Morgen zal het al 65 jaar geleden zijn dat de Franse schrijfster Colette is gestorven.
In het begin van de twintigste eeuw moest zij nog aan de kost komen als erotische mimekunstenares omdat haar man met de auteursrechten van haar boeken ging lopen. Mime spelen werd voor haar dan ook een symbool van vrijheid. Een kolfje naar de hand van Thea Deege, de artistieke leidster van het Gentse Sabbattinitheater.
Thea Deege incarnéért niet enkel Colette in het stuk “Côté Jardin”, ze heeft met de hulp van scenarist Erwin Bauwens ook het idee zelf uitgewerkt. Het moet dus duidelijk zijn: Thea Deege hééft iets met Colette.
“Het is nog een erfenis van mijn leraar Marcel Hoste, de stichter van het Sabbattinitheater,” zegt Thea. “Hij had een grote bewondering voor Colette en hij heeft die op mij overgedragen.”
Dat Thea Deege nog altijd onder de indruk is van haar vroegere leraar blijkt onder meer uit het feit dat ongeveer een kwart eeuw na zijn dood, zij nog altijd over hem spreekt als “mijnheer Hoste”.
CÔTE JARDIN
Het stuk kreeg de titel “Côté Jardin” mee, omdat vanuit de zaal gezien rechts op het podium (“coté cour”) Thea’s tegenspeler Wout Eeckhout zit, die haar telkens opnieuw naar links stuurt (“côté jardin” dus) om het daar waar te maken. Zo wordt hij ook het symbool van de mannenmaatschappij, waarin Colette moest trachten te overleven. In 1893 was Colette gehuwd met de journalist Henry Gauthier-Villars, die zich Willy liet noemen. Deze Don Juan in de Parijse beau monde, wiens carrière was gestart door als minderjarige in bordelen van bil te gaan terwijl hij werd begluurd door voyeurs, gaf haar eerste autobiografische boeken (over “Claudine”) onder zijn naam uit en liet haar zelf opdraven in de naaktshows die hij zo graag bijwoonde. Op die manier was Colette een “concurrente” van Mata Hari (*). Misschien daarom dat zij één van de eersten was om Mata Hari als bedriegster te ontmaskeren. Colette had één van de “speciale” vertoningen van Mata Hari bijgewoond in lesbische kringen. Bij dergelijke “besloten” voorstellingen ging Mata Hari helemaal naakt, bij openbare optredens droeg ze op het einde (naast haar fameuze borstplaten) wel degelijk nog een bodystocking.
Thea Deege is vooral geïnteresseerd in die zes jaar dat Colette als mimekunstenares aan de bak kwam: “Akkoord, zij toonde daarbij haar naakte benen, wat revolutionair was in die tijd. En zelfs af en toe een naakte borst, maar dat was voor haar een middel om haar vrijheidsdrang te uiten. Ik doe dat in deze voorstelling niet omdat dit nu niet belangrijk meer is. Het gaat mij veel meer om haar strijd als vrouw.”
“En bovendien,” lacht ze, “de prachtige kostuums die ze aanhad, vooraleer ze die dan kon uitdoen, zijn voor ons niet te betalen. De mimekunst wordt in Vlaanderen nog altijd niet naar waarde geschat. Het is zelfs zo dat nog weinig jonge mensen de klassieke mimekunst machtig zijn. Het is nu eenmaal geen mode meer. Maar mijnheer Hoste zei altijd: ‘doe wat je graag doet en misschien merk je dat je plotseling weer in de mode bent’.”
Maar dit stuk is geen pure mime?
“Nee, er zit nogal wat tekst in. Naast een paar noodzakelijke bindteksten is die tekst voor negentig procent van Colette zelf, want dat vond ik toch erg belangrijk.”
LESBISCH?
Na haar scheiding gaat Colette met een collega samenwonen, de tien jaar oudere Sophie de Morny, de markiezin van Belboeuf, die zich echter gewoon Missy laat noemen. Colette was trouwens berucht voor haar “vrouwenvriendschappen” (**), ook met onze koningin Elisabeth of met de actrice Arletty. “Het gulzige poesje van Colette” (Dany Laferrière, “Vrijen met een neger tot je zwart ziet”, p.107)
Even laat ze haar literaire ambities varen en wordt zowaar een voorloopster op de aerobic-rage. Ze opent ook een schoonheidssalon en is een van de eersten om een facelift te krijgen. Naar verluidt was ze ook de eerste vrouw die van de grond is gegaan in een vliegtuig (maar dan niet als piloot uiteraard).
Toch blijkt ze uiteindelijk eerder heteroseksueel te zijn, want na verloop van tijd (ze is dan 38 geworden) hertrouwt ze en wel met de 35-jarige hoofdredacteur van “Le Matin”. Nu zal ze zich evenwel niet meer laten vangen, denkt ze, en om hem beter in de gaten te kunnen houden, krijgt ze haar man zo ver dat ze op de redactie mag komen werken (volgens Eve Ruggieri ging het initiatief van hemzelf uit). Er is wel verzet van de journalisten, maar uiteindelijk kan ze dan toch aan de slag. Zo is ze de eerste vrouwelijke reporter aan het front van Verdun tijdens de Eerste Wereldoorlog en… in de Ronde van Frankrijk!
MOEDER
Op veertigjarige leeftijd wordt ze nog moeder (***). Het meisje krijgt officieel de naam Colette Renée de Jouvenal, maar in de omgang krijgt ze de roepnaam Bel-Gazou, de naam die Colettes vader voor haarzelf had bedacht. Dat belet evenwel niet dat Colette nauwelijks naar het kind omkijkt (ze is er fier op dat ze niet in de “vrouwenval” trapt en dat ze haar carrière boven het moederschap stelt). En als dat dan toch al eens gebeurt, aarzelt ze niet de zweep boven te halen. Het meisje wordt opgevoed door een Engelse nanny en ziet haar ouders soms een heel jaar niet. Als ze volwassen wordt, blijkt ze lesbisch te zijn, zeer tot afkeuring van haar moeder, die in dat soort zaken blijkbaar twee maten en twee gewichten hanteert.
Op 47-jarige leeftijd heeft ze ook een geruchtmakende verhouding met de 16-jarige zoon van de vader van Bel-Gazou, Bertrand de Jouvenel. Het merkwaardige is dat ze zo’n verhouding beschrijft in de roman in afleveringen, “Cheri”, die op dat moment in “La Vie Parisienne” verschijnt, maar de roman was er dus éérst, laten we wel wezen. Meer zelfs, eigenlijk is de verhouding begonnen op het moment dat ze Bertrand een exemplaar van het boek ten geschenke geeft met daarin de opdracht: “A mon fils CHERI”…
De ironie van het lot wil dat dit boek eindelijk de erkenning van Colette als schrijfster met zich mee zou brengen. Haar vorige boeken stonden immers te zeer in de schaduw van haar cabaret-optredens om ernstig te worden genomen door de literaire kritiek.
De verhouding met Bertrand zou uiteindelijk vijf jaar duren. Slechts na vier jaar biecht ze de verhouding op aan haar man, die oorspronkelijk niets in de gaten had omdat hij zelf voortdurend naast de pot piste. Toch laat hij zich onmiddellijk van haar scheiden. Van dan af schaart hij zich aan de zijde van zijn eerste vrouw om Bertrand bij Colette weg te houden. Het lukt: hij wordt uitgehuwelijkt aan Marcelle Prat, een nicht van Maurice Maeterlinck. Later zou hij de minnaar worden van de Amerikaanse schrijfster Martha Gellhorn. Deze zal later getuigen dat de liefde eigenlijk nooit is uitgedoofd, langs beide kanten niet, ook al zullen ze elkaar nog slechts amper ontmoeten.
In het gezelschap waartoe Marcelle Prat behoorde toen ze aan Bertrand werd voorgesteld, bevond zich ook een zekere Maurice Goudeket. Hij zal de derde echtgenoot van Colette worden.
Tijdens de bezetting werkt Colette mee aan collaborerende magazines en schrijft ze zelfs een anti-semitische roman “Julie de Carneilhan”. Toch slaagt ze erin haar man (zelf een jood) uit de concentratiekampen te houden.
In 1945 veroverde Colette als eerste vrouw een zitje in de Académie Goncourt. Desondanks noemde ze zichzelf geen feministe (voor zover dat woord in die tijd al “en vogue” was), integendeel, ze vond dat feministen “in een harem thuishoorden, waar ze iedere dag van de zweep kregen” (****).
Colette stierf op 3 augustus 1954, kort na de première van de verfilming van “Le blé en herbe” door Claude Autant-Lara. Haar laatste creatief werk was een Franse bewerking van “Het Hemelbed” van Jan De Hartog (1914-2002). Op haar sterfbed gaf ze een exemplaar van het boek aan Bertrand. De kerkelijke autoriteiten weigerden voor haar een begrafenismis op te dragen. Al is het onduidelijk waarom: it was illegal for women to wear men’s clothing during that time period in France, hence the scandal over Colette’s choice to begin wearing pants. Ironically, homosexuality itself was legal, and had been since 1791. Op 7 augustus kreeg ze dan “maar” een staatsbegrafenis met een laatste rustplaats op Père-Lachaise.
The works of Colette have often been adapted for the cinema, the most famous being “Gigi” by Vincente Minnelli (1958) and “Chéri” by Stephen Frears (2009). The French writer was portrayed by Mathilda May in “Devenir Colette”, by Marie Trintignant in the television movie “Colette, a free woman” made in 2003 by her mother Nadine Trintignant and by Keira Knightley in “Colette” (Wash Westmoreland, 2018). (IMDb)
Ronny De Schepper

(*) Vooral haar « Rêve d’Egypte » was overduidelijk geïnspireerd door het succes van Mata Hari. Colette droeg hierin bijna dezelfde borstplaten als Mata Hari (in een ander nummer, « La chair » uit 1907, zou ze deze zelfs afleggen zoals men kan zien op de foto) en vrijde op de scène met haar geliefde Missy, die als man was gekleed.
(**) Cfr. haar roman “Nuits blanches”.
(***) Als men haar zwangerschap « uittelt », dan is ze wellicht zwanger geworden ongeveer op hetzelfde moment dat haar moeder is gestorven.
(****) Het zal weinigen verbazen dat Colette zich ook van een plaatsje kon verzekeren in het fameuze boekje “The velvet underground” van de Amerikaan Michael Leigh. Het betreft een passage die betrekking heeft op sadomasochistische praktijken: “Women, particularly, were to be treated grossly. They had to be prepared to submit to coitus en sandwich à la Colette, i.e. submit to simultaneous vaginal and anal intercourse on the part of two ‘masters’, this to be preceded and followed by degradations impossible to print, and whipping with knotted thongs and the flat of the hands.” (achtste druk, 1968, p.130 en voor de slechte verstaanders wordt de uitdrukking nog eens hernomen op p.136)
(Zeer) beperkte bibliografie
Erwin Mortier, Colette: boerendochter, theaterdiva, schrijfster van erotische romans en bejubelde Parisienne in één persoon, De Morgen 27/11/1999.
Judith Thurman, Secrets of the flesh: a life of Colette, Bloomsbury 1999.