Er wordt naar het schijnt van mij verwacht dat ik jullie iets over Eurosong vertel… Nou, dat wordt moeilijk, mensen. Op een avond hebben mijn schoonouders mij eens overmeesterd en mij gedwongen dat te aanschouwen. Dat is dan ook de enige uitzending geworden die ik helemaal heb uitgestaan. Normaal hield ik het niet langer dan vijf minuten uit of ik werd neurotisch.

Op die manier heb ik dan nog moeten meemaken hoe Micha Marah twee van mijn lievelingsnummers, “The best years of my life” van Rod Stewart en “Danielle” van Raymond van het Groenewoud, deed klinken alsof het composities waren van Jan Stroop. (Jan Stroop, waarde oningewijden, is overigens een niet onaardige schrijverd die o.m. de DIC-map “Pop: kunst, kultuur of koopwaar” in elkaar knutselde, te koop bij de sympathieke Kritakuitgeverij in Leuven). Maar kom, vanuit mijn dwangbuis heb ik dan toch nog een filmpje van zo’n tien jaar geleden mogen aanschouwen dat ondanks alles het bekijken waard was. Jacques Raymond en Lily Castel wensten elkaar daarin, via een borstel, een goede morgen, terwijl Anton Peeters bewonderend naar het benenspel van Lily gluurde. Jonges, jonges, waar zijn die zalige dagen van de mini-mode van weleer?

De Vlaamse preselectie voor het Eurovisiesongfestival 1979 was overigens weer een klucht. Micha Marah had gehoopt dat ze naar Jeruzalem zou kunnen trekken met “Comment ça va?”, maar uiteindelijk werd het “Hey Nana”.
“Maar,” vraagt 0. Hals, “hoe kan dat nou, als het een publieke jury is die beslist?”
Zeer eenvoudig natuurlijk, Micha Marah lebbert alle nummers in een gezapig tempo af, tot het de beurt is aan COMMENT CA VA (de hoofdletters zijn hier wel op hun plaats want het wordt gebruld alsof ze aan een hardhorige vraagt hoe het ermee gaat: Comment ça va? jaja, het ging, tot je zo hard in mijn oren schreeuwde, nu heb ik hoofdpijn). Het Mooie Meisje Maessen (één van de drie Dream Express-zusjes) trachtte het lied nog te kelderen door steeds te vroeg of te laat mee te gillen, maar haar loflijke poging rnislukte: het publiek stemde het bastaardliedje zo naar Israel. En dus lagen de singeltjes mooi verpakt in een hoesje met de vermelding “Belgische inzending voor het Eurovisiesongfestival” al klaar om ’s maandags in de etalages te kunnen liggen. Maar eilaas! Bob Boon, die het spelletje tot nu toe nochtans goed had meegespeeld, was zo dom geweest van het jurysysteem voor de laatste uitzending te veranderen: “mensen uit het vak” zouden nu ook meedoen. Resultaat: ça ne va pas, maar wel Hey Nana.
Nu vind ik dit ook een klier van een nummer. De titel “Hey Banana” ware misschien beter geweest, nu reclame voor bananen het toch zo goed doet in de hitparade. (Weet je niet wat ik bedoel? Abba stond de rechten van Chiquitita af aan UNICEF. Zeer mooi, maar hoeveel hebben zij vooraf ontvangen van de multinational “zeg niet zo maar banaan tegen een Chiquita”?)
Toch is er één ding dat mij verleidt mijn rubriekje op te offeren aan deze storm in een glas water. De klos van het hele geval is namelijk de componist van Hey Nana, Charles Dumoulin. En waarom zou ik het nu opnemen voor iemand die op het eerste gezicht een domkop is die zo maar in de val is gelopen?
Een intelligent lezer (jij dus) zal hierop reeds een antwoord hebben. Hij heeft namelijk al lang opgemerkt dat Jan Segers het dikwijls opneemt voor de underdogs, de losers, de koppen van jut, de Charlie Browns. Juist, maar in dit geval komt er nog iets bij. Ik ken namelijk Charles Dumoulin. Ik kende hem al van voor de Nana-historiek, maar ik had er nooit aan gedacht dat het Sjareltje dat ik kende dat dit dezelfde zou zijn als Lester (niet Denwood), als Dempsey (niet Dover) en als de componist van “Hey Nana”. Ik ken Charles Dumoulin namelijk als uitgever van culturele platen zoals “Microfonie der Zuidnederlandse Schrijvers”, gedichten van Paul Vanderschaegen, het Marcus-evangelie, een poëzieplaat met gedichten over kinderen. Discus heet zijn platenfirma en ze ligt in Gistel (West-Vlaanderen). Gistel is niet groot en bestellingen met als adres: « Discus culturele grammofoonplatenmaatschappij, Gistel » zullen vast en zeker wel toekomen.
Foei, Segers! Zo maar reclame maken. Reclame? Wat reclame? Ik beweer toch niet dat ik dit goede platen vind? Maar ik bewonder Dumoulin. Ik vind dat hij zich nuttiger kan maken met dergelijke dingen in plaats van met onzin als «Hey Nana». En ik vind het spijtig dat iemand om de lieve centen dan in zo’n wespennest verzeilt. Want van zijn «culturele» platen wordt hij niet rijk natuurlijk. En ook vind ik het tof en eerlijk dat hij zijn eigen «composities» niet uitbrengt op zijn eigen label. Want zijn eigen maaksels zijn zeker geen cultuur met grote C (al vond ik zo’n acht jaar geleden Lester en Denwood en vooral Dempsey en Dover niet mis).
Overigens is heel dit Songfestival eigenlijk een aprilgrap. Ik had er vorige week natuurlijk reeds kunnen over schrijven, maar ik dacht er niet eens naar te kijken, zodat ik mijn stukje reeds had binnengegeven vóór deze verveling zou beginnen. ’s Avonds bleek er echter geen enkel alternatief voorhanden en bijgevolg… Ouwe gabber Charles Dumolin ontwaarde ik tussen het publiek, maar veel plezier heeft hij wellicht aan deze avond niet beleefd. Niet alleen was de laatste plaats van «Hey Nana» ten zeerste terecht (en dat tussen een hele hoop andere rotzooi), maar ook is hij het voorwerp van een regelrechte boycot van de BRT. Charles is namelijk zelf «Hey Nana» gaan opnemen in Engeland (verspreid door Barclay) daar IBC (de platenfirma van Micha Krol) het vertikt dit nummer uit te brengen. Zegt Jos Baudewijn, producer van Omroep Antwerpen (volgens de Gazet van Antwerpen): “Dergelijke nepplaten weiger ik te draaien.” Micha Marah heeft een eigen radioprogrannna bij diezelfde omroep, maar dat zal wel toeval zijn … Trouwens de andere BRT-zenders heb ik ook nog niet de «Hey Nana» van Dumolin horen draaien, maar wel… “Comment ça va”!
Tussen haakjes: in Knack (via de pen van Johan Anthierens dan nog wel) beschuldigen Micha en “vriend” Guy Beyers Dumolin ervan “zakelijke gemeenschap” te hebben met Zaki. Inderdaad, Jackie De Waele (Zaki dus) heeft meegeholpen bij de opname van “Kinderen dromen zich een wereld”, uitgebracht op Discus, de “culturele platenmaatschappij” van Dumolin. Jackie heeft dit echter bijna willens nillens gedaan omdat de grote leider van het project, Gie Luyten, net als hij bij omroep Brabant werkt. Als men dus alles voluit zegt, blijkt alras dat die “zakelijke gemeenschap” niet alleen financieel, maar ook “ideologisch” zeer flauw is. Jeux de mots, jeux de vilains…
Er is dus heel wat te doen geweest om Charles Dumolin. Wie “Hebjetgezien” geregeld leest die zal daar wel meer van weten. Het toeval wil nu dat ik deze week eens in mijn platencollectie snuffel onder de hoofding “platen die ik zelden of nooit draai”, en daar kom ik een goedkope verzamelelpee van Music for Pleasure tegen, waarop een nummer staat van Charles dat hij zowat een of twee jaar geleden in elkaar moet hebben gebokst. En wat is de titel ervan? … ISRAEL! Een geval van helderziendheid? Alleszins is het een beter nummer dan “Hey Nana”. (Nu ik het toch over die elpee heb, kan ik misschien kort even vermelden dat de andere artiesten op deze plaat zijn: Salim Seghers, Claire, Jackpot, de Migra’s, McDuff’s Dimension, Ann Christy, Classic Illustration, Eddy Smets, Hush, The Soul Affair Orchestra, The Spoof Family en Teach In).
Ook in de minibrokjes behandelde ik “het geval” Dumolin…
onbekend is onbemind
Charles Dumolin, bekend van “Ooggetuige” (*) en “Hey Nana”, had eind 1976 een beetje problemen met de rijkswacht n.a.v. een klacht van een slecht betalende klant (zoals trouwe lezers van de cultuurpagina’s reeds weten runt Charles een literaire platenmaatschappij Discus). De zaak werd overigens afgesloten in zijn voordeel : de klant bekende ongelijk en betaalde. Ter dezer gelegenheid echter maakte de rijkswacht van Dumolin een moraliteitsverslag op, waaruit we enige fragmenten lichten. Overigens valt vooral op hoe weinig de rijkswacht echt weet en het weten dan maar vervangt door (gevaarlijke) speculaties. Maar ja, onbekend is onbemind…
posters
Uit het moraliteitsverslag blijkt o.m. dat de rijkswacht zich bijzonder interesseert voor binnenhuisarchitectuur : “De woning is wat de meubels betreft, slechts schaars bedeeld, doch heel modern opgevat. Antiek vindt men in de woning ook overal. In de leefkamer zijn posters (onderstreept) tegen de muren opgehangen.”
muziek
Posters ? Misschien interesseert het subject zich dan voor muziek ? En jawel hoor : “Belanghebbende schijnt zich slechts met muziek bezig te houden en heeft voor al het andere geen aandacht. ( … ) Hij schijnt niet boven de middelmaat ontwikkeid te zijn, doch wil zich voortdurend later opvallen, zowel door zijn kleding, gedragingen en houdingen. Drinkt alcohol, wat hij zegt om zijn stem beter te maken. De bevolking kent hem als de vroegere popzanger onder naam ‘ Lester ‘, waar men nu niets meer over hoort in de muziekwereld”.
maatschappelijk gevaar
Zou zo iemand een maatschappelijk gevaar betekenen ? Eens kijken wat de rijkswacht daarvan vindt : “Belanghebbende is van beroep fonoplatenproducent, waar hij zegt veel geleerd te hebben, wat het afsluiten van contracten betreft, waarin hij zich laat bij staan, van juristen. Het is ons niet bekend, dat hij zich zou overleveren aan gewelddaden op personen of eigendommen. Of hij een gevaar zou betekenen voor de samenleving, durven wij ons niet uitspreken.”
En tot slot, een korte bespreking van de single “Fly fly fly” (Discus)
Little boy wonder, Charles Dumolin, deze maal listig vermomd als gigolo slaat weer toe. Getipt voor het Olympisch team voor Moscou in de discipline disco-werpen.
Later zou ik Charles nog eens tegenkomen op… de opname van de televisieuitzending, waarin “Geef het op” van Clouseau officieel werd voorgesteld als Vlaamse deelnemer aan het Eurovisiesongfestival 1981. En nog later vernam ik dat het “art atelier Charles Dumolin” het Marvin Gaye project heeft uitgewerkt voor het Casino Kursaal in Oostende. Het monument werd een bronzen beeld van 3m80 lang, 1m80 breed en een 1m80 hoog, met een totaal gewicht van 2500kg. Er werd ongeveer 10 maanden met een team van 15 man gewerkt om dit project gerealiseerd te krijgen voor de opening van 17 december 2004. De voornaamste spelers in deze realisatie waren Art Casting, Ilse Vandekerkhove en Cathérine Noël onder leiding van Stefan Tanghe voor Art & Buro projects.

Ronny De Schepper

(*) De rubriek van Johan Anthierens in Knack.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.