We schrijven 8 augustus 1964. Een dag die legendarisch zal worden in de Nederlandse popgeschiedenis. The Rolling Stones gingen namelijk een concert geven in het Kurhaus in Scheveningen…
Om half elf komen de Rolling Stones aan op Schiphol. Er staat een horde journalisten te wachten, er zijn joelende fans, maar de aankomst staat in schril contrast bij de taferelen van de komst van de Beatles eerder dat jaar.
Popfotograaf Rob Bosboom heeft ze sinds de aankomst in Nederland de hele dag gevolgd: “Het waren keurige jongens, heel aardig. Ze kregen een fles jenever in de hand gedrukt en ze hadden geen idee wat dat was”.
Misschien kan er op anderhalf jaar tijd veel veranderen, maar deze observatie staat toch in schrille tegenstelling met wat zijn confrater Herman Selleslags op 27 maart 1966 laat optekenen over hun aankomst op Zaventem: “Ik stond hen op te wachten in de gang, samen met een vurige fan die helemaal door het dolle heen was omdat hij straks een handtekening zou krijgen van zijn idolen. Toen Keith Richards hem passeerde, gaf hij die jongen een keiharde vuistslag in zijn gezicht. Zonder opkijken, zonder woorden. Eigenlijk is het niet goed om je idolen te ontmoeten. Ze zijn nooit wat je denkt.” (Gazet van Antwerpen van 16 maart 2013)
Maar terug naar Schiphol. Na de obligate persconferentie neemt chauffeur Jan van Gelder de Stones mee naar Den Haag: “Ze vroegen: is hier ergens een drugstore? Ik dacht: lieve God, begint dat nu al? Maar dat bleek een drogist te zijn.”
Aangekomen in Den Haag maakt de groep eerst een wandelingetje en gaat dan naar hotel Terminus, ik denk zelfs dat ik daar op een blauwe maandag ook nog eens heb gelogeerd toen ons gebruikelijke Hotel Petit vol zat met conferentiegangers. Na de soundcheck in het Kurhaus van Scheveningen gaat de groep nog een uiltje vangen.
Rond half acht ’s avonds arriveren de eerste fans bij het Kurhaus. Organisator Paul Acket heeft vijf mannen ingehuurd om de Stones en hun instrumenten te beveiligen. In de kelder zitten er nog eens zeven politieagenten paraat, voor de zekerheid. Op het nabijgelegen politiebureau zijn nog een vijftiental agenten aanwezig met honden en paarden.
Oorspronkelijk verloopt alles nog redelijk kalm. Alleen het voorprogramma is olie op het vuur: Trix & The Paramounts, de Fouryo’s en zowaar André Van Duin die gekke bekken trekt op een bandmontage, die vooral tot doel heeft de draak te steken met rock’n’roll. Het voorprogramma duurt ook veel te lang en de eerste stoelleuningen vliegen al door de lucht. Het beeld dat mij het meeste bijblijft is dat van die agent die zo’n stoel naar zijn kop geslingerd krijgt en in een opwelling die wil terugsmijten naar de gooier. Zijn collega’s kunnen hem nog net op tijd tegen houden. Check it out!
Dat er überhaubt camera’s aanwezig zijn bij het concert in het Kurhaus, is te danken aan producent Henk van der Meyden. Hij maakt voor TV Noordzee een tienerprogramma ‘Brigitte’, gebaseerd op een rubriek in de Telegraaf. Actrice Karla Wildschut zal die avond ‘Brigitte’ spelen: “Ik moest ze interviewen en na hun concert een bloemetje geven. Om heel eerlijk te zijn: ik had geen idee wie ze waren, maar mijn vriend kende ze wel.” Veel verschil met het fameuze interview in Vlaanderen door Nonkel Bob en Tante Terry was er dus niet!
Volgens de overlevering zouden de Stones slechts één nummer hebben gespeeld, namelijk “Carol” van Chuck Berry. Dat berust echter op een misverstand. De beelden van het “optreden” mogen dan voor altijd op ons netvlies gebrand zijn, de klank is echter verloren gegaan. Een handige jongen heeft echter de single “Carol” en wat oproerlawaai (van elders) onder de beelden gemonteerd en zo zijn die dan de wereld rondgegaan. In werkelijkheid speelden de Stones drie nummers vooraleer het microfoonsnoer van Mick Jagger in het gewoel kapot raakt. Jagger grijpt dan naar zijn sambaballen en zonder zang spelen de Stones nog twee nummers. De politie is inmiddels ook op het podium gekomen en het doek wordt definitief gesloten. De Stones vluchten snel naar een klaar staande auto, terwijl binnen in het Kurhaus het meubilair eraan gaat. Uiteindelijk jaagt de hondenbrigade iedereen naar buiten.
Ooggetuige Fred Harrinck: “Ik was een schoen kwijt, had een bult op mijn hoofd en het haar in de war. Ik heb thuis maar een verhaal opgehangen. Totdat ik die maandag met een grote foto in de krant stond. Toen kreeg ik er nog een keer van langs.”
Kortom, a typical day at the office…
(Als bron heb ik voornamelijk de website van Andere Tijden gebruikt.)