nee, dat kan allemaal geen toeval zijn…
Dat Williams moeilijk weerstand kon bieden aan drank en cocaïne was bekend. Het overlijden van bevriend acteur John Belushi aan een overdosis in 1982 was voor hem het moment om af te kicken. Twintig jaar lang was hij ‘clean’, maar in 2006 werd hij opnieuw opgenomen vanwege zijn alcoholverslaving. Met zijn eerste twee echtgenotes, Valerie Velardi en Marsha Garces, kreeg Robin Williams drie kinderen. Sinds 2011 was de acteur met Susan Schneider getrouwd.
Uit eigen land kwam er merkwaardig genoeg een reactie van Eddy Merckx (op vraag van Het Laatste Nieuws). Eddy Merckx ontmoette Robin Williams verscheidene keren tijdens de Ronde van Frankrijk. Robin Williams werd immers ooit nog genoemd als hoofdrolspeler in een film over de Tour de France en zo is hij een paar keer afgezakt naar de Ronde om zich wat in zijn rol in te leven. Dat was dan wel in de fameuze periode van het bewind van Lance Armstrong. “Williams was goed bevriend met Lance Armstrong. Of hij mij kende? Ja. Als je wielerfanaat bent, denk ik dat de naam Merckx je wel iets zegt,” aldus Merckx.
De film is er nooit gekomen (financieringsproblemen), maar Robin Williams had er blijkbaar wel een liefde voor de wielersport aan overgehouden en deed soms mee aan gentlemen-wedstrijden voor het goede doel. Ter gelegenheid van zo’n wedstrijd werd bovenstaande foto genomen. En wat is er nu zo speciaal aan deze foto? Let op de regenboogbandjes aan de hals en de armen: dit moet dus een truitje zijn van één van de gebroeders De Vlaeminck. “Het zou leuk zijn te weten hoe hij daaraan is geraakt,” schreef ik toen, maar het antwoord was helaas zeer prozaïsch: men kan dergelijke truitjes (dus met inclusief de regenboogbandjes) gewoon kópen…
Robin Williams werd bekend van de TV-serie “Mork and Mindy” (1978-1982). Daarvóór had hij als eerste film een soft-seksgeval opgenomen: “How long can I do it before I need glasses?” Later zou hij een fortuin spenderen om zijn rol hieruit te laten wegknippen. Later, dat is dan na 1984 wanneer hij na nog andere flops als “Popeye” (1980) en “Moscow on the Hudson” (Paul Mazursky) met “The World according to Garp” echt doorbreekt. En dan moest “Good morning Vietnam” nog komen!
In deze Vietnamfilm van Barry Levinson (“The natural”, “Rainman”, “Avalon”) speelt hij de rol van een disc-jockey die omwille van zijn onconventionele manier van presenteren erg geliefd wordt bij de soldaten. Via zijn verliefdheid op een Vietnamees meisje krijgt hij ook meer begrip voor de plaatselijke bevolking en haar vijandige houding ten opzichte van de Amerikaanse “bevrijders”. Als echter blijkt dat zij contacten heeft met de Vietcong wordt hij het land uitgezet.
Naast een aantal ontroerende scènes bevat de film (gezien het onderwerp) uiteraard ook een boel schitterende popmuziek uit de jaren zestig.
Daarna volgt “Hook” van Steven Spielberg. Voor “The Fisher King” week Terry Gilliam van zijn kant af van zijn principe om alleen maar eigen scenario’s te verfilmen (“Munchhausen”, “Brazil”), gewoon omdat hij het zo’n goed verhaal vond. Scenarist Richard LaGravanese kwam inderdaad vrij origineel uit de hoek door een cynische d.j. uit New York ten tonele te voeren (een uitstekende Jeff Bridges), die aan de fles gaat als één van zijn volgelingen zijn “raadgevingen” maar al te letterlijk opvat en een aantal yuppies in een bar vermoordt (het zijn er “slechts” zeven, maar de overeenkomst met de massamoord in Texas is angstaanjagend). Door het feit dat zijn mooie vrouw tot de slachtoffers behoort, wordt een jonge leraar krankzinnig en gaat als clochard leven. Je voelt al met je ellebogen aan dat dit een rol is voor Robin Williams, die blijkbaar een voorkeur heeft voor mensen “die door het lint gaan” (Garp, de d.j. in “Good Morning Vietnam”, zelfs de leraar in “Dead Poets Society” of de dokter in “Awakenings”). Op die manier valt alleszins zijn neiging tot overacting minder op.
Williams was zich daar blijkbaar zelf van bewust want voor “Dead again” (1991) vroeg hij aan regisseur en hoofdacteur Kenneth Branagh expliciet om zijn naam niet op de generiek te vermelden om te vermijden dat de mensen zouden denken dat het om een komedie ging.
“Toys” (1993) van Barry Levinson is een flauwe komedie over een toegewijde speelgoedfabrikant die het familiebedrijf moet redden van een waanzinnige oom (Michael Gambon) die er een munitiefabriek wil van maken.
In 1993 wordt Robin Williams “ge-out” als seropositief, maar achteraf blijkt het maar een gewone verkoudheid te zijn geweest (?!?). Maar hij krijgt wel een Golden Globe als beste komische acteur voor “Mrs.Doubtfire”, een film die ook werd genomineerd als beste komedie. Een gescheiden acteur wil per se bij zijn kinderen blijven en vermomt zich dus als “nanny”. Zonder happy end van het gescheiden koppel dat weer samenkomt. Daar stond Williams op. Bij de oscar-uitreiking viel de film enkel maar in de prijzen voor het voorspelbare make-up-werk, misschien omwille van Sally Field, die de moeder speelt. Of zoals Karel van der Auwera schrijft: “Haar pruimensmoeltje is op zich al reden genoeg voor een echtscheiding”. Anderzijds kan het natuurlijk ook te maken hebben met Williams zelf, want – zoals Kate Saunders terecht schrijft – “like many great clowns (versta: Chaplin) Williams is horribly addicted to pathos of the worst sort”.
Williams modelleerde zijn rol op… zijn tweede vrouw, Marsha Garces. Deze was immers als “nanny” in het huishouden Williams binnengekomen en was de enige die een beetje orde kon houden bij de kinderen. Inclusief het grootste kind, Robin zelf, die toen met een zwaar drugprobleem kampte.
In 1996 was hij met Kirsten Dunst en Bonnie Hunt te zien in “Jumanji” van Joe Johnston, een gezelschapsspel vol “special effects”. Daarnaast was er “The birdcage” van Mike Nichols met verder nog Nathan Lane, Gene Hackman en Dianne Wiest. Deze veramerikanisering van “La cage aux folles” werkte me al danig op de zenuwen maar in “Jack” van Francis Ford Coppola bereikte Robin Williams de bodem van de put. In deze film ziet hij eruit als een kind van tien dat eruit ziet als een overacterende Robin Williams.
In ernstige films daarentegen is hij nog steeds uitstekend. Zo b.v. datzelfde jaar in “The secret agent” van Christopher Hampton naar een roman van Joseph Conrad (in ’36 reeds vrij verfilmd door Hitchcock himself als “Sabotage”). Hierin speelt Williams een cynische bommenlegger, die ontmaskerd wordt door zijn echtgenote (Patricia Arquette), eerder dan door de geheim agent uit de titel (Bob Hoskins, die een vergelijkbare rol met die uit “Mona Lisa” vertolkt).
In 1997 speelt hij de therapeut van Matt Damon in “Good Will Hunting”. When Matt Damon was in his fifth year at Harvard, he was in a playwriting class. The culmination of it was to write a one-act play, and he just started writing a movie, which, with the help of Ben Affleck, became this movie. When Robin Williams read the script via Francis Ford Coppola and really liked it, his one question for Coppola was, “Who are these guys?”
Matt Damon originally intended to make the title character a physics prodigy. He discussed his idea with Sheldon L.Glashow, a Nobel laureate in physics, and at the time a Harvard professor. Glashow told him that the premise did not ring true to him, and suggested that the main character be a math prodigy instead. He referred Damon to his brother-in-law, Daniel Kleitman, a professor of mathematics at M.I.T., who provided advice on the story. Glashow and Kleitman are thanked in the credits.
An earlier draft of the script also had Will Hunting being recruited by the government to become a cryptanalyst (based on his mathematical ability). Rob Reiner reportedly reviewed the script and advised Matt Damon and Ben Affleck to eliminate this subplot. However, there is a reference to it in the final script: the scene where Will meets with N.S.A. Agents, and explains why he doesn’t want to work for them.
Matt Damon and Ben Affleck found a clever way to choose the right studio for their script: the story goes that on page sixty of the script, they wrote a completely out-of-nowhere sex scene between Will and Chuckie (*). They took it to every major studio, and nobody even mentioned the scene. When they met with Harvey Weinstein at Miramax, he said, “I only have one really big note on the script. About page sixty, the two leads, both straight men, have a sex scene. What the hell is that?” Damon and Affleck explained that they put that scene specifically in there, to show them who actually read the script, and who didn’t. As Weinstein was the only person who brought it up, Miramax was the studio chosen to produce the film. However, initially, producer Harvey Weinstein did not want Minnie Driver at all for the role of Skylar, feeling she wasn’t cute enough for the part (**). Because Gus, Matt, and Ben wanted her in the movie, Weinstein ultimately relented, and Driver went on to be nominated for a Best Actress in a Supporting Role Oscar. Minnie Driver’s character Skylar is named after Damon’s girlfriend, Skylar Satenstein, who left Damon for Metallica drummer Lars Ulrich before filming began. Damon and Driver became romantically involved during production. In the film, Skylar talks about her father having died years prior. Skylar Satenstein’s father, Frank Satenstein, a television director, died in 1982, years before Skylar and Matt Damon were dating at Harvard.
In his first scene, Robin Williams is standing in front of a blackboard. Behind him, are written on the blackboard in chalk, the words “Susser 1969”. In 1969, Williams graduated from Redwood High School, Larkspur, and then continued at College of Marin, Kentfield just a few blocks away from the High School. He became acquainted with the Drama Department there at the College of Marin, and performed in the production “Taming of the Shrew” by William Shakespeare. Robin Williams’ first stage director was the late Harvey Susser. Thus, the blackboard “code words” seem to say: “Hey, Harvey! See this! Now I’m the teacher!”
The very first day of the shooting, Matt Damon and Ben Affleck started crying out of happiness, because it was a scene between Robin Williams and Stellan Skarsgård, accomplished actors, doing Damon’s and Affleck’s scene verbatim, and they had waited so long (four years) for this to happen. Ben Affleck was twenty-five and Matt Damon was twenty-six when they won the Academy Award for Best Original Screenplay for this film, making Ben Affleck the youngest person ever to win the award.
When Robin Williams won the Oscar for his supporting role, he sent Peer Augustinski, who dubbed his voice in German, a small replica of the Oscar statue with a note saying, “Thank you for making me famous in Germany.”
The lines in the scene when Sean talks about his late wife’s farting antics were ad-libbed by Robin Williams. That is why Matt Damon was laughing so hard. If you watch the scene carefully you can notice the camera shaking a bit, possibly due to the cameraman laughing as well. But, according to Matt Damon, Robin Williams’ best addition is the last line of the film (“Son of a bitch. He stole my line“).
When Robin Williams and Matt Damon were shooting the scene on the bench in the Public Garden, in the movie, it seems like they’re the only people in the park. In reality, Robin Williams being a massive star, there were, at one point, over three thousand people out there, watching that scene. After the 2014 death of Robin Williams, the Boston Public Garden park bench where he and Matt Damon had their conversation scene, became an impromptu memorial site for the actor with people leaving flowers, quotes and various items at the bench. A petition has been passed around to erect a statue in Williams’ memory near the bench.
In the scene on the park bench, Robin Williams gives an example of love that Will hasn’t experienced as “going to hell and back for it.” In his next movie, What Dreams May Come (1998), Williams does just that for his love, played by Annabella Sciorra, after she commits suicide.
En als ik dan een sprong mag maken naar 2002, ook dan is hij angstaanjagend in zijn alledaagsheid als de tilt geslagen schrijver in “Insomnia” van Christopher Nolan. Een vergelijkbare rol speelt hij dat jaar ook in “One hour photo” van Mark Romanek. Hier speelt hij een creep die zich als foto-ontwikkelaar moeit met het leven van het gezinnetje van één van zijn beste klanten. De film wordt wel ontsierd door een besluiteloos einde. Het merkwaardige is dat ik deze film heb gezien kort na zijn zelfmoord, zonder te weten dat de film “reeds” uit 2002 dateerde. En dan zag je in de manier waarop Robin Williams zijn rol aanpakte reeds aanzetten van wat er stond te gebeuren…
“The big wedding” van Justin Zackham daarentegen is wel degelijk één van de laatste films van Williams (uit 2013) en hier valt er helemaal niets te voorspellen, tenzij dan dat men kan zeggen: hoe komt dat nu dat Robin Williams zich leent voor zo’n onbeduidend rolletje (het is bijna een cameo)? (Internet Movie Database)
Referentie
Ronny De Schepper, De dood van Peter Pan, Dagelijks iets degelijks 12 augustus 2014
(*) Director Gus Van Sant, at one point, asked Matt Damon and Ben Affleck to re-write the script, so that Chuckie is killed in a construction accident. Damon and Affleck protested, but reluctantly wrote the scene in. After Van Sant read it, he agreed that it was a terrible idea. By the way, Gus Van Sant painted the picture that hangs in Sean Maguire’s (Robin Williams’) office en dat door Will Hunting in de grond wordt geboord.
(**) In het licht van het latere schandaal rond Weinstein kan men dit in allerlei richtingen interpreteren…